Meteen naar document
Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.

Werkgroep 2, uitwerkingen - Inbeslagnemen, binnentreden & doorzoeken

Vak

Straf(proces)recht I (JUR-2STR1)

999+ Documenten
Studenten deelden 1649 documenten in dit vak
Studiejaar: 2013/2014
Geüpload door:
Anonieme student
Dit document is geüpload door een student, net als jij, die anoniem wil blijven.
Radboud Universiteit Nijmegen

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Gerelateerde Studylists

strafrecht vu

Preview tekst

Week 2 Straf(proces)recht: Inbeslagnemen, binnentreden & doorzoeken

  1. Dwangmiddelen algemeen

    1. Het Wetboek van Strafvordering kent de volgende dwangmiddelen: Staande houden (artikel 52 WvSv.), Aanhouding bij heterdaad (Artikel 53 WvSv.), Aanhouding buiten heterdaad (Artikel 54 WvSv.), Betreding plaats ter aanhouding (Artikel 55 WvSv.), Doorzoeking plaats ter aanhouding (Artikel 55a WvSv.), Vaststellen identiteit (Artikel 55c WvSv.), Onderzoek aan lichaam of kleding (Artikel 56 WvSv.)en inverzekeringstelling (Artikel 57 WvSv.).
    2. De dwangmiddelen maken een inbreuk op de mensenrechten genoemd in Artikel 5 en 8 EVRM, daarom moet ook bij het inzetten van een dwangmiddel strikt voldaan worden aan de vereisten die hiervoor gelden.
  2. Herhaling inbeslagneming en aanhouding

    1. Inbeslagneming is het onder zich nemen of gaan houden van enig voorwerp ten behoeve van de strafvordering (art. 134 lid 1 WvSv.). Volgens artikel 94a lid 5 WvSv. komen alle zaken (artikel 3:2 BW: voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten) en alle vermogensrechten in aanmerking voor inbeslagneming. Maar ook voorwerpen die toebehoren aan derden kunnen worden verbeurd verklaar volgens art. 33a lid 2 Sr.
    2. Artikel 95 Sv.: a. Door eenieder mag de bevoegdheid worden uitgeoefend tevens de opsporingsambtenaar b. Tegen de verdachte (artikel 27 Sv.): feiten & omstandigheden c. De bevoegdheid mag worden gebruikt bij ontdekking op heterdaad (artikel 53 Sv.) d. De bevoegdheid mag worden toegepast met het doel om het onder zich nemen of gaan houden van een voorwerp ten behoeve van de strafvordering (art. 134 lid 1 Sv.)

Artikel 96 Sv: a. Door een opsporingsambtenaar mag de bevoegdheid worden uitgevoerd b. Tegen de verdachte (artikel 27 Sv.): feiten & omstandigheden c. De bevoegdheid mag worden gebruikt in geval van ontdekking op heterdaad of in geval van verdenking van een misdrijf omschreven als in artikel 67 lid 1 Sv. (artikel 55 jo. 55a Sv.) d. De bevoegdheid mag worden toegepast met het doel om het onder zich nemen of gaan houden van een voorwerp ten behoeve van de strafvordering (art. 134 lid 1 Sv.)

Artikel 104 Sv.: a. Door een rechter-commissaris mag de bevoegdheid worden uitgevoerd b. Tegen de verdachte (artikel 27 Sv.): feiten & omstandigheden c. De bevoegdheid mag worden gebruikt in het kader van een gerechtelijk vooronderzoek tevens mag hij dit ook doen als hij al enig onderzoek in de zaak heeft verricht. d. De bevoegdheid mag worden toegepast met het doel om het onder zich nemen of gaan houden van een voorwerp ten behoeve van de strafvordering (art. 134 lid 1 Sv.)

  1. De inbeslagneming is toepasselijk voor de inbeslagneming vatbare voorwerpen (artikel 96a lid 1 Sv.). Tevens mag een uitleveringsbevel niet worden gegeven aan de verdachte (artikel 96a lid 2 Sv.). Tevens kan de rechter-commissaris een uitlevering bevelen (artikel 105 Sv.).
  2. Het wetboek van Strafvordering bevat de volgende vormen van aanhouding: Aanhouding bij heterdaad (artikel 53 Sv.) en aanhouding buiten heterdaad (artikel 54 Sv.). Aanhouding op heterdaad (artikel 53 Sv.):
  • Een ieder
  • Tegen de verdachte (artikel 27 Sv.): feiten & omstandigheden
  • Op heterdaad
  • Met als doel het leiden naar een plaats van verhoor

Aanhouding buiten heterdaad (artikel 53 Sv.): - (hulp-)OvJ en ieder opsporingsambtenaar - tegen de verdachte (artikel 27 Sv.): feiten & omstandigheden - Voor elk strafbaar feit - Onderzoeksbelang

2 Casusvraag Art. 96a lid 3 Sv. geeft aan welke personen niet verplicht zijn aan het bevel te voldoen op grond van hun bevoegdheid tot verschoning. Hieronder vallen de personen als in artikel 218 (de geheimhouders). De arts in de casus is een geheimhouder en hij zal dus niet hoeven mee te werken aan het bevel tot uitlevering.

  1. Betreden en doorzoeken
    1. Bij een bevoegdheid tot binnentreden mag men slechts zoekend rondkijken, alwaar met de handen op de rug. De machtiging tot binnentreden behelst de bevoegdheid zich de toegang tot en doorgang tot enig vertrek in de woning te verschaffen, arrest Tussendeur. Voor de bevoegdheid tot doorzoeking is weer een andere machtiging nodig. Indien men met slechts een machtiging tot binnentreden toch gaat doorzoeken , is er een kans op consequenties zoals bewijsuitsluiting (arrest Afvoerpijp).
    2. Daarin staat de grenzen van binnentreden en doorzoeken.
    3. Artikel 55 Sv.: a. Een ieder b. Verdachte (artikel 27 Sv.): feiten & omstandigheden c. Ontdekking op heterdaad d. Onderzoeksbelang e. Elke plaats, met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner en de plaatsen genoemd in artikel 12 Algemene wet op binnentreden.

Artikel 55a Sv.: a. Opsporingsambtenaar met een machtiging van de OvJ b. Verdachte (artikel 27 Sv.): feiten & omstandigheden c. Ontdekking op heterdaad of een verdenking van een misdrijf zoals genoemd in artikel 67 lid 1 Sv. d. Onderzoeksbelang e. Elke plaats

3 casusvraag Volgens artikel 55a Sv. mag iedere opsporingsambtenaar elke plek doorzoeken in geval van ontdekking op heterdaad. Echter heeft deze een machtiging nodig van OvJ. Hier is wel een uitzondering op, namelijk in gevallen van dringende noodzakelijkheid. In casus is hier geen spraken van. Er is niemand bedreigd, tevens is er geen wapen gezien. De doorzoeking heeft dus niet rechtsgeldig plaats gevonden. Wanneer het een gevaar vormt voor een bewoner of goederen dan heb je dringende noodzaak (bv. een wapen of bedreiging), maar als het gaat gewoon om een persoon in je woning gaat het niet om een dringende noodzakelijkheid. De politie heeft in casus alleen de bevoegdheid om de woning te betreden. Wanneer er haast is en de opsporingsambtenaren hebben geen machtiging gekregen dan moeten ze toestemming krijgen van de bewoner en anders de Awbi machtiging van de (h-)OvJ.

moet bij wet zijn voorzien, 2) in een democratische samenleving noodzakelijk (toets van proportionaliteit en subsidiariteit) en 3) het moet een bepaald belang dienen.

Fouillering - Strafvordelijke fouillering (ten behoeve van de waarheidsvinding art. 56/195 Sv., art. 9 Opw. en art 52 WWM). Tegen wie? Verdachte + ernstige bezwaren Grond? Onderzoeksbelang - Identificatiefouillering (art. 55b lid 2 Sv,) - Veiligheidsfouillering (art. 7 lid 3 en 4 Politiewet 2012) - Insluitingsfouillering (art. 29 en 31 Pbw)

Fouilleringsvormen - Aan kleding (art. 56 lid 4 Sv. jo. art 9 Opw. (opsporingsambtenaar) - Aan lichaam (art. 56 lid 1 Sv. (h)OvJ) - In lichaam art. 56 lid 2 Sv. (OvJ)

Betreden vs. doorzoeken

Betreden: Zoekend rondkijken in alle vertrekken (zie Afvoerpijp NJ 2004, 376 (r. 4) en Tussendeur NJ 2007, 9) = toegang en doorgang. Kijken doe je met je ogen (dus handen op de rug).

  • HR 21 oktober 2003, NJ 2007, 9 (Tussendeur), r. 4:  Forceren tussendeur alleen maakt echter nog geen doorzoeking, valt af te leiden uit de tekst van art. 9 Awbi.  Betreding omvat - indien dit redelijkerwijs noodzakelijk is - toegang tot alle onderdelen van de plaats.

Doorzoeken: Meer dan zoekend rondkijken (in ieder geval stelselmatig en gericht zoeken).

  • HR 21 december 2010, NJ 2011, 24 (Openen kast), r. 2:  Openen gesloten kastdeur gaat verder dan zoekend rondkijken.

Zie ook artikel van Claessen en de Vocht. De Regeling inzake het betreden en doorzoeken van plaatsen en woningen verduidelijkt. Ars Aequi 2012, p. 317 e.

Hoe ingrijpender de maatregel hoe hoger de autoriteiten moeten zijn die de bevoegdheid kunnen verlenen (hoe ingrijpender hoe strenger de eisen zijn).

Rechtmatig betreden of doorzoeken 1. Wat willen ze doen? Wordt er betreden of doorzocht? a. Betreden: art. 55/96 Sv./9 Opw. b. Doorzoeken: art. 55a/96b/96c/97/110 Sv./49 WWM 2. Op grond van de algemene wet (Sv.) of bijzondere wet (bv. Opw. of WWM)? 3. Waar? woning? a. Definitie: van een woning is sprake als degene wiens privacy dient te worden beschermd in de betrokken ruimte zijn privaat-huiselijk leven leidt ('tandenborstelcriterium'). Een tijdelijke afwezigheid betekend niet dat het niet meteen geen woning meer is. Het is erg afhankelijk van het geval.

b. Voor betreden van een woning gelden zwaardere eisen: 1. Of ondubbelzinnige toestemming bewoner 2. Of wettelijke bevoegdheid tot binnentreden zonder toestemming en - indien opsporingsambtenaar- Awbi machtiging (geldt art. 55 lid 2 Sv/ 96/ 9 Ow/ 49 WWM). Leden van de rechterlijke macht geen Awbi machtiging behoeven (de wet maakt hier echter soms uitzonderingen op). Let op!: geen Awbi machtiging nodig in geval van art. 55a lid 2 Sv. of 87 lid 4 Sv.

Let op!: alleen met toestemming (dus geen dwang) i.g. art. 55 lid 1/ 96b/ 96c Sv.

Arrest Woning: Hoe wordt getoetst of het gaat om een woning?

Het is doorslaggevend wat de rechter achteraf oordeelt of het gaat om een woning. Het moet

objectiverend zijn. Wanneer er uit gegaan wordt van de goede trouw is er sprake van een plaats en

geen woning (dit kan er wel toe leiden dat het bewijs niet wordt uitgesloten).

1. Het doel?

a. Aanhouden (art, 55/ 55a Sv.) of inbeslagnemen (art. 96/ 96b/ 96c/ 97/ 110 Sv)

2. Proportionaliteit en subsidiariteit! (Braak bij binnentreden, NJ 1979, 142)

--> Bevoegdheid vastgesteld: dan altijd rijtje 'door wie': 'tegen wie', 'geval' en 'grond'. Het is met

name 'tegen wat' en wat je dan precies moet doen (je hoeft hier niet per se verdachte voor te zijn).

Inbeslagneming --> Na inzet steundwangmiddel (fouilleren, betreden of doorzoeken) - Definitie: art. 134vlid 1 Sv. - Dwangmiddel, maakt inbreuk op het genotsrecht van het eigendom van de burger (art. 1 Eerste Protocol EVRM). - Tegen wie? In beginsel een ieder, dus ook 'tegen' slachtoffer - Wat? Art. 94a lid 5 Sv.: 'alle voor inbeslagneming vatbare voorwerpen'

Inbeslagneming (2) - Grond?  Waarheidsvinding: - Opheldering van het feit - Aantonen wederrechtelijk verkregen voordeel  Conservatoir beslag (let op! Voor 94a Sv. - machtiging R-C nodig (art. 103 Sv,) - Voorwerpen voor verbeurdverklaring of onttrekking (art. 94 lid 2 Sv.) - Voorwerpen voor verhaal geldboete (art. 94a lid 1 Sv.) - Voorwerpen voor verhaal wederrechtelijk verkregen voordeel - Tegen wie, wat en grond gelden in alle gevallen inbeslagneming - Beantwoording vragen wie bevoegd en in welk geval is afhankelijk van specifieke bevoegdheid - Bevoegdheid of inbeslagneming artikelen 95/96/104 Sv/art. 9 Opw./art. 52 WWM

  1. Grond: onderzoeksbelang e. Burgers mogen deelnemen aan infiltratie, pseudokoop en -dienstverlening, het werken als informanten dit moeten zij doen onder gezag van de politie.

  2. Algemene vragen en vragen naar aanleiding van jurisprudentie a. In artikel 126ff lid 1 Sv. is bepaald dat een opsporingsambtenaar verplicht is om over te gaan tot inbeslagneming. Wel mag de inbeslagneming worden uitgesteld. b. -

  3. Algemene vragen a. Opsporingsambtenaren zijn bevoegd om gegevens van derden te vorderen. Het gaat om de volgende soorten gegevens: identificerende, andere (opgeslagen of vastgelegde, bv. rekeningnummers), toekomstige en gevoelige. b. Deze bevoegdheden maken een inbreuk op de mensenrechten van artikel 8 EVRM.

  4. Casusvragen a. De opsporingsambtenaar kan deelnemen aan de chat doordat hij bevoegdheden heeft om als infiltrant te werken (art. 126h lid 1 Sv.). Hierbij maakt het wel uit of hij er toevallig op stuit of dat hij gericht aan het zoeken is, want wanneer hij gericht aan het zoeken is naar de porno dan moet hij zijn bevoegdheid afleiden uit het stelselmatig inwinnen van informatie. Het maakt hierbij niet uit hoe actief hij deelneemt aan de chat, als dit vereist is voor de chat dan moet dit mogelijk zijn. b. De autoriteiten kunnen gebruik maken van de bevoegdheid om opgeslagen inhoudsgegevens te onderzoeken, zo kunnen ze zien wat hij via het peer-to-peer programma uitwisselt (art. 126ng lid 2, 126ug lid 2 en 126zo lid 2 Sv.). c. Dat maakt verder niet zoveel uit. Echter zijn gevoelige gegevens niet vatbaar voor het uitdraaien bijvoorbeeld volgens artikel 126nf, 126uf lid1 en 126zn. d. Stelselmatig observeren: zo kan er meer informatie en de achtergrond onderzocht worden van de verdachte. Inbeslagneming & doorzoeking.

  5. a.- De mogelijkheid bestaat om apparatuur in te zetten door de bevoegdheid om vertrouwelijke communicatie op te nemen (artikel 126l, artikel 126s en artikel 126zf Sv.). Onder de volgende voorwaarden is deze bevoegdheid toegestaan:

    1. Door wie: opsporingsambtenaren (art. 141 lid b en c) op bevel van de OvJ deze moet op zijn beurt een door hem gevorderde schriftelijke machtiging van r-c hebben.
    2. Tegen wie: verdachte (art. 27 Sv.): feiten & omstandigheden moeten leiden tot een red. vermoeden
    3. Gevallen: verdenking van een misdrijf onder art. 67 lid 1 Sv., in geval van vroegsporing geldt de eis van art. 126o lid 1
    4. Grond: onderzoeksbelang Er is niet voldaan aan de voorwaarden omdat het in casus gaat om een anonieme tip en dan kan je niet meteen een redelijke vermoeden hebben.

b.- Het wetboek van Strafvordering biedt deze mogelijkheid (art. 126w lid 5 jo. 126x lid 4 jo. 126zu lid 2 jo. 126ij lid 5 jo. 126z lid 4 jo. 126zt lid 3 Sv.). De voorwaarden die hiermee verbonden zijn:  er moet een schriftelijke overeenkomst met de burger zijn waarin diensrechten en plichten en de wijze waarop uitvoering aan de overeenkomst wordt gegeven, zijn opgenomen.

 de geldigheidsduur van de overeenkomst moet zijn opgenomen

Was dit document nuttig?
Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.

Werkgroep 2, uitwerkingen - Inbeslagnemen, binnentreden & doorzoeken

Vak: Straf(proces)recht I (JUR-2STR1)

999+ Documenten
Studenten deelden 1649 documenten in dit vak
Was dit document nuttig?

Dit is een preview

Wil je onbeperkt toegang? Word Premium en krijg toegang tot alle 8 pagina's
  • Toegang tot alle documenten

  • Onbeperkt downloaden

  • Hogere cijfers halen

Uploaden

Deel jouw documenten voor gratis toegang

Ben je al Premium?
Week 2 Straf(proces)recht: Inbeslagnemen, binnentreden & doorzoeken
1. Dwangmiddelen algemeen
1. Het Wetboek van Strafvordering kent de volgende dwangmiddelen: Staande houden (artikel
52 WvSv.), Aanhouding bij heterdaad (Artikel 53 WvSv.), Aanhouding buiten heterdaad (Artikel
54 WvSv.), Betreding plaats ter aanhouding (Artikel 55 WvSv.), Doorzoeking plaats ter
aanhouding (Artikel 55a WvSv.), Vaststellen identiteit (Artikel 55c WvSv.), Onderzoek aan
lichaam of kleding (Artikel 56 WvSv.)en inverzekeringstelling (Artikel 57 WvSv.).
2. De dwangmiddelen maken een inbreuk op de mensenrechten genoemd in Artikel 5 en 8
EVRM, daarom moet ook bij het inzetten van een dwangmiddel strikt voldaan worden aan de
vereisten die hiervoor gelden.
2. Herhaling inbeslagneming en aanhouding
1. Inbeslagneming is het onder zich nemen of gaan houden van enig voorwerp ten behoeve van
de strafvordering (art. 134 lid 1 WvSv.). Volgens artikel 94a lid 5 WvSv. komen alle zaken
(artikel 3:2 BW: voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten) en alle
vermogensrechten in aanmerking voor inbeslagneming. Maar ook voorwerpen die toebehoren
aan derden kunnen worden verbeurd verklaar volgens art. 33a lid 2 Sr.
2. Artikel 95 Sv.:
a. Door eenieder mag de bevoegdheid worden uitgeoefend tevens de
opsporingsambtenaar
b. Tegen de verdachte (artikel 27 Sv.): feiten & omstandigheden
c. De bevoegdheid mag worden gebruikt bij ontdekking op heterdaad (artikel 53 Sv.)
d. De bevoegdheid mag worden toegepast met het doel om het onder zich nemen of
gaan houden van een voorwerp ten behoeve van de strafvordering (art. 134 lid 1 Sv.)
Artikel 96 Sv:
a. Door een opsporingsambtenaar mag de bevoegdheid worden uitgevoerd
b. Tegen de verdachte (artikel 27 Sv.): feiten & omstandigheden
c. De bevoegdheid mag worden gebruikt in geval van ontdekking op heterdaad of in
geval van verdenking van een misdrijf omschreven als in artikel 67 lid 1 Sv. (artikel 55
jo. 55a Sv.)
d. De bevoegdheid mag worden toegepast met het doel om het onder zich nemen of
gaan houden van een voorwerp ten behoeve van de strafvordering (art. 134 lid 1 Sv.)
Artikel 104 Sv.:
a. Door een rechter-commissaris mag de bevoegdheid worden uitgevoerd
b. Tegen de verdachte (artikel 27 Sv.): feiten & omstandigheden
c. De bevoegdheid mag worden gebruikt in het kader van een gerechtelijk
vooronderzoek tevens mag hij dit ook doen als hij al enig onderzoek in de zaak heeft
verricht.
d. De bevoegdheid mag worden toegepast met het doel om het onder zich nemen of
gaan houden van een voorwerp ten behoeve van de strafvordering (art. 134 lid 1 Sv.)
3. De inbeslagneming is toepasselijk voor de inbeslagneming vatbare
voorwerpen (artikel 96a lid 1 Sv.). Tevens mag een uitleveringsbevel niet
worden gegeven aan de verdachte (artikel 96a lid 2 Sv.). Tevens kan de
rechter-commissaris een uitlevering bevelen (artikel 105 Sv.).
4. Het wetboek van Strafvordering bevat de volgende vormen van aanhouding:
Aanhouding bij heterdaad (artikel 53 Sv.) en aanhouding buiten heterdaad
(artikel 54 Sv.).
Aanhouding op heterdaad (artikel 53 Sv.):

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.