Was dit document nuttig?
Arrest CP'86 - Rb - NJ 1999, 337
Vak: Arrest
391 Documenten
Studenten deelden 391 documenten in dit vak
Universiteit: Universiteit van Amsterdam
Was dit document nuttig?
CP’86-arrest
Onderwerpen - Ontbinding en verbod van een partij
Artikelen - Artikel 2:20 BW
De feiten
CP’86 laat zich discriminerend uit over etnische minderheden. Dit doet zij onder andere door het
verspreiden van pamfletten en/of folders, tijdens televisie uitzendingen en tijdens twee spots van CP ’86
in het kader van de zendtijd voor politieke partijen.
Rechtsvraag
Kan CP’86 verboden en ontbonden worden op grond van art. 2:20 BW?
Overweging
De Hoge Raad veroordeelt de partij en haar bestuur. Dit is vervolgens ook de directe aanleiding voor de
ontbindingsvordering van CP’86. De Hoge Raad oordeelt dat de werkzaamheden van CP’86 (het
verspreiden van pamfletten en/of folders, de televisie uitzendingen en de spots) als enige doel het
aanzetten tot haat, dan wel het bevorderen van discriminatie van allochtonen hebben. Omdat dit in
strijd is met de openbare orde als bedoeld in art. 2:20 lid 1 BW is het mogelijk de partij te verbieden en
ontbonden te verklaren.
Rechtsregel
Op grond van art. 2:20 lid 1 BW kan een partij waarvan de werkzaamheden in strijd zijn met de openbare
orde verboden en ontbonden worden. Op grond van art. 2:20 lid 2 BW kan een partij waarvan het doel
in strijd is met de openbare orde ontbonden worden. De rechter moet deze maatstaf echter zeer
terughoudend toepassen en er is slechts sprake van strijd met de openbare orde wanneer de rechter
oordeelt dat beginselen van onze rechtsstaat dreigen te worden aangetast op een schaal die
ontwrichtend zou zijn voor onze samenleving. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld, zoals in casu, het
aanzetten tot haat en uitingen die verboden discriminatie inhouden.