Meteen naar document

HC 11.1 allergie

College allergie
Vak

Anatomie: Hoofdl. Functionele Morfologie (NWI-BB106)

7 Documenten
Studenten deelden 7 documenten in dit vak
Studiejaar: 2019/2020
Geüpload door:
0volgers
8Uploads
8upvotes

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Gerelateerde Studylists

BI

Preview tekst

HC 11. 1 Allergie

Definitie allergie - Een té heftige verlopende immuunrespons - Aangestuurd door het adaptieve immuunsysteem - Tegen een in principe onschadelijk antigeen

Terminologie - Allergie = overgevoeligheidsreactie = hypersensitivity reaction - Medische term is niet altijd gelijk aan de lekenterm o “Kan er niet goed tegen” is geen allergische reactie - Anafylactische reactie = snel progressieve ernstige systemische allergische reactie = potentieel dodelijk = altijd type 1

Klinische verschijnselen allergie - Ontstekingsverschijnselen: o Rubor: Lokale roodheid o Tubor: Lokale zwelling o Calor: Lokale warmte o Dolor: Lokale pijn o Functio laesa: Functie verlies“ - Lokaal of systemisch o Thermoregulatie (koorts) o Luchtwegen (rhinorhoe, astma) o Maagdarmstelsel (braken, diarree) o Circulatie (cardiodepressie, bloeddrukdaling, anafylactische shock) o Nierbeschadiging (nierfalen)

Indeling volgens Gell & Coombs

  • Allergische reacties worden ingedeeld in 4 typen
  • Versimpeling van de werkelijkheid, maar goed en handig om aan te houden
  • Type 1 en 4 zijn types die meer bekend zijn, vaker voorkomen en voor de tandarts meer relevant.
  • Type 2 en 3 komen minder vaak voor en zijn voor de tandarts minder interessant.

Type 1 allergische reactie: IgE-gemediëerde mestcelprikkeling

  • Sensitisatie: o Een allergeen komt het lichaam binnen, waarna het lichaam reageert met een immuunrespons. o “Per ongeluk” worden veel IgE cellen aangemaakt en wordt dit gebruikt als memory voor dit specifieke allergeen. o De volgende keer wanneer het allergeen wordt gepresenteerd wordt het gelijk gebonden aan IgE. o Een persoon moet dus eerst een keer zijn blootgesteld aan een allergeen, voordat een allergische reactie kan ontstaan. o De aanleg van het geheugen duurt een aantal dagen. Het kan dus niet zo zijn dat je een tablet antibiotica slikt, ’s avonds een tweede pakt en op de tweede een allergische reactie krijgt.

  • De reactie: o Wanneer een allergeen na sensitisatie in het lichaam komt, wordt het gelijk opgepikt door IgE. o IgE bindt met het allergeen aan een receptor op het membraan van een mestcel. o De mestcel laat de inhoud vrij en geeft een immuunreactie op het allergeen. o Soms is deze functie zinvol, zoals bij parasieten, maar in het geval van pollen is het dus veel te heftig.

  • Op het luchtwegslijmvlies o Medische term voor hooikoorts is allergische renitis  Rode ogen  Niezen o Allergische astma  Is een allergische reactie van de lagere luchtwegen  Gladde spiercellen in de lagere luchtwegen gaan samen trekken waardoor je een piepende ademhaling krijgt.

Systemische effecten van histamine release:

  • Hart- en vaatsysteem: o Wanneer je overal een ontlading van histamine krijgt gaat overal de vaten open staan, bloeddruk daling o Zwelling van weefsel en tong o Verminderde zuurstofstroom naar weefsels o Onregelmatige hartslag o Anafylactische shock o Bewustzijnsverlies
  • Respiratoir o Samentrekking van de gladde spiercellen en samentrekking van de keel en luchtwegen o Problemen met slikken o Problemen met ademen o Piepen
  • Maag- darmsysteem o Samentrekken van de gladde spiercellen o Maagkramp o Overgeven o Diarree

Anafylactische reactie: verschijnselen

  • Binnen enkele seconden tot minuten na contact
  • Beperkte verschijnselen: o Patiënt voelt zich onwel o Jeuk o Tintelingen o Huiduitslag en oedeem huid (vooral gelaat, nek)
  • Ernstige verschijnselen: o Piepende ademhaling o Tranende ogen en ‘loopneus’ o Buikpijn, misselijkheid, braken o Patiënt ziet asgrauw, klamme huid o Snelle, zwakke pols o Bewustzijnsverlies o Shock

Anafylactische reactie: Behandeling

  • Algemeen: o Vermijd verder contact met allergeen; trek latexhandschoenen uit o Patiënt in trendelenburg-houding = plat
  • Bij beperkte verschijnselen: o Antihistaminicum oraal o Controleer ademhaling en circulatie voortdurend o Indien binnen uur geen verergering: overleg met huisarts of spoedeisende hulp afdeling van ziekenhuis over verder beleid
  • Bij ernstige verschijnselen: o Bel ambulance via 112 o Injecteer 0,5mg adrenaline i., herhaal na 10 minuten o Injecteer 2 mg clemastine i. o Injecteer 25 mg prednisolon i. o Geef zuurstof (5L/min) o Controleer ademhaling en circulatie voordurend

Medicatie:

  • Adrenaline o Belangrijkste o Zorgt ervoor dat de bloedvaten terug samen knijpen, zodat er weer een bloeddruk opgebouwd kan worden.
  • Clemastine: o Antihistaminicum o Remt de reactie van histamine. o Het vocht wat al uit is getreden uit de bloedvaten treedt er niet meer terug in (uiteraard) dus zwelling blijft, maar wordt niet erger.
  • Prednison: o Geef je er bij, meer voor de latere reacties van histamine. Doet dus niets aan de acute reactie en shock.

Type 4:

  • Werking: o T-lymfocyten spelen hierin zelf een belangrijke rol. o Allergeen komt binnen, wordt gefagocyteerd door antigeen presenterende cellen o Vervolgens vervoeren de cellen het allergeen naar een lymfocyt. o Lymfocyten reageren op het allergeen door lokaal een te heftige reactie af te gegeven.
  • Omdat deze reactie via een “omweg” loopt, komt er pas na een aantal dagen een reactie: Vertraagde allergische reactie.
  • T-cel gemedieerd
  • Symptomen o Eczeem achtige beelden o Jeuk, schilferend rood, vaak met blaasjes.
  • Therapie: o Duurt dagen tot wegen voor het weer wegtrekt o Vermijden van bloodstelling o Steroiden (lokaal), maar kan niet voor altijd

Plakproeven:

  • Vaak op de rug
  • Onder afgeschermd folie wordt een allergeen geplakt
  • Blijven 2 dagen zitten
  • Dan wordt het verwijderd en gekeken welke plakjes een allergische reactie geven.

Stoffen die allergische reacties kunnen uitlokken in de tandheelkundige praktijk

Latex:

  • Kan zowel type 1 als type 4 reactie geven
  • Belangrijk onderscheid hierin te maken, want een type 1 reactie kan niet eens in de zelfde ruimte zijn als latex, voor gevaar op inademing.

Angioedeem door ACE-remmer: ten gevolge van bradykinine, niet allergisch

  • Bradykinine is ook een stof die de bloedvaten open kan zetten, net zoals histamine, dus ook een stof die kan zorgen voor zwelling van bijvoorbeeld de tong.
  • Lastig om onderscheid te maken tussen allergische reactie of een te veel aan bradykinine: o Jeukende galbulten en zwelling is histamine o Alleen zwelling moet je stilstaan bij mogelijk effect van bradykanine, maar is histamine nog steeds de meest logische
  1. Type IV, vertraagd type, T-cellen Contactdermatitis, beroepsdermatose: bijv. latex acrylaten Therapie: Vermijden blootstelling, steroïden (lokaal)
  2. Angio-oedeem door bradykinine jeukt niet en geeft geen koorts. Therapie voor bradykinerg oedeem is NIET hetzelfde als voor “allergisch oedeem”
Was dit document nuttig?

HC 11.1 allergie

Vak: Anatomie: Hoofdl. Functionele Morfologie (NWI-BB106)

7 Documenten
Studenten deelden 7 documenten in dit vak
Was dit document nuttig?
HC 11. 1 Allergie
Definitie allergie
- Een té heftige verlopende immuunrespons
- Aangestuurd door het adaptieve immuunsysteem
- Tegen een in principe onschadelijk antigeen
Terminologie
- Allergie = overgevoeligheidsreactie = hypersensitivity reaction
- Medische term is niet altijd gelijk aan de lekenterm
o“Kan er niet goed tegen” is geen allergische reactie
- Anafylactische reactie = snel progressieve ernstige systemische allergische reactie =
potentieel dodelijk = altijd type 1
Klinische verschijnselen allergie
- Ontstekingsverschijnselen:
oRubor: Lokale roodheid
oTubor: Lokale zwelling
oCalor: Lokale warmte
oDolor: Lokale pijn
oFunctio laesa: Functie verlies“
- Lokaal of systemisch
oThermoregulatie (koorts)
oLuchtwegen (rhinorhoe, astma)
oMaagdarmstelsel (braken, diarree)
oCirculatie (cardiodepressie, bloeddrukdaling, anafylactische shock)
oNierbeschadiging (nierfalen)
Indeling volgens Gell & Coombs
- Allergische reacties worden ingedeeld in 4 typen
- Versimpeling van de werkelijkheid, maar goed en handig om aan te houden
- Type 1 en 4 zijn types die meer bekend zijn, vaker voorkomen en voor de tandarts
meer relevant.
- Type 2 en 3 komen minder vaak voor en zijn voor de tandarts minder interessant.