Meteen naar document
Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.

Arrest Meta Hofman - Hoge Raad - NJ 1983, 468

Vak

Arrest

391 Documenten
Studenten deelden 391 documenten in dit vak
Studiejaar: 2015/2016
Geüpload door:
Anonieme student
Dit document is geüpload door een student, net als jij, die anoniem wil blijven.
Technische Universiteit Delft

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Preview tekst

Meta Hofman-arrest

Onderwerpen - Noodweer  Artikelen - Art. 41 Sr

De feiten

De verdachte, een agent, en zijn collega komen op een melding af waar sprake lijkt te zijn van een persoon die glazen voorwerpen door het raam aan de straatzijde heeft gegooid. Al bij het naar boven gaan (in de woning) had verdachte zijn pistool doorgeladen. De vrees bestond dat sprake was van een vechtpartij. In de woning treffen zij een rommelige toestand aan en een versufte vrouw, naar later blijkt Meta Petronella Hofman, welke alcohol had genuttigd (het alcoholpromillage in haar bloed bleek 1,48 te zijn). Als de vrouw eindelijk een beetje bij kennis komt vraagt zij of ze wat water in de keuken mag gaan drinken. In plaats van iets te gaan drinken in de keuken, pakt zij daar een mes en komt op verdachte af terwijl ze zegt: ‘Ik steek je kapot / Schiet maar, ik ben toch sneller, ik steek je kapot’. Verdachte sommeerde de vrouw twee keer het mes neer te leggen en had tevens een waarschuwingsschot in het plafond gelost. De vrouw bleef echter op verdachte af komen. Deze deed vervolgens een stap achteruit en botste tegen zijn collega op. Hierdoor voelde verdachte zich ingesloten en schoot de vrouw van zeer korte afstand (anderhalve meter) door de borst/hartstreek, ten gevolge waarvan de vrouw komt te overlijden.

Rechtsvraag

Was er in casu sprake van doodslag of noodweer?

Overweging

Volgens de Hoge Raad had de verdachte zijn pistool al te vroeg getrokken, namelijk voordat de vrouw tot de overval was overgegaan. Dit was volgens de ambtsinstructie nog geen ‘schietwaardige situatie’. Maar het doel van het trekken van het wapen was om de vrouw tot bedaren te brengen. De verdachte kon niet voorzien dat dit een averechts effect zou hebben. Op het moment dat de vrouw met het mes op verdachte afkwam was er sprake van een (ogenblikkelijke en wederrechtelijke) aanranding en was er tevens geen mogelijkheid meer voor verdachte om achteruit te gaan, omdat zijn collega de weg versperde. Vervolgens heeft de verdachte ter verdediging het noodlottige schot afgevuurd, aangezien door de korte afstand en gebrek aan tijd (en andere oplossingen zoals het waarschuwingsschot geen effect hadden) geen andere verdediging meer mogelijk was. Gezien de situatie was er sprake van een noodzakelijke verdediging van zijn lijf tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding, waardoor zijn handelen niet strafbaar was. Daarnaast overwoog het gerechtshof nog dat terugtrekken niet past binnen een redelijke taakuitoefening van een agent en dat de opleiding/training van de verdachte om met deze situaties om te gaan ernstig te kort schoot.

Rechtsregel

Gezien de omstandigheden, met name de korte afstand en het gebrek aan tijd, heeft de verdachte niet strafbaar gehandeld. Geen sprake van doodslag, omdat hij zich kon beroepen op noodweer. Er was sprake van een noodzakelijke verdediging tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.

Relevante artikelen

Art. 41 Sr: Lid 1. Niet strafbaar is hij die een feit begaat, geboden door de noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding.

Art. 287 Sr: Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan doodslag, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Was dit document nuttig?
Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.

Arrest Meta Hofman - Hoge Raad - NJ 1983, 468

Vak: Arrest

391 Documenten
Studenten deelden 391 documenten in dit vak
Was dit document nuttig?

Dit is een preview

Wil je onbeperkt toegang? Word Premium en krijg toegang tot alle 2 pagina's
  • Toegang tot alle documenten

  • Onbeperkt downloaden

  • Hogere cijfers halen

Uploaden

Deel jouw documenten voor gratis toegang

Ben je al Premium?
Meta Hofman-arrest
Onderwerpen - Noodweer
Artikelen - Art. 41 Sr
De feiten
De verdachte, een agent, en zijn collega komen op een melding af waar sprake lijkt te zijn van een
persoon die glazen voorwerpen door het raam aan de straatzijde heeft gegooid. Al bij het naar boven
gaan (in de woning) had verdachte zijn pistool doorgeladen. De vrees bestond dat sprake was van een
vechtpartij. In de woning treffen zij een rommelige toestand aan en een versufte vrouw, naar later blijkt
Meta Petronella Hofman, welke alcohol had genuttigd (het alcoholpromillage in haar bloed bleek 1,48 te
zijn). Als de vrouw eindelijk een beetje bij kennis komt vraagt zij of ze wat water in de keuken mag gaan
drinken. In plaats van iets te gaan drinken in de keuken, pakt zij daar een mes en komt op verdachte af
terwijl ze zegt: ‘Ik steek je kapot / Schiet maar, ik ben toch sneller, ik steek je kapot. Verdachte
sommeerde de vrouw twee keer het mes neer te leggen en had tevens een waarschuwingsschot in het
plafond gelost. De vrouw bleef echter op verdachte af komen. Deze deed vervolgens een stap achteruit
en botste tegen zijn collega op. Hierdoor voelde verdachte zich ingesloten en schoot de vrouw van zeer
korte afstand (anderhalve meter) door de borst/hartstreek, ten gevolge waarvan de vrouw komt te
overlijden.
Rechtsvraag
Was er in casu sprake van doodslag of noodweer?
Overweging
Volgens de Hoge Raad had de verdachte zijn pistool al te vroeg getrokken, namelijk voordat de vrouw tot
de overval was overgegaan. Dit was volgens de ambtsinstructie nog geen ‘schietwaardige situatie’. Maar
het doel van het trekken van het wapen was om de vrouw tot bedaren te brengen. De verdachte kon niet
voorzien dat dit een averechts effect zou hebben. Op het moment dat de vrouw met het mes op
verdachte afkwam was er sprake van een (ogenblikkelijke en wederrechtelijke) aanranding en was er
tevens geen mogelijkheid meer voor verdachte om achteruit te gaan, omdat zijn collega de weg
versperde. Vervolgens heeft de verdachte ter verdediging het noodlottige schot afgevuurd, aangezien
door de korte afstand en gebrek aan tijd (en andere oplossingen zoals het waarschuwingsschot geen
effect hadden) geen andere verdediging meer mogelijk was. Gezien de situatie was er sprake van een
noodzakelijke verdediging van zijn lijf tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding, waardoor
zijn handelen niet strafbaar was. Daarnaast overwoog het gerechtshof nog dat terugtrekken niet past
binnen een redelijke taakuitoefening van een agent en dat de opleiding/training van de verdachte om
met deze situaties om te gaan ernstig te kort schoot.
Rechtsregel

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.