Meteen naar document

WEEK4

week 4
Vak

Neurologie en oogheelkunde B15 (M_BNO16)

87 Documenten
Studenten deelden 87 documenten in dit vak
Studiejaar: 2017/2018
Geüpload door:
0volgers
5Uploads
0upvotes

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Preview tekst

College 1 maa 23 april week 4

‘College: Visusdaling’ – Meenken

No rmale visus:

Anatomie Oog:

St aafjes en kegeltjes:

o Staafjes : - Licht gevoelige cellen - Verspreid over retina (vooral perifeer) o Kegeltjes : - Scherp zien - Kleuren onderscheiden - Vooral centraal (in macula) à Belangrijk bij anamnese: ziet iemand slechter overdag, of juist in het donker?

Visuele functies: - Visus - Gezichtsveld - Kleu renzien - Contrast zien - Diepte zien

Visus onderzoeken:

Ø Confrontatief Gezichtsveldonderzoek FC Donders § Van opzij hand naar voor het gezicht van patiënt brengen § 1 oog tegelijk meten (andere dicht; de arts moet dit ook doen) § Vanaf wanneer ziet pt. de hand?

Ø Snellenkaart :

à Welke soort je kiest hangt af van leeftijd / of iemand alfabet kent

  • OD = rechteroog
  • OS = linkeroog
  • ODS = beide ogen samen
  • Mec = met correctie (bril)
  • Sc = zonder correctie

o Letterkaart : § 1 (als je 3e onderste regel kan lezen) à ‘100%’ visus § 1 (als je tot onderste regel kan lezen) à hele goeie visus

o Vingers tellen : § Doe je bijv. als visus zo slecht is dat zelfs de bovenste regel van de visuskaart niet leesbaar is (ook niet mec) § 1/60 = op 1 meter goed aangegeven § 2/60 = op 2 meter goed aangegeven § 1 = op 60 m goed aangegeven (=normale visus)

o Handbewegingen : § 1/300 = op 1 meter handbewegingen te zien § 2/300 = op 2 meter handbewegingen te zien § 1 = op 300 m handbewegingen te zien (= normale visus) o Lichtperceptie : § Als iemand zelfs geen handbewegingen kan zien, hoeft ie niet per se blind te zijn § Soms kan een zeer slechtziend persoon nog wel lichtperceptie hebben § LP+ of LP-

o Astigmatisme :

null
  • Perfecte ronde oogbol: alle kanten heeft zelfde breekpunt, met 1 brandpunt
  • Sommige ogen zijn niet perfect rond (platter of steiler hoornvlies)
  • Bij een astigmatisme krijg je meerdere brandpunten naast elkaar
  • Hierdoor vertekening van het beeld (‘lachspiegel effect’)
  • Te corrigeren met cilinder

o Prisma: - Als de ogen niet goed samenwerken (bijv. forie) - Met een prisma kan de oogstand worden gecorrigeerd

Visusdaling: oorzaken:

  • Mediatroebelingen:

    • Hoornvlies
    • Voorste oogkamer (ontsteking, bloed)
    • Lens
    • Glasvocht (bloeding)
  • N. Opticus pathologie :

    • Neuritis (lichtflitsen, pijn)
    • Infarct (geen pijn)
    • Neuropathie (bij DM)
  • Retina pathologie:

    • In macula: erge visusdaling
    • Perifeer: veel minder visusdaling

Pu pilreacties:

o Direct: +/+ o Indirect: +/+ o RAPD: Relatief Afferent Pupil Defect

CA SUS:

  • Meneer , 80 jaar (1939)

  • VG : o 1939: congenitaal cataract (bij geboorte; waarschijnlijk vanwege Rubella moeder) o 1941: afakie ODS (verwijdering ooglens; vroeger kon je geen lens implanteren) o Diverse strabismus OK’s o Amblyopie OS (lui oog gebleven; OS heeft nooit goed leren kijken) o 1968: ablatio retinae OS (na trauma) o 1974: choroïdale bloeding OD o 1986: cerclage OD (bandje rond oog, om stevigheid te geven) o 1990: PVV (floater) OD (voor glasvochtloslating) o 1994: plombe OD (bandje rond oog, om stevigheid te geven)

  • Actueel : o LO Visus: § Vingers tellen: OD = 1/60ste § Lichtperceptie: OS = volledig blind oog (ziet zelfs geen licht) § Gezichtsveld: OD = temporale zijde beperkt gezichtsveld

  • Beloop in de tijd: o Zeer slechtziend geboren (hij wilde ‘licht’ pakken als klein kind) o Lenzen zijn aan beide ogen verwijderd (wegens congenitale staar) o Tegenwoordig krijg je dan een nieuwe lens, maar vroeger kon dit niet o Ook het kapsel is weggehaald, waardoor het glasvocht meer kan bewegen

en het netvlies meer los kan trekken à daarom heeft hij hier ook last van o Omdat het kapsel is weggehaald, kon hij later ook ge en nieuwe lens meer krijgen o Enkel het hoornvlies breekt het licht o Naar mate hij ouder werd, werd zijn gezichtsvermogen steeds beter (omdat het oog groeit à minder sterke +) o Hij ging naar een gewone school (wel voorin de klas zitten) o Hij had een sterke bril (+16 Dpt = dikke glazen, ter vervanging eigen lenzen) o Meerdere keren geopereerd aan scheelzien OD (die stond zeer esotropisch) o Laatste strabismus chirurgie was op 18-jarige leeftijd (toen redelijk recht gezet) o OD was een lui oog, maar kwalitatief eigenlijk wel het beste oog (kleurenzien) o Tot zijn 29ste heeft hij (voor zijn doen) goed kunnen zien o Toen kreeg hij een ellenboog in zijn linkeroog à scheur in netvlies o Geprobeerd te behandelen, hij moest toen 5 weken op zijn linkerzij stilliggen met ogen dichtgeplakt, maar 5 weken later bleek dit niet gelukt o Nog een keer geopereerd, maar het mocht niet baten o Tegenwoordig zijn dit soort behandelingen heel anders, nieuwe hechttechnieken waardoor het een dagbehandeling is ipv. weken stilliggen! o Op dit moment heeft hij +2 glazen en -1 cilinder o Nu heeft hij een multifocale bril (hoge additie aan de onderkant)

  • Functioneren ADL: o Je kunt geen diepte zien met 1 oog, maar wel een soort relatieve diepte (op 2 momenten een beeld zien à diepte inschatten) o Hij probeert zoveel mogelijk zelf te doen (ook trappen aflopen) o Hij vindt het erg moeilijk om met lichtverandering om te gaan à het duurt een aantal minuten voordat hij aan lichtverandering went (zelfs van bui ten naar binnen) o Hij fietst ook (maar wel waar hij bekend is); schemerlicht is het prettigst

DD: pijnlijk oog:

v Co rnea-pathologie: o Erosie/corpus alienum o Keratitis (bijv. herpes) o Ulcus

v U veïtis: o Klachten: § Ontstekingskenmerken (rubor , calor, dolor, functio laesia) o Soorten: § Uveï tis anterior (Iritis of i ridocyclitis (ook corpus ciliare aangedaan)) § Uveïtis intermediaire (vitritis, cyclitis, en pars plana aangedaan) § Uveïtis posterior (chorioditis of chorioretinitis) § Panuveïtis (hele oog aangedaan)

o Diagnostiek: § Anamnese (andere klachten etc.) à heel belangrijk! § Visus en refractie (zowel mec als sc!) § Spleetlamponderzoek § Aanvullend onderzoek

o Oorzaken uveïtis: § Infectieus: - Virus, bacterie - Toxoplasmose (à posterior) - Lyme (à anterior, intermediair, posterior) - Syphilis (à kan overal komen) - TBC (à meestal alleen posterior)

§ Auto -immuun (systemische ziekte): - Sarcoïdose (à anterior, intermediair, posterior) - HLA -B27 geassocieerd (Crohn, Psoriasis, Bechterew) (à vooral anterior) § Trauma: - Perforatie à infectie in oog § Endogeen: - Candida (bij immuungestoorde mensen; bijv. lijnsepsis)

à intermediair/posterior vaker een onderliggende oorzaak! à aanvullend onderzoek heel belangrijk! (mantoux, X-thorax, lab) à goed behandelen! (verschilt sterk per aandoening)

o Duur klachten: § Acuut § Suba cuut § Chronisch (>3 maanden)

Ø UVEITIS ANTERIOR:

§ Klachten : - Pijnlijk oog (bijna altijd eenzijdig) - Rood oog - Fotofobie (als de iris is ontstoken à pupil vernauwing doet pijn)

  • Visusdaling § Afwijkingen oog (> spleetlamp-onderzoek): à beide ogen! - Ontstekingscellen in voorste oogkamer - Beslag tegen cornea (Descemetstippen)

  • Neerslag van ontstekingsvocht aan binnenzijde hoornvlies

    • Verklevingen (synechien posteriores)
      • Als de iris gezwollen en ontstoken is kan deze gaan plakken aan de lens
      • Hierdoor vervormt de pupil
      • Pupil kan verwijden / lichtstijf worden
    • Soms: verhoogde oogdruk (secundair, vooral bij Herpesinfecties)

    § Aanvullend onderzoek : - Anamnese belangrijk! (bijkomende klachten, VG, familieanamnese) - X- thorax (TBC uitsluiten voordat je systemische corticosteroïden start!) - Lab (volgens richtlijnen)

  • Consult infectioloog/reumatoloog (voor diagnose en behandeling) § Oorzaken: - Reumatische aandoeningen (HLA-B27 +) à 25-50% van gevallen! - Sarcoïdose - Trauma (ook na OK) - Herpes (HSV en HZO)

(typisch bij Herpes: licht gaat dwars door iris heen)

§ Behandeling : - Afhankelijk van oorzaak (infectieus/auto-immuun) - Ontstekingsremmende medicatie (lokaal/systemisch) - Pijnbestrijding (à pupilverwijders; pupil beweegt niet meer = minder pijn) - Voorkomen verklevingen (à pupilverwijders) - Evt. oogdrukverlaging § Complicaties : - Chronisch verloop of recidief (vooral bij HLA-B27 geassocieerd) - Cystoid macula oedeem - Glaucoom - Cataract

o Kenmerkende oog-afwijkingen bij uveitis: § CMV -retinitis: - Zeldzame oorzaak uveitis - Bij mensen met hele lage weerstand - Necrotiserende retinitis - Veel schade en vasculitis - Helder: weinig ontsteking (omdat deze patiënten geen

ontstekingsreactie meer kunnen geven) - Geneest niet vanzelf - Systemische behandeling onderliggende ziekte & antivirale behandeling - Als opticus is betrokken: zeer slechte visus-prognose - Als complicatie kan netvliesloslating ontstaan

§ Netvliesloslating: - Als complicatie van ontsteking (bijv. na CMV)

§ Atypische staar: - Als complicatie van ontsteking

§ Hypopion: - Ontstekingsvocht (descemetbeslag) met veel eiwitten kan neerzakken - Onder het pupil zie je dan pus - Zie je soms bij uveitis - Vooral bij ziekte van Bechet (icm. aften, vasculitis, urogenitale ulcera)

§ Olie in oog: - Lijkt op hypopion, maar olie drijft dus zit juist bovenin - Bij netvliesoperatie gebruik je soms olie , moet je er wel weer uithalen!

v (E pi)Scleritis:

o Klachten: § Pijn staat op de voorgrond § Wakker worden met pijn o Soorten: § Nodulaire, sectorale episcleritis: - Is oppervlakkig (conjunctiva) - Na fenylefrine (vasoconstrictor) wordt oog minder rood

§ Anterieure niet-necrotiserende scleritis: - Diepere vaten ontstoken - Oog blijft rood na fenylefrine

§ Anterieure necrotiserende scleritis: - Sclera is zo dun dat je de pigmentlaag ziet - Zeld zaam - Vaak bij auto-immuun/reumatische aandoeningen /Wegener - Na glaucoomchirurgie

§ Scleromalacia perforans: - Progressie van necrotiserende scleromalacie met kans op perforatie

o Behandeling: § Immuuntherapie: - Erger proberen te voorkomen - Combinaties MTX, immuran, biologicals - Biologicals zijn heel effectief maar erg duur (eerst andere opties proberen)

College 3 maa 23 april week 4

‘College: Glaucoom’ – van Rijn

Glaucoom:

Wa t is glaucoom?

o Ziekte van de papil, van n. Opticus : - Papil = plaats waar oogzenuw het oog binnenkomt (diameter 1,5 mm) - Bij glaucoom wordt de excavatie (uitholling) steeds groter - Zenuwvezels verdwijnen steeds meer

  • Nor male Cup-to-Disk -ratio = 0.
  • Randstandig glaucoom: CD = 0.
  • Eindstadium glaucoom: CD = 1 (dan is er dus geen ‘cup’ meer over, alleen disk)

Gezichtsvelduitval:

o Aantasting van de papil en gezichtsveld komen overeen:

null
  • Omkering beeld (boven/onder en links/rechts)

o Progressieve gezichtsvelduitval:

  • Uitval breidt zich uit vanaf boogscotoom (I)
  • Centrale gezichtsveld blijft lang gespaard (want zenuwvezels lopen niet over macula)
  • Mensen hebben glaucoom daarom pas laat door (ze ervaren geen kokervisie)
  • Uiteindelijk ook centrale gezichtsvelduitval
  • Op tijd ingrijpen belangrijk: als het weg is, is het weg!

Ri sicogroepen glaucoom:

o Ouderen (meestal) - Vanaf 40 jaar stijgt kans op glaucoom - Lens wordt dikker (bij ouderen ca. 2x zo dik als jongeren) à eerder afsluiting o Jong v olwassenen (enkele keer) o Kinderen (heel afentoe)

Ve rschijnselen glaucoom:

o Open kamerhoek-glaucoom: § Ongemerkte gezichtsvelduitval (brein vult het in) § Mensen merken het pas als het het centrum nadert - GEEN kokervisie - WEL wazige stukjes, gemiste stukjes o Kamerhoek-afsluitings-glaucoom: § Plotseling: pijn, slecht zien, misselijk § Af en toe Halo’s zien

Di agnostiek glaucoom:

o Anamnese: - Familiair voorkomen - Medicatie (steroïden!) - Hart & Vaatziekten (hypotensie) - OSAS (slaapapneu à passagiere hypoxie oogzenuw à glaucoomschade)

o Oogdrukmeting: - >21 mmHg = statistisch verhoogd - Variatie over de dag - Relatie tussen oogdruk en glaucoom niet direct: § Hoge oogdruk leidt niet altijd tot glaucoom! § Bij 1/3 van glaucoompatiënten nooit verhoogde oogdruk gemeten!

o Imaging van de papil: - Spi egelen - Foto’s maken - Imaging technieken: HRT/OCT - Variatie over de dag

o Imaging van de maculastreek: - OCT - Verlies ganglioncellen correleert met glaucoomschade

o Gezichtsveldonderzoek: - Typische glaucoom-uitval: § Boogscotoom

§ Nasale Step

  • Progressie (verandering) : § Toenemende uitval met dit patroon is bewijzend voor glaucoom

Ø Belangrijk bij onderzoek: - Let op: andere ziekten kunnen lijken op glaucoom! - Kijk of plaats van verlies ganglioncellen (OCT) overeenkomen met plaats gezichtsvelduitval!

Be handeling glaucoom:

à De balans tussen oogdruk en perfusiedruk is verstoord (oogdruk te hoog of bldruk te laag) à Wat de oorzaak ook is, oogdrukverlaging helpt! (want je kan meestal niet de bldruk verhogen)

o Oogdruppels: § Werking: verlagen aanmaak, of bevorderen afvoer § Groepen : - Betablokkers - Prostaglandines - Koolzuur anhydraseremmers - Adrenerge stoffen - Cholinerge stoffen § Voordeel : risico’s zeer beperkt

§ Nadeel : soms onvoldoende werkzaam en veel (systemische) bijwerkingen § Bijwerkingen :

o Laser : § Open kamerhoekglaucoom : - Laser-trabeculo-plastiek - Lage energie: SLT = Selective Laser Trabeculoplasty - Werking:

o Bij kinderen : § Herstellen normale afvoer: - Werkt bij kinderen veel beter dan bij volwassenen - Betere prognose dan andere operatieve behandelingen - Verbinding maken tussen voorste oogkamer en kanaal van Schlemm - Doorsnijden van trabekelsysteem

Be langrijke feiten over glaucoom:

  • Therapietrouw is een groot probleem:

    • Omdat patiënten niets merken (in het begin), is therapietrouw lastig
    • Druppels moeten levenslang worden gebruikt, en hebben veel bijwerkingen
    • Maar: druppel overslaan geeft tijdelijk hogere druk à steeds meer schade
  • Familiair voorkomen:

    • Familieleden van glaucoompatiënten vanaf 40ste regelmatig naar oogarts!
    • Kinderen, broers, zussen
  • Steroïden (rond het oog) kunnen leiden tot blindheid!

    • Pas op voor zelfmedicatie
  • Een (te) lage bloeddruk kan leiden tot glaucoomschade:

    • Pas op voor overbehandeling bloeddruk bij ouderen
  • Denk aan mogelijke (vele) bijwerkingen van oogdruppels:

    • Bronchospasmen, ritmestoornissen, allergieën, dermatiti s, alopecia, droge mond, tinnitus, depressie, Raynaud, impotentie, sufheid, vermoeidheid, maag-darmstoornissen, duizeligheid, smaakstoornissen, slaapstoornissen
    • En nog veel meer

College 4 vrij 23 april week 4

‘College: Oogbewegingen, strabismus, neuro-oph talmologie’

– van Rijn & van de Ven

Neuro-oftalmologie:

Overzicht:

Onderzoeksintrumenten: (+ ANAMNESE!)

Gezichtsvelden: - Neurologische aandoeningen: - Respecteren verticale meridiaan - Dus OF rechts, OF links afwijking - Glauc oom: - Respecteren horizontale meridiaan - Vanwege de anatomie van bloedvaten en zenuwstelsels

  • Vasculaire afwijkingen:
    • Respecteren horizontale meridiaan
Was dit document nuttig?

WEEK4

Vak: Neurologie en oogheelkunde B15 (M_BNO16)

87 Documenten
Studenten deelden 87 documenten in dit vak
Was dit document nuttig?
149
College 1 maa 23 april week 4
College: VisusdalingMeenken
Normale visus:
Anatomie Oog:
Staafjes en kegeltjes:
o Staafjes:
- Lichtgevoelige cellen
- Verspreid over retina (vooral perifeer)
o Kegeltjes:
- Scherp zien
- Kleuren onderscheiden
- Vooral centraal (in macula)
à Belangrijk bij anamnese: ziet iemand slechter overdag, of juist in het donker?
Visuele functies:
Visus
Gezichtsveld
Kleurenzien
Contrast zien
Diepte zien