Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.
Was dit document nuttig?
Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.
Samenvatting van vloeistofmechanica deel 1
Vak: Fluid Mechanics (CTB2110)
228 Documenten
Studenten deelden 228 documenten in dit vak
Universiteit: Technische Universiteit Delft
Was dit document nuttig?
Dit is een preview
Wil je onbeperkt toegang? Word Premium en krijg toegang tot alle 8 pagina's
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Ben je al Premium?
1
Stoffen
• Vaste stoffen: vloeien niet. Voor schuifspanning komt er een kleine eindige
vervorming.
• Vloeistoffen en gassen vloeien wel. De schuifspanning geeft aanleiding tot
voortgaande vervorming met eindige snelheid.
• Vloeistoffen: zijn makkelijk vervormbaar, niet compressibel! Vrij oppervlak!
• Gassen: vervormbaar en compressibel
• Ideale vloeistof is onsamendrukbaar, heeft
geen inwendige wrijving en geen
schuifspanningen en viscositeit.
• Newtonse vloeistof: schuifspanning
varieert lineair met de vervormingssnelheid
• Binghamse vloeistof: gedraagt zich als een
vaste stof totdat de kritieke waarde van
schuifspanning bereikt wordt, waarna vloei
optreedt (plastisch gedrag), en de
schuifspanning lineair varieert met de
vervormingssnelheid.
• Plastische vloeistof: gedraagt zich lang als
een vaste stof maar bij sterke schuifspanningen vervormt deze.
• Niet-Newtonse vloeistof: de viscositeit verandert wanneer je deze vloeistof in
beweging brengt (bv. bloed, viscositeit neemt af wanneer de vervormingssnelheid
toeneemt)
Stromingen
• Stationaire stroming: onafhankelijk van de tijd,
= 0. De jaargetijden zijn
bijvoorbeeld niet stationair.
• Uniforme/homogenestroming: onafhankelijk van de plaats,
= 0. Een stroming is
niet-uniform bij bijvoorbeeld abrupte verwijdingen of vernauwingen (immers, de
stroming zal versnellen tgv de versmalling en is dus afhankelijk van de plaats).
• Eenparigestroming: versnelling is 0
• Laminairestroming: in ‘laagjes’, Re << 1, kan bovenstaande 3 zijn!
• Turbulente stroming: bevat tijdsafhankelijke snelheidsfluctuaties, Re>>1
o Turbulente middeling Stromingen in rivieren zijn vrijwel altijd turbulent. Als de
middelingsduur T echter zo groot wordt gekozen dat het resultaat van de
middeling statisch stabiel is (T enkele minuten), dan kan de stroming stationair
(en/of) uniform zijn.
• Stroombuis: stroomlijnen die door alle punten van een gesloten kromme gaan. Bij 2
dimensies heet dit een stroomstrook.
• Volumestroom volume dat door oppervlak stroomt p.e.v. tijd, debiet Q in m
3
/s = U*A
• Massastroomhoeveelheid massa dat door oppervlak stroomt p.e.v. tijd, S = Q*ρ
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.