Meteen naar document
Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.

Week 5 Gebiedsverboden

Werkgroep uitwerkingen week 5 met college aantekeningen
Vak

Privaatrecht in perspectief: strafrecht en privaatrecht (RGBUSTR014)

133 Documenten
Studenten deelden 133 documenten in dit vak
Studiejaar: 2022/2023
Geüpload door:
Anonieme student
Dit document is geüpload door een student, net als jij, die anoniem wil blijven.
Universiteit Utrecht

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Gerelateerde Studylists

S&pSRPRStrafrecht en privaat

Preview tekst

Week 8

Samenloop tussen strafrechtelijke en privaatrechtelijke

gebiedsverboden

Literatuur online te raadplegen

  • A. van Rooij, J. Bijlsma, A. Schilder & J. Smeehuijzen, ‘Bestrijding van voetbalgeweld. De civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke aanpak van voetbalgeweld geïntegreerd beschouwd’, Ars Aequi 2016, p. 809-819;
  • B.W. Jue-Volker, ‘Over gebieds- en locatieverboden in het strafrecht, bestuursrecht en privaatrecht’, Strafblad 2017, p. 491-497;
  • B. van der Vorm, ‘Rechtsbescherming tegen de cumulatie van privaatrechtelijke en strafrechtelijke gebiedsverboden’, Justitiële Verkenningen 2018, p. 41-57;
  • B.W. Jue-Volker, ‘Vrijheidsbeperking als strafrechtelijke sanctie’, Sancties 2018, p. 339-352.
  • B. van der Vorm, ́De uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid in artikel 174a Gemeentewet en de taak van de burgemeester als sheriff ́, Tijdschrift Bijzonder Strafrecht & Handhaving 2020, p. 157-160;
  • B. van der Vorm & P. van Duyne, ́De burgemeester als ́sheriff ́ in de aanpak van ondermijnende misdaad: op naar een wettelijke grondslag? ́, Tijdschrift voor Veiligheid 2020, p. 54-68.

Jurisprudentie - HR 26 januari 1990, NJ 1991/393, m. M. Scheltema; - Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 28 april 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1675; - Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 17 februari 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:570; - HR 12 april 2016, AB 2016/219, m. J. Brouwer & A. Wierenga; - In cassatie kan ervan worden uitgegaan dat het opleggen van een stadionverbod door de KNVB en het verbeuren van een geldboete aan de KNVB steunen op de standaardvoorwaarden die van toepassing zijn op de bij de koop van een toegangs- of seizoenskaart gesloten civielrechtelijke overeenkomst. Het opleggen van een stadionverbod en/of het verbeuren van de geldboete zijn slechts mogelijk ten aanzien van de koper van een toegangs- of seizoenskaart en louter ter zake van het — kort gezegd — in het kader van een voetbalwedstrijd niet-naleven van die voorwaarden, ook al kan de verdenking van het begaan zijn van een strafbaar feit wel de aanleiding vormen voor het opleggen aan hem van een stadionverbod en/of het verbeuren door hem van een geldboete. Voorts wordt een persoon aan wie door de KNVB een stadionverbod is opgelegd slechts beperkt in zijn bewegingsvrijheid gehinderd en is aan het verbeuren van een geldboete rechtens geen vervangende hechtenis verbonden. Gelet hierop kan de toepassing van deze maatregelen door de KNVB niet worden aangemerkt als een 'criminal charge' als bedoeld in art. 6 EVRM (vgl. de criteria genoemd in EHRM 8 juni 1976, nr. 5370/72, Engel tegen Nederland, NJ 1978/223 ). Het oordeel van het Hof dat erop neerkomt dat het Openbaar Ministerie het recht tot strafvervolging van de verdachte niet verliest door de enkele omstandigheid dat in

verband met hetzelfde feit een stadionverbod is opgelegd en een geldboete is verbeurd, is dus juist. -

  • EHRM 15 november 2016, AB 2017/188, m. T. Barkhuysen & E. van Emmerik ( A. en B. t. Noorwegen )

Leeswijzer Deze week staat het onderwerp ‘gebiedsverboden’ centraal. De aanpak van misdaad is niet uitsluitend een taak van het strafrecht, maar ook worden het bestuursrecht en het privaatrecht ingezet om te voorkomen dat misdaad of overlast-gevend gedrag plaatsvindt. Dit wordt aangeduid als de integrale aanpak. Inmiddels wordt de integrale aanpak toegepast op verschillende vormen van misdaad. Een van de meest bekende voorbeelden hiervan is de integrale aanpak van de ondermijnende criminaliteit. Een belangrijk kenmerk van de integrale aanpak is dat zowel strafrechtelijk, bestuursrechtelijk en privaatrechtelijk kan worden gereageerd. De toepassing van de integrale aanpak mag er niet toe leiden dat de betrokkene dubbel wordt bestraft; er dient met andere woorden rechtsbescherming te worden geboden tegen cumulatie van bestraffende sancties. Zo is cumulatie tussen een oplegging van een bestuurlijke boete en een strafrechtelijke vervolging wegens hetzelfde feit niet mogelijk, omdat beide sancties bestraffend van aard zijn. Dit ligt anders ten aanzien van de bestuurlijke gebiedsverboden. De oplegging van bestuurlijke gebiedsverboden kunnen bezwaarlijk worden aangemerkt als een ‘criminal charge’, waardoor de mate van rechtsbescherming afwijkt van de procedure tot oplegging van strafrechtelijke gebiedsverboden. Samenloop tussen een bestuurlijk en een strafrechtelijk gebiedsverbod is evenwel niet – altijd – mogelijk, zo blijkt uit artikel 172a, vijfde lid, Gemeentewet. De materie omtrent samenloop van bestuurlijke en strafrechtelijke gebiedsverboden redelijk lijkt te zijn uitgekristalliseerd, maar geldt dit ook voor de cumulatie tussen privaatrechtelijke en strafrechtelijke gebiedsverboden? Er is gewezen op mogelijke problematische aspecten van de samenloop tussen privaatrechtelijke en strafrechtelijke gebiedsverboden. Zo blijkt nog enige onduidelijkheid te bestaan over de al dan niet bestraffende aard van een privaatrechtelijk gebiedsverbod. Deze kwestie wordt nader onderzocht aan de hand van twee soorten privaatrechtelijke gebiedsverboden, namelijk het stadionverbod en de collectieve horecaontzegging.

Leerdoelen Na bestudering van de literatuur en de jurisprudentie en het volgen van de colleges dient u: - Kennis te hebben van de grondslagen en doeleinden van de strafrechtelijke en privaatrechtelijke gebiedsverboden; - Kennis te hebben van de gronden waarop een onderscheid wordt gemaakt tussen straffen en privaatrechtelijke sanctionering; - Kennis te hebben van de samenloopregeling ten aanzien van de oplegging van strafrechtelijke en privaatrechtelijke gebiedsverboden; - Te kunnen beargumenteren of een cumulatie tussen strafrechtelijke en privaatrechtelijke gebiedsverboden rechtmatig is, aan de hand van een casus.

Opdracht 3 a. Joost heeft deelgenomen aan rellen voor aanvang van een voetbalwedstrijd, maar heeft geen geweld gebruikt. Na afloop van de rellen begeeft Joost zich naar het stadion. De toegang wordt hem na het tonen van zijn kaartje door een steward van het stadion geweigerd, omdat de politie de steward heeft verteld dat Joost bij de rellen betrokken is geweest. Joost stelt echter dat de steward dat niet zomaar mag doen. Klopt die stelling van Joost? Waarom wel / niet? Grondslag; Art. 10 Standaardvoorwaarden KNVB: In strijd handelen met deze voorwaarden etc. kan leiden tot ontzegging toegang tot het stadion. 10 ziet op stadionverbod, niet ontzegging toegang. b. Stelling: ‘Dat in artikel 172a lid 3 Gemeentewet het primaat voor het uitvaardigen van (onder andere) een gebiedsverbod bij de officier van justitie wordt gelegd is logisch vanuit het oogpunt van een effectieve bestrijding van voetbalgeweld.’ Noem één argument voor of tegen deze stelling. Voor: Efficientie: OvJ kan over het hele land beslissingen maken en een burgemeester slechts per gemeente. Tegen: Handhaving openbare orde ligt eigenlijk bij burgemeester en niet de OvJ. c. In hoeverre kan de oplegging van een privaatrechtelijk stadionverbod worden aangemerkt als een ‘criminal charge’? Niet, vanwege stand van zaken jurisprudentie kan je dit niet aanmerken als criminal charge.

Opdracht 4 Noem twee wettelijke grondslagen voor het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen, door de bestuurlijke dan wel strafrechtelijke overheid, waardoor een persoon een gebiedsverbod kan worden opgelegd. In hoeverre kunnen deze gebiedsverboden gezamenlijk worden opgelegd? Art. 14c Sr, art. 509hh Sv etc. 5:44 Awb is alleen in geval van bestuurlijke boete!

Opdracht 5 Van Rooij, Bijlsma, Schilder & Smeehuijzen vragen zich in het artikel ‘Bestrijding van voetbalgeweld’ af in hoeverre sprake is van voldoende waarborgen om te voorkomen dat een overreactie ontstaat op hetzelfde incident. Welke rol is volgens deze auteurs weggelegd voor het evenredigheidsbeginsel? Betrek in uw antwoord de relevantie van EHRM 15 november 2016, ECLI:CE:ECHR:2016:1115JUD002413011 ( A. en B. tegen Noorwegen ).

De rol die zij zien weggelegd is: balans vinden tussen KNVB zal zich in principe niet houden aan evenredigheidsbeginsel want privaatrechtelijke partij etc. Alle betrokkenen partijen moeten streven naar een evenredige uitkomst.

Opdracht 6 In hoeverre heeft de burgemeester een (wettelijke) taak als sheriff, wanneer de burgemeester een gebiedsverbod oplegt. Maak bij de beantwoording van deze vraag gebruik van de voorgeschreven literatuur. Handhaving openbare orde art. 172a Gemw.

Burgemeester als crime fighter gaat zijn bevoegdheid te buiten; slechts handhaving openbare orde. En dus niet strafrechtelijke bevoegdheid om verdergaand te handelen. Wel lichte ontwikkeling dat zij in plaats van slechts op straat, ook achter de voordeur gaan handhaven.

Aantekeningen

  • Integrale aanpak van misdaad
  • Vormen van strafrechtelijke gebiedsverboden
  • Vormen van privaatrechtelijke gebiedsverboden
  • Cumulatie tussen strafrechtelijke en privaatrechtelijke gebiedsverboden
  • Afsluitende opmerkingen

De integrale aanpak van misdaad Veel aandacht voor integrale aanpak van ondermijning

⇒Wat is ondermijning? “Crimineel handelen dat de potentie heeft om sluipenderwijs een

zodanige en economische invloed te ontwikkelen, dat het de fundamenten van de rechtsstaat kan ondermijnen en daarmee ook de veiligheid en integriteit van de samenleving” (Tops & Schilders 2016, p. 12)

⇒‘Ondermijning’ kent geen internationale tegenhanger: lijkt een vervanger te zijn van het begrip ‘georganiseerde misdaad’  Terrorisme heeft een politiek doel, ondermijning niet per se.  Geen ondermijning, overtredingen

⇒Integrale aanpak: combinatie strafrecht, bestuursrecht, privaatrecht, fiscaal recht

Integrale aanpak en gebiedsverboden - Integrale aanpak van voetbalgeweld ⇒o. toepassing van gebiedsverboden

  • Integrale aanpak van horecageweld => o. toepassing van gebiedsverboden

Locatieverbod is enger dan gebiedsverbod.

Vormen van strafrechtelijke gebiedsverboden Het gebiedsverbod krachtens artikel 509hh Sv (Voetbalgeweld) ⇒Opgelegd door officier van justitie ⇒Gedragsaanwijzing: o. gebiedsverbod ⇒Verdachte tegen wie ernstige bezwaren bestaan ⇒Opgelegd tijdens opsporingsonderzoek

⇒Artikel 68 Sr niet van toepassing

⇒Gaat om ne bis in idem-beginsel - ‘Ne bis in idem’ speelt een rol bij cumulatie tussen twee bestraffende sancties. - Is een strafrechtelijk gebiedsverbod altijd bestraffend? - Is een privaatrechtelijk gebiedsverbod bestraffend?

Bestraffende strafrechtelijke gebiedsverboden - Het gebiedsverbod van artikel 509hh Sv? Discussie - Het gebiedsverbod van artikel 257a Sv? Ja - Het gebiedsverbod van artikel 14c Sr? Ja - Het gebiedsverbod van artikel 80 Sv? Nee, maatregel - Het gebiedsverbod van artikel 38v Sr? Discussie

  • Engel-criteria: ‘criminal charge’ hangt hiermee samen ⇒Is de handhaving van de overtreden norm naar geldend recht als strafrechtelijk aan te merken? ⇒Wat is de aard van de verweten handeling? ⇒Wat zijn de aard en de zwaarte van de sanctie die met de overtreding wordt geriskeerd?

 Verschil hangt van het doel af, ondanks dat het feitelijk hetzelfde is.  Doel staat voorop!!

  • Het stadionverbod? ⇒HR 12 april 2016, AB 2016/219, m. J. Brouwer & A. Wierenga ⇒Geen ‘criminal charge’ (r. 2.3) ⇒Bestraffing wordt niet beoogd (herhaling voorkomen) •
  • De collectieve horecaontzegging? ⇒Hof ‘s-Hertogenbosch 17 februari 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017: ⇒Geen ‘criminal charge’ ⇒Bestraffing wordt niet beoogd (herhaling voorkomen)

Cumulatie strafrechtelijke en privaatrechtelijke gebiedsverboden - Jurisprudentie van HR laat geen belemmeringen zien! - EHRM 15 november 2016, AB 2017/188, m. T. Barkhuysen & M. Van Emmerik (A. en B. tegen Noorwegen) ⇒Dienen de verschillende sancties complementaire doelen? ⇒Is de cumulatie van de procedure voorzienbaar? ⇒Werken de verschillende betrokken autoriteiten samen? ⇒Is het totaalpakket aan sancties evenredig? Hirsch Ballin (2017): vraag is of sprake is van een coherent systeem en sancties evenredig zijn. Het al dan zijn van een ‘criminal charge’ is niet meer relevant. Kanttekening: Nederlandse regelgeving biedt meer rechtsbescherming

Afsluitende opmerkingen - Niet alle strafrechtelijke gebiedsverboden zijn bestraffend - Tot op heden worden privaatrechtelijke gebiedsverboden niet als bestraffend aangemerkt - Volgens rechtspraak is cumulatie tussen een privaatrechtelijk gebiedsverbod en een strafrechtelijke vervolging niet problematisch - EHRM ‘A. en B. tegen Noorwegen’ belangrijk om in de gaten te houden.

Er is een spanning tussen art. 5:44 Awb en rechtspraak van EHRM Voor NL is 5:44 Awb leidend en zou meer bescherming bieden dan EHRM uitspraak

Was dit document nuttig?
Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.

Week 5 Gebiedsverboden

Vak: Privaatrecht in perspectief: strafrecht en privaatrecht (RGBUSTR014)

133 Documenten
Studenten deelden 133 documenten in dit vak

Universiteit: Universiteit Utrecht

Was dit document nuttig?

Dit is een preview

Wil je onbeperkt toegang? Word Premium en krijg toegang tot alle 8 pagina's
  • Toegang tot alle documenten

  • Onbeperkt downloaden

  • Hogere cijfers halen

Uploaden

Deel jouw documenten voor gratis toegang

Ben je al Premium?
Week 8
Samenloop tussen strafrechtelijke en privaatrechtelijke
gebiedsverboden
Literatuur online te raadplegen
A.E. van Rooij, J. Bijlsma, A.E. Schilder & J.L. Smeehuijzen, ‘Bestrijding van
voetbalgeweld. De civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke aanpak van
voetbalgeweld geïntegreerd beschouwd’, Ars Aequi 2016, p. 809-819;
B.W.A. Jue-Volker, ‘Over gebieds- en locatieverboden in het strafrecht, bestuursrecht
en privaatrecht’, Strafblad 2017, p. 491-497;
B. van der Vorm, ‘Rechtsbescherming tegen de cumulatie van privaatrechtelijke en
strafrechtelijke gebiedsverboden’, Justitiële Verkenningen 2018, p. 41-57;
B.W.A. Jue-Volker, ‘Vrijheidsbeperking als strafrechtelijke sanctie’, Sancties 2018, p.
339-352.
B. van der Vorm, ´De uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid in artikel 174a
Gemeentewet en de taak van de burgemeester als sheriff´, Tijdschrift Bijzonder
Strafrecht & Handhaving 2020, p. 157-160;
B. van der Vorm & P.C. van Duyne, ´De burgemeester als ´sheriff´ in de aanpak van
ondermijnende misdaad: op naar een wettelijke grondslag?´, Tijdschrift voor
Veiligheid 2020, p. 54-68.
Jurisprudentie
HR 26 januari 1990, NJ 1991/393, m.nt. M. Scheltema;
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 28 april 2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1675;
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 17 februari 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:570;
HR 12 april 2016, AB 2016/219, m.nt. J.G. Brouwer & A.J. Wierenga;
In cassatie kan ervan worden uitgegaan dat het opleggen van een stadionverbod door
de KNVB en het verbeuren van een geldboete aan de KNVB steunen op de
standaardvoorwaarden die van toepassing zijn op de bij de koop van een toegangs- of
seizoenskaart gesloten civielrechtelijke overeenkomst. Het opleggen van een
stadionverbod en/of het verbeuren van de geldboete zijn slechts mogelijk ten aanzien
van de koper van een toegangs- of seizoenskaart en louter ter zake van het kort
gezegd in het kader van een voetbalwedstrijd niet-naleven van die voorwaarden,
ook al kan de verdenking van het begaan zijn van een strafbaar feit wel de aanleiding
vormen voor het opleggen aan hem van een stadionverbod en/of het verbeuren door
hem van een geldboete. Voorts wordt een persoon aan wie door de KNVB een
stadionverbod is opgelegd slechts beperkt in zijn bewegingsvrijheid gehinderd en is
aan het verbeuren van een geldboete rechtens geen vervangende hechtenis verbonden.
Gelet hierop kan de toepassing van deze maatregelen door de KNVB niet worden
aangemerkt als een 'criminal charge' als bedoeld in art. 6 EVRM (vgl. de criteria
genoemd in EHRM 8 juni 1976, nr. 5370/72, Engel tegen Nederland, NJ 1978/223 ).
Het oordeel van het Hof dat erop neerkomt dat het Openbaar Ministerie het recht tot
strafvervolging van de verdachte niet verliest door de enkele omstandigheid dat in
1

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.