Meteen naar document

Samenvatting hoofdstuk 12 m&o

Uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 12 van de methode In Balans
Vak

Bedrijfseconomie

107 Documenten
Studenten deelden 107 documenten in dit vak
NiveauJaar

VWO

5
Studiejaar: 2018/2019
Geüpload door:
0volgers
42Uploads
261upvotes

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Preview tekst

SAMENVATTING M&O HOOFDSTUK 12

12 Onderhandse lening:

Een onderhandse lening is een lening op lange termijn die door één geldgever wordt verstrekt.

  • Tussen 2 personen niet openbaar.
  • Vooral verstrekt door institutionele beleggers (pensioenfondsen etc) of door familie
  • Leningsvoorwaarden zijn onderhandelbaar
  • Geen emissiekosten
  • Administratiekosten zijn lager dan bij bijvoorbeeld de obligatielening.
  • Rentepercentage ligt vaak lager dan op de openbare markt kapitaalmarkt.

12 Obligatielening:

Een obligatie is een bewijs van deelneming in een geldlening (obligatielening).

Een obligatielening is een geldlening op lange termijn die in kleine bedragen is opgesplitst.

Een obligatie bestaat uit een mantel en couponblad. De mantel is het officiële stuk, waarop de belangrijkste gegevens vermeld staan. Het couponblad bestaat uit een aantal coupons en een talon. De coupons dienen voor de interestbetaling (rentebetaling). De houder van de obligatie lever elk jaar een coupon, waarvoor hij dus interest ontvangt. Wanneer hij alle coupons heeft verbruikt, stuurt hij de talon op naar de onderneming die een obligatielening heeft uitgegeven. Enige tijd later ontvangt hij dan een nieuw couponblad. Onderneming maken vooral van obligatieleningen gebruik voor aanschaf van productiemiddelen die jaren meegaan (vaste activa zoals machines, gebouwen en vrachtwagens bijvoorbeeld). Een nadeel van de obligatielening ten opzichte van de onderhandse lening is dat er emissiekosten en administratiekosten betaald moeten worden.

De onderneming of instelling kan een obligatielening op verschillende manieren aflossen:

  • Aflossing in 1x na de looptijd van de lening
  • Aflossing in gedeeltes door middel van uitloting.
  • Het inkopen van eigen obligaties

Voordat de emissie van de obligatielening plaats vindt, komt er eerst promotie om het beleggend publiek te bereiken. Daarnaast wordt een prospectus uitgegeven, waarin bijzonderheden over de instelling of de onderneming en de obligatielening vermeld worden. Bij staatsleningen wordt de uitgiftekoers meestal niet van te voren bekend gemaakt. De beleggers mogen zelf aangeven welke prijs zij voor de aangeboden obligaties willen betalen. Aan de hand van de inschrijvingen wordt dan door het ministerie van financiën de uitgiftekoers vastgesteld. Dit noemen we het tendersysteem. De hoogste bieder krijgt het eerst. Houders van obligaties kunnen deze obligaties via de effectenbeurs laten verkopen. De koers is voornamelijk afhankelijk van de rentestand die op dat moment voor nieuw uit te geven obligaties geldt. Een onderneming zal zich het recht voorbehouden om vervroegd af te lossen. Doordat de belegger dan hogere rente wilt omdat het dan minder aantrekkelijk voor hem is. Is vervroegde aflossing niet toegestaan kan de onderneming hun eigen obligaties terugkopen op de effectenbeurs. Een andere reden om de mogelijkheid van vervroegde aflossing open te houden, houdt verband met de rente. Als er ineens een veel hogere rente is, dan is het aantrekkelijk

voor een onderneming om hun oude lening af te lossen en een nieuwe uit te geven voor lagere rente.

Overeenkomsten obligaties en aandelen:

  • Allebei verhandelbaar via effectenbeurs
  • Allebei waardepapieren
  • Bij verkoop leveren ze vermogen voor de onderneming op

Verschillen obligaties en aandelen:

Aandelen:

  • Bewijs mede-eigenaar nv/bv
  • Deel eigenvermogen
  • Permanent eigenvermogen, kun je niet aflossen
  • Medezeggenschap (AVA)
  • Groot risico bij slechte resultaten
  • Koers onstabiel, afhankelijk winst-verwachting
  • Dividend als beloning (afhankelijk van winst)

Obligaties:

  • Schuldbewijs van nv/bv
  • Deel van vreemd vermogen
  • Tijdelijk vermogen (moet worden afgelost)
  • Geen zeggenschap
  • Minder risico bij slechte resultaten
  • Koers stabieler, vooral afhankelijk van rentestand
  • Vast rentepercentage

Agio op obligaties ontstaat doordat de interest op de obligaties hoger is dan de marktrente op het moment van de plaatsing. Is de marktrente hoger dan de interest op de obligatielening, dan is alleen plaatsing onder pari mogelijk.

12 Hypothecaire lening

Een hypothecaire lening is een geldlening op onderpand van een onroerende zaak (grond en gebouwen).

Bij een hypothecaire lening geef je dus, als eigenaar van de onroerende zaak, aan de geldgever het recht van hypotheek: de geldgever krijgt het recht de onroerende zaak in het openbaar te laten verkopen als je niet meer aan je verplichtingen houdt. De grootte van het bedrag dat geleend kan worden hangt onder meer af van je inkomen en andere schulden die je hebt.

12 Annuïteitenhypotheek

Een annuïteit is een periodiek gelijkblijvend bedrag aan interest en aflossing samen. Evenals bij een spaarhypotheek blijven de jaarlijkse uitgaven bij een annuïteitenlening van jaar tot jaar gelijk.

Kenmerken van een annuïteitenhypotheek:

  • De som van aflossen en interest is iedere periode een gelijk bedrag. Binnen de annuïteit veranderen de bedragen van aflossing en interest echter wel ieder jaar. (zie blz. 208)
  • Het interestbestanddeel neemt iedere periode af en het aflossingsbestanddeel neemt dus iedere periode toe

Voordelen Annuïteitenlening:

  • Doordat er in de eerste jaren weinig wordt afgelost, is er in die tijd sprake van hoge belastingvoordeel.
  • De lasten per maand zijn in de eerste jaren lager dan aan het einde van de looptijd, wat gunstig is als je inkomen in de loop van de tijd stijgt.

Nadelen Annuïteitenlening:

  • Gedurende de looptijd wordt het belastingvoordeel steeds kleiner.
  • De lasten per maand zijn aan het eind van de looptijd relatief hoog, wat ongunstig is als je inkomsten in de loop van de tijd dalen, bijvoorbeeld als gevolg van pensionering.
Was dit document nuttig?

Samenvatting hoofdstuk 12 m&o

Vak: Bedrijfseconomie

107 Documenten
Studenten deelden 107 documenten in dit vak
NiveauJaar:

VWO

5
Was dit document nuttig?
SAMENVATTING M&O HOOFDSTUK 12
12.1 Onderhandse lening:
Een onderhandse lening is een lening op lange termijn die door één geldgever wordt verstrekt.
- Tussen 2 personen niet openbaar.
- Vooral verstrekt door institutionele beleggers (pensioenfondsen etc) of door familie
- Leningsvoorwaarden zijn onderhandelbaar
- Geen emissiekosten
- Administratiekosten zijn lager dan bij bijvoorbeeld de obligatielening.
- Rentepercentage ligt vaak lager dan op de openbare markt kapitaalmarkt.
12.2 Obligatielening:
Een obligatie is een bewijs van deelneming in een geldlening (obligatielening).
Een obligatielening is een geldlening op lange termijn die in kleine bedragen is opgesplitst.
Een obligatie bestaat uit een mantel en couponblad. De mantel is het officiële stuk, waarop de
belangrijkste gegevens vermeld staan. Het couponblad bestaat uit een aantal coupons en een talon.
De coupons dienen voor de interestbetaling (rentebetaling). De houder van de obligatie lever elk jaar
een coupon, waarvoor hij dus interest ontvangt. Wanneer hij alle coupons heeft verbruikt, stuurt hij
de talon op naar de onderneming die een obligatielening heeft uitgegeven. Enige tijd later ontvangt
hij dan een nieuw couponblad. Onderneming maken vooral van obligatieleningen gebruik voor
aanschaf van productiemiddelen die jaren meegaan (vaste activa zoals machines, gebouwen en
vrachtwagens bijvoorbeeld). Een nadeel van de obligatielening ten opzichte van de onderhandse
lening is dat er emissiekosten en administratiekosten betaald moeten worden.
De onderneming of instelling kan een obligatielening op verschillende manieren aflossen:
- Aflossing in 1x na de looptijd van de lening
- Aflossing in gedeeltes door middel van uitloting.
- Het inkopen van eigen obligaties
Voordat de emissie van de obligatielening plaats vindt, komt er eerst promotie om het beleggend
publiek te bereiken. Daarnaast wordt een prospectus uitgegeven, waarin bijzonderheden over de
instelling of de onderneming en de obligatielening vermeld worden. Bij staatsleningen wordt de
uitgiftekoers meestal niet van te voren bekend gemaakt. De beleggers mogen zelf aangeven welke
prijs zij voor de aangeboden obligaties willen betalen. Aan de hand van de inschrijvingen wordt dan
door het ministerie van financiën de uitgiftekoers vastgesteld. Dit noemen we het tendersysteem. De
hoogste bieder krijgt het eerst. Houders van obligaties kunnen deze obligaties via de effectenbeurs
laten verkopen. De koers is voornamelijk afhankelijk van de rentestand die op dat moment voor
nieuw uit te geven obligaties geldt. Een onderneming zal zich het recht voorbehouden om vervroegd
af te lossen. Doordat de belegger dan hogere rente wilt omdat het dan minder aantrekkelijk voor
hem is. Is vervroegde aflossing niet toegestaan kan de onderneming hun eigen obligaties terugkopen
op de effectenbeurs. Een andere reden om de mogelijkheid van vervroegde aflossing open te houden,