Meteen naar document
Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.

Hoorcollege 6 strafrecht dagvaarding en ott

Uitgebreide college aantekeningen hoorcollege 6 dagvaarding en ott
Vak

Straf(proces)recht I (JUR-2STR1)

999+ Documenten
Studenten deelden 1648 documenten in dit vak
Studiejaar: 2020/2021
Geüpload door:
Anonieme student
Dit document is geüpload door een student, net als jij, die anoniem wil blijven.
Radboud Universiteit Nijmegen

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Preview tekst

HOORCOLLEGE 6

Inhoud

  • Controle op de vervolgingsbeslissing
  • Eisen aan de dagvaarding
  • Fase tussen het dagvaarden en het onderzoek ter terechtzitting
  • Het onderzoek terechtzitting
    • Fundamenten van onderzoek ter terechtzitting
    • Uitgangspunten voor de rechtsstrijd
    • Verloop onderzoek ter terechtzitting
    • Beraadslaging

Uitkomsten beslissing inzake vervolging

  • Sepot: technisch, beleid, onder voorwaarden (167, 242 Sv)

  • Transactie (74 Sr)

    • Sancties
    • Toch vervolgen
    • Schikking ING voor 775 miljoen, zie: om/actueel/nieuws/2018/09/04/ing-betaalt-775-miljoen-vanwege-ernstige- nalatigheden-bij-voorkomen-witwassen Lingeriebedrijf die witwast Banken moeten voorkomen dat zij worden gebruikt voor het witwassen Banksysteem gaf aan dat er ongebruikelijke geldstromen. ING negeerde de meldingen. Verwijt aan ING dat ze de wet (WFT) overtreden maar ook de schuld van het witwassen Er werd achter de schermen een transactie gesloten met de ING Bezwaren op dit soort constructies  dit levert een gebrek aan transparantie  klassenjustitie (grote bedrijven kopen de vervolging af)  rechtsbescherming. Er is geen rechterlijke toetsing en er is dus ook geen rechtsbescherming Gedachte transactie (afkopen van vervolging) wordt langzaam vervangen door de strafbeschikking. Maar transactie zal wel blijven bestaan naast de strafbeschikking voor dit soort zaken  ING kiest waarschijnlijk voor de transactie omdat hier geen eenzijdige schuldvaststelling is
    • youtube/watch?v=bF2DvXrK40Q (0.18-1 en 5.16-7)
  • OM-strafbeschikking (257a-257h Sv)

    • Executie
    • Rechter
  • Dagvaarding (258 Sv)

Controle op de vervolgingsbeslissing

  • Door het gerechtshof (art. 12 Sv) Slachtoffers/benadeelden kunnen dit starten Integrale toets door het gerechtshof ze doen de toets helemaal over (zowel haalbaarheid en opportuniteit) Je kunt klagen over haalbaarheid en opportuniteit Arrest Zeeuwse Motorrijder (spookrijder Vlaardingen in bebouwde kom en die reed een jongetje dood) ouders vonden dat er voor een te licht delict vervolgd was. HR ‘’hier kun je over klagen en het gerechtshof kan ervoor kiezen dat er vervolgd moet worden voor een zwaarder delict’’
  • Door de raadkamer van de rechtbank (art. 262 Sv) Verdachte kan een bezwaarschrift tegen de dagvaarding indienden Raadkamer (panel 3 rechters, panel is dezelfde die als over de inhoudelijke zaak zou oordelen(in praktijk)) Bewaarschrift ingediend  achter gesloten deuren behandeld door de raadkamer  gegrond  deuren blijven dicht en de verdachte mag gaan  ongegrond deuren gaan open en de inhoudelijke behandeling van de zaak begint In beginsel is dit een marginale toetsing (lid 5), ze toetsen in beginsel niet aan opportuniteit Reden voor marginale toetsing: je mag als rechter niet teveel in de opportuniteitsbevoegdheid van het OM treden
  • Door de zittingsrechter Toetst aan:  Wettelijke vervolgingsbeletselen  Beginselen van goede procesorde
  • Door de minister van Veiligheid en Justitie (art. 127 Wet RO)
    • Aanwijzingen geven aan OM
    • Ministeriële verantwoordelijkheid parlementaire controle

Wettelijke vervolgingsbeletselen

  • Geen rechtsmacht (2-8 Sr)
  • Minderjarig beneden 12 jaar (486 Sv)
  • Ne bis in idem (68 Sr; vgl. wijziging t.l. 313 Sv): zie werkgroep 6.
  • Ontbreken klacht (bijv. art. 269 Sr)
  • Dood verdachte (69 Sv; zie ook 75 Sr)
  • Verjaring (70-73 Sr)

Verbod op willekeur Voorbeeld: man die in een aanhangwagen kaphout heeft verzameld in een Limburgs bos en heeft alles teruggeplaatst en desondanks wordt hem een transactie aangeboden waar hij een geldboete en een transactie moet betalen.  poging tot diefstal? Zaak sneuvelt bij de HR vanwege R&B Criterium: ‘’Geen redelijk handelend lid van het OM heeft kunnen oordelen dat met voortzetting van de vervolging enig door de strafrechtelijke handhaving gediend belang kan zijn’’ Opnieuw marginaal rechter mag niet te diep in de bevoegdheid van het OM treden

Termijnen

  • Verjaring  binnen termijn van verjaring tot vervolging overgaan (een daad van vervolging stuit de verjaring) Verjaring: termijn tot aan vervolging Daad van vervolging instellen (bijv. zaak voor de rechter dagvaarden, VH, strafbeschikking etc.) Op het moment dat je binnen de termijn tot actie overgaat, dan stuit het termijn en dan begint deze weer opnieuw Overtreding: binnen 3 jaar Voor een delict als mishandeling (3 jaar of minder op staat): binnen 6 jaar
  • Redelijke termijn  na aanvang van de vervolging (in de zin van criminal charge) moet het strafproces binnen een redelijke termijn worden afgerond. Als je te lang wacht kan het moeilijker worden (getuigen zijn weg, moeilijker onderzoek doen etc.) De zaak mag ook niet te lang als een soort zwaard van damocles boven het hoofd van de verdachte hangen Redelijke termijn in de zin van de criminal charge dus naar EHRM  criminal charge vanaf eerste politieverhoor Termijn in beginsel zaak binnen 2 jaar afdoen verdachte in VH? Dan binnen 16 maanden in beginsel Rechter kan kijken in een individueel geval of de redelijke termijn in acht is genomen, factoren:
    • Ingewikkeldheid van de zaak
    • Invloed die de verdachte zelf had op de verloop van de zaak
    • Wijze waarop door de autoriteiten is gehandeld Termijn overschreden? In beginsel kent de rechter hier strafvermindering aan toe Verjaring leidt tot niet-ontvankelijkheid Vroeger verjaarden alle feiten, inmiddels verjaren levensdelicten niet meer

Dagvaarding

  • 6 EVRM: aard (en reden) van de tegen hem ingebrachte beschuldiging. Wat wordt er een verdachte verweten?

  • Art. 258 lid 1 Sv: aanhangig maken van de zaak ter terechtzitting.

  • Aanvang van het rechtsgeding  mogelijkheid tot het nemen van zogenaamde ‘voorzittersbeslissingen’ (art. 258 lid 2 Sv). Van belang omdat dan de voorzitter allemaal beslissingen kan gaan nemen Onderzoek ter tererchtzitting begint bij het uitroepen van de zaak (Feitelijk door de bode) Er wordt nog niet heel veel gebruik gemaakt van de voorzittersbeslissingen (heeft de rechter niet echt tijd voor_

  • Inhoud/functie van de dagvaarding  Aanduiding verdachte  Oproep om te verschijnen  Tenlastelegging  Aanduiding van de rechten (art. 260 lid 4 Sv)

  • Termijnen: tussen betekening en start onderzoek ter zitting: 10 dagen MK(meervoudige kamer) (art. 265 Sv), 3 dagen politierechter (art. 370 Sv).

Eisen aan de tenlastelegging

Inhoud (art. 261 Sv):  Opgave van het feit (lid 1);  met vermelding van tijd en plaats (lid 1) en  vermelding van het toepasselijke wettelijk voorschrift (lid 1).  omstandigheden waaronder het feit zou zijn begaan (lid 2) uitgangspunt is dat het tweede lid een ‘’dode letter’’ is geworden. Doordat we eisen dat bij de beschrijving van het feit dit al voldoende feitelijk geschied. Als er niet aan de eisen is voldaan, dan is er nietigheid van de dagvaarding Andere redenen voor nietigheid:  betekening niet op de juiste wijze is geschied  onduidelijke tenlastelegging of bijv. innerlijk tegenstrijdig obscuur libel als niet duidelijk wat het verwijt is, weet de verdediging niet wat er te verdedigen valt en kunnen ze het niet goed voorbereiden Redactie tenlastelegging

  • Nauwe aansluiting bij de delictsomschrijving: nadruk op juridische precisie van de tenlastelegging. Termen moeten soms wel uitgelegd worden  kwalificatieve termen (zoals ontucht) Gebeurt dit niet?  nietigheid Soms moeten er dus dingen beschreven worden, zoals fotos van kinderen in zeden zaken etc.
  • De ‘primair/subsidiair’, ‘op of omstreeks’ en ‘althans’-constructies

Schorsing doel: verdediging krijgt de gelegenheid om zich op het nieuwe verwijt (zelfde feit) voor te bereiden

Fase tussen dagvaarding en het onderzoek ter terechtzitting (ott)

Onder andere:

  • Oproeping evt. spreekgerechtigde(n) (art. 260 lid 2 Sv) en voeging benadeelde partij (art. 51f lid 5 en 51g lid 1 Sv).
  • Oproeping tolk (art. 260 lid 1 en 5 Sv).
  • Evt. toevoeging raadsman van zich in vrijheid bevindende verdachte (art. 41 lid 2 Sv).
  • Oproepen evt. getuigen/deskundigen (art. 263/264 Sv).
  • Intrekken dagvaarding zolang het onderzoek ter terechtzitting nog niet is aangevangen (art. 266 Sv).

Fundamenten van de strafzitting

  • Beginsel van procesverplichting:
    • staat onder druk door de buitengerechtelijke afdoening en groeiend belang van het voorbereidend onderzoek Vroeger was het idee dat ernstige strafzaken door de rechter zouden worden afgehandeld een onafhankelijke autoriteit die zich over de zaak buigt Dit was in lijn met het negatieve opportuniteitsbeginsel Maar niet meer alle zaken komen voor de rechter Beginsel van procesverplichting is onder druk komen te staan door het positieve opportuniteitsbeginsel en andere manieren van zaken afdoen. Ook het voorbereidend onderzoek is belangrijker geworden. Het meeste bewijs wordt in deze fase vergaard en de Rechter doet niet meer zelf onderzoek. De verstrekkende bevoegdheden van de rechter worden in heel beperkte mate gebruikt.
  • Functie van het zittingsonderzoek:
    • demonstratie macht overheid / legitimatie strafrechtspleging
    • Toegankelijk voor publiek (externe openbaarheid) Openlijk, zichtbaar, controleerbaar Publieke legitimatie  iedereen kan het zien en controleren Demonstratie van de macht van de overheid laten zien dat er ingegrepen wordt als er een strafbaar feit wordt gepleegd. Dit hoort ook bij de vergeldingsnotie. Terechtstaan tegenover het gehele volk Apotheose  sluitstuk van het hele strafproces met de hoop dat het rechtsherstel bewerkstelligt wordt
  • Aanwezigheidsrecht voor de verdachte
  • Onpartijdig gerecht (art. 6 EVRM) en actieve rol rechter

Aanwezigheidsrecht en rechtsgevolgen niet-verschijning

  • Niet op de juiste wijze betekend  nietigheid dagvaarding. Nb. aanwezige (gemachtigde) raadsman dekt nietigheid in beginsel niet. Als de verdachte er niet is, wordt er eerst gekeken of de dagvaarding juist is Behalve als de advocaat gemachtigd is
  • Wel op de juiste wijze betekend: Dit betekent niet dat de verdachte het weet. Het kan best dat iemand anders de dagvaarding in ontvangst heeft genomen. Of iemand zonder vaste woon/verblijfplaats
    • Bevel te verschijnen en last medebrenging (art. 278 lid 2 Sv) Bijv. als er discussie is of het de verdachte wel is (als deze op beelden te zien is bijv.) of een gevoelige zaak waar het slachtoffer zijn spreekrecht uitoefent Last medebrenging: opgehaald met de sterke hand
    • Verdediging door gemachtigde advocaat (art. 279 Sv) ’’op tegenspraak’’ Bij een niet gemachtigde advocaat mag deze niets meer (behalve misschien verklaren waarom de advocaat denkt dat de verdachte er niet is)
    • Verstekverlening (art. 280 Sv)
    • Nieuwe oproeping indien ter zitting blijkt dat verdachte feitelijk op ander adres verblijft (art. 36n Sv)
    • Verzoek om uitstel door (gemachtigd) raadsman honoreren Dit is een verzoek tot aanhouding

Beoordelen verzoeken tot aanhouding

  • Aanwezigheidsrecht: “One of the essential requirements of Article 6” Dit is in het geding als een verdachte niet aanwezig kan zijn
  • Niet expliciet genoemd maar vloeit voort uit de ratio en deelrechten.
  • Hoeveel inspanning moet de overheid zich getroosten? In praktijk is dit complex Verdachte kan ook afstand doen van aanwezigheidsrecht Je kunt het aanwezigheidsrecht ook gebruiken als ‘’evading justice’’  bijv. een verdachte die elke keer zegt dat hij ziek is dit wordt gelijk gesteld aan afstand doen
  • EHRM 14 februari 2017, 30749/12 (Hokkeling t. Nederland), NJ 2019/279, m. Mevis: schending art. 6 EVRM:

HR ‘’belang van de verdachte bij het uitoefenen van het aanwezigheidsrecht en het belang wat niet alleen de verdachte maar ook de samenleving heeft bij een doelmatige en spoedige berechting’’

  • In geval van ziekte of detentie in het buitenland moeten verzoeken tot aanhouding ter verwezenlijking van het aanwezigheidsrecht in beginsel worden gehonoreerd, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden (r. 2)

Positie zittingsrechter

Heeft een hele actieve rol

  • Voorzitter heeft de leiding over het onderzoek ter terechtzitting en geeft daartoe nodige bevelen (art. 272 lid 1 Sv)
    • De voorzitter/rechters ondervragen verdachte/getuigen/deskundige (art. 286, 292, 299 Sv)
    • Voorzitter/rechters kunnen vragen stellen aan slachtoffer. OvJ en verdachte kunnen dat slechts door tussenkomst voorzitter (art. 302 Sv)
  • De voorzitter draagt ook zorg voor het handhaven van de openbare orde
  • Heeft een zelfstandige verantwoordelijkheid voor de eerlijkheid van het proces en de waarheidsvinding.

Waarom actieve rechter?

  • Actieve rol hangt samen met inquisitoire stijl van procederen.

  • Wat is actief?

    • Vragen stellen over gekozen tenlastelegging? Hinten op evt. wijziging? mag de rechter hinten dat er iets niet klopt aan bijv. het tenlastegelegde aan de OvJ? Veel discussie over: het is een constatering/in strijd met onpartijdigheid/rechters zijn er voor de samenleving en de verdachte
    • Ook ambtshalve onderzoek doen i.h.k. waarheidsvinding of afwachten waar OvJ en verdachte mee komen? Vgl. art. 315/316 Sv.
  • Persoon van de rechter:

  • npo/kijken-in-de-ziel-rechters/20-07-2015/VPWON_1236328 (21.05-23)

  • Berechting door beroepsrechter, geen enkele vorm van lekeninbreng (de inbreng van rechters-plaatsvervangers uitgezonderd).  voordeel: routine  nadeel: niet meer zo onbevangen als een ander (‘’dat verweer hebben we al wel vaker gehoord’’  nadeel: niet een goede afspiegeling van de samenleving

  • Uitgangspunten voor de rechtsstrijd

a. Externe en interne openbaarheid

b. Equality of arms

c. Contradictoire procedure

e. Onmiddellijkheid (volgende week)

  • Ad a) Openbaarheid

  • Externe openbaarheid:

  • Publieke toegankelijkheid van de rechtspraak (art. 269 Sv), met uitzondering van jeugdzaken (art. 495b Sv, vgl. art. 6 lid 1 EVRM).

  • Interne openbaarheid:

  • De verdachte moet tijdens het onderzoek ter terechtzitting toegang hebben tot de processtukken/het dossier (art. 33 Sv).

  • Rechtbank, OvJ en verdediging moeten over dezelfde processtukken beschikken.

  • Zie ook art. 301 lid 4 Sv: ten bezware van de verdachte wordt geen acht geslagen op stukken die niet zijn voorgelezen of waarvan de korte inhoud niet overeenkomstig het derde lid is medegedeeld.

  • Ad b) Equality of arms

  • Tijdens het voorbereidend onderzoek is verdachte vooral voorwerp van onderzoek: OvJ bepaalt of hij dagvaardt.

  • Tijdens het onderzoek ter terechtzitting hebben verdachte (en raadsman, art. 331 Sv) en OvJ zoveel mogelijk dezelfde rechten: equality of arms.

  • Terminologisch verschil: OvJ vordert, verdachte/raadsman verzoekt.

  • Geen volledige equality of arms. De ‘partijen’ in het strafproces zijn asymmetrisch

  • Eenzijdige bescherming verdachte

  • Ondervraging van de verdachte (art. 286 Sv);

  • Ondervraging van getuigen en deskundigen (art. 292 e. Sv);

  • Voorhouden van stukken (art. 301 Sv)

  • Het voorhouden van stukken geschiedt in de regel tijdens de ondervraging van de verdachte.

  • Zie bijv. youtube/watch?v=XCFAIBPIys8 (ondervraging Michael P. in de zaak Anne Faber)

  • Uitoefenen van spreekrecht door het slachtoffer (art. 302 Sv) en behandeling van de vordering benadeelde partij (art. 332 e. Sv).

  • Requisitoir (art. 311 lid 1 Sv).

  • Pleidooi (art. 311 lid 2 Sv).

  • Repliek en dupliek (art. 311 lid 3 Sv).

  • Laatste woord verdachte (art. 311 lid 4 Sv).

  • Sluiting van het onderzoek (art. 345 lid 1 Sv).

  • De beraadslaging

  • Na het laatste woord, sluit de voorzitter (of: de politie-/kantonrechter) het onderzoek.

  • De politierechter doet meestal direct mondeling uitspraak (art. 378 en 345 lid 1 Sv)

  • De MK kan ook direct uitspraak doen, maar meestal is dat na twee weken (art. 345 lid 3 Sv).

  • Tijdens het beraad (‘raadkameren’) worden de vragen van art. 348/350 Sv beantwoord.

  • Besluitvorming: art. 7 RO.

  • Evt. hervatting onderzoek ter terechtzitting (art. 346 Sv), onderzoek rc (art. 347 Sv).

Was dit document nuttig?
Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.

Hoorcollege 6 strafrecht dagvaarding en ott

Vak: Straf(proces)recht I (JUR-2STR1)

999+ Documenten
Studenten deelden 1648 documenten in dit vak
Was dit document nuttig?

Dit is een preview

Wil je onbeperkt toegang? Word Premium en krijg toegang tot alle 14 pagina's
  • Toegang tot alle documenten

  • Onbeperkt downloaden

  • Hogere cijfers halen

Uploaden

Deel jouw documenten voor gratis toegang

Ben je al Premium?
HOORCOLLEGE 6
Inhoud
Controle op de vervolgingsbeslissing
Eisen aan de dagvaarding
Fase tussen het dagvaarden en het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek terechtzitting
- Fundamenten van onderzoek ter terechtzitting
- Uitgangspunten voor de rechtsstrijd
- Verloop onderzoek ter terechtzitting
- Beraadslaging
Uitkomsten beslissing inzake vervolging
Sepot: technisch, beleid, onder voorwaarden (167, 242 Sv)
Transactie (74 Sr)
- Sancties
- Toch vervolgen
- Schikking ING voor 775 miljoen, zie:
https://www.om.nl/actueel/nieuws/2018/09/04/ing-betaalt-775-miljoen-vanwege-ernstige-
nalatigheden-bij-voorkomen-witwassen
Lingeriebedrijf die witwast
Banken moeten voorkomen dat zij worden gebruikt voor het witwassen
Banksysteem gaf aan dat er ongebruikelijke geldstromen. ING negeerde de
meldingen. Verwijt aan ING dat ze de wet (WFT) overtreden maar ook de schuld van
het witwassen
Er werd achter de schermen een transactie gesloten met de ING
Bezwaren op dit soort constructies
dit levert een gebrek aan transparantie
klassenjustitie (grote bedrijven kopen de vervolging af)
rechtsbescherming. Er is geen rechterlijke toetsing en er is dus ook geen
rechtsbescherming
Gedachte transactie (afkopen van vervolging) wordt langzaam vervangen door de
strafbeschikking. Maar transactie zal wel blijven bestaan naast de strafbeschikking
voor dit soort zaken
ING kiest waarschijnlijk voor de transactie omdat hier geen eenzijdige
schuldvaststelling is
- https://www.youtube.com/watch?v=bF2DvXrK40Q (0.18-1.03 en 5.16-7.46)
OM-strafbeschikking (257a-257h Sv)
- Executie
- Rechter

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.