Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.
Was dit document nuttig?
Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.
Annotatie - Uitspraak rechtbank, inzake zaakvorming
Vak: Burgerlijk recht I (JUR-3BUR1)
999+ Documenten
Studenten deelden 2610 documenten in dit vak
Universiteit: Radboud Universiteit Nijmegen
Was dit document nuttig?
Dit is een preview
Wil je onbeperkt toegang? Word Premium en krijg toegang tot alle 2 pagina's
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
Ben je al Premium?
Noot bij Rb. Den Haag, 18 mei 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:5944
In deze uitspraak is de vraag aan de orde of planten na levering en door (intensieve)
menselijke arbeid groot zijn gebracht, nieuwe zaken zijn in de zin van art. 5:16 BW. Deze
vraag is relevant voor de eigendomskwestie. Ik zal hieronder kort de relevante feiten
uiteenzetten, vervolgens zal ik de relevante jurisprudentie en literatuur behandelen,
aangeven hoe de rechter oordeelt in casu om uiteindelijk af te sluiten met mijn eigen
standpunt.
KB Orchideeën B.V. (hierna: KB) houdt zich bezig met het telen van orchideeën. Daartoe
koopt zij zeer jonge plantjes (mijn eigen neutrale terminologie) bij de groothandel Sion Young
Plants B.V. (hierna: Sion). Op al haar leveringen aan KB heeft Sion eigendomsvoorbehoud
bedwongen. Om aan haar verplichtingen te blijven voldoen, heeft KB in ruil voor
kredietverlening haar voorraad verpandt aan de ABN Amro Bank N.V. (hierna: Bank). KB
komt echter flink in ‘rood’ te staan, waardoor de Bank de kredietovereenkomst opzegt. De
Bank beroept zich op de verpande voorraden om het tekort (deels) op te vullen. Sion is
echter van mening dat zij nog steeds eigenaar is van de geleverde plantjes, omdat KB nog
niet de koopprijs volledig heeft afbetaald en derhalve de opbrengst van de verkoop van de
planten aan haar toekomt. In de onderhavige zaak zijn dus Bank en Sion partijen in geding.
Centraal staat in (juridische termen) de volgende vraag:
Heeft zaakvorming plaatsgevonden nadien de planten door Sion zijn afgeleverd aan KB?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is het noodzakelijk om te weten wat verstaan
wordt met zaakvorming. Het centrale artikel over zaakvorming (5:16 BW) geeft aan dat
zaakvorming is indien iemand uit een of meer roerende zaken een nieuwe zaak vormt. Twee
kernvereisten zien we hier terug: er moet een nieuwe zaak ontstaan en deze moet door
iemand zijn gevormd.1 5:16 is een algemene bepaling aan en is vooral relevant voor de
vraag wie eigenaar is geworden van de gevormde zaak. Op het eerste gezicht lijkt dat in de
onderhavige geval ook zo te zijn. Dat is het echter niet. In casu gaat het om de vraag óf er
een nieuwe zaak is gevormd en niet door wie. Art. 5:16 geeft daar geen antwoord op. De
antwoord dient gezocht te worden in de jurisprudentie. Twee arresten van de Hoge Raad
geven belangrijke richtlijnen voor deze vraag. In zowel Gescheurde Orchideeën2 als in
Hollander’s Kuikenbroederij3 geeft de Hoge Raad min of meer dezelfde criteria aan.
Vooral de eerst genoemde arrest heeft overeenkomsten met de onderhavige casus, nu beide
casussen over planten gaan. In Gescheurde Orchideeën had de Hoge Raad aangenomen
dat er sprake was van zaakvorming. Nu de planten vroegtijdig in twee delen zijn gescheurd
en vervolgens apart opgepot, zijn er later, naar verkeersopvatting, twee zelfstandige planten
ontstaan. Er vindt daarom vormgeving plaats. Hierbij is het niet vereist dat menselijk
ingrijpen van grote aard dient te zijn. Zelfs de lichtste ingrepen kunnen leiden tot vormgeving
(zoals het scheuren van bladeren).4 Zet je volgroeide planten bij elkaar, dan krijg je niet één
dezelfde plant, maar twee verschillende planten. Hierdoor hebben de planten een eigen
identiteit (of naam) gekregen.5
Vierde criterium is of de arbeid die heeft plaatsgevonden zodanig is dat van zaaksvorming
kan gesproken worden. Ook dit dient naar verkeersopvattingen te worden beoordeeld. Het is
echter een zeer subjectief element, nu al de kleinste ingrepen van belang kunnen zijn (denk
1 Reehuis & Heisterkamp 2012, p. 393.
2 HR 5 december 1986, NJ 1987/745.
3 HR 24 maart 1995, AA 1995, 705.
4 H.A.G. Fikkers, Natrekking, vermenging en zaaksvorming, Nijmegen: Ars Aequie Libri 1999, p. 65-69.
5 J.E. Wichers, Natrekking, vermenging en zaaksvorming, (diss. Rijksuniversiteit Groningen) 2002, p.190-192.
Waarom is deze pagina onscherp?
Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.