Stagehandboek Hogeschool NTI jan 2020ziepagina
Fiscaal Recht (4524)
Nederlands Talen Instituut
Reacties
Preview tekst
Stagehandboek
Hogeschool NTI
Januari 2020
Lay-out en opmaak: NTI DTP Studio, Leiden
Januari 2020
© 2020, NTI bv, Leiden
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens- bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
- 7. Fase III: Beoordeling stageperiode
- 7 Beoordeling van de stage(opdrachten)
- 7 Toekenning studiepunten voor de stage
- Bijlage 1a: generieke HBO-competenties
- Bijlage 1b: generieke HBO-competenties Bouwkunde
- Bijlage 2: Dublin Descriptoren
1. Inleiding
De belangrijkste functie van je stage is om een leeromgeving te bieden voor het ontwikkelen van de beroepscompetenties, die je moeilijk los van de beroepspraktijk kunt leren. Sommige vaardigheden zijn nu eenmaal makkelijker te leren door ‘te doen’. Onder competenties verstaat Hogeschool NTI ‘ontwikkelbare vermogens van mensen, waarmee ze in praktijksituaties adequaat, gemotiveerd, pro- ces- en resultaatgericht kunnen handelen’. Competenties zijn een combinatie van kennis, vaardighe- den en houding.
Competenties krijgen pas betekenis in een bepaalde context; in de stage is dat de dagelijkse beroeps- praktijk. De stage is hét ideale moment om de competenties te ontwikkelen die bij het beroep horen. Daarom vormt de stage een belangrijk onderdeel van je HBO-opleiding. Hier wordt jouw gedrag im- mers goed zichtbaar en kunnen NTI, het stagebedrijf en jijzelf goed bepalen of je klaar bent voor het beroep waarvoor je wordt opgeleid.
De stage biedt bovendien de kans om autonomie te ontwikkelen. Tegen welke zaken ben je aangelo- pen en hoe heb je deze zelfstandig opgelost? Hoe ben je met een bepaald dilemma omgegaan? Hoe kun je deze ervaring koppelen aan de theorie uit je opleiding? Wat kun je hiervan leren voor de toe- komst? Kortom, je geeft zelfreflectie en autonomie veel aandacht tijdens je stage.
Daarnaast heeft de stage een onderzoekscomponent. Je voert tijdens de stage een onderzoeksop- dracht uit, met als doel je onderzoekend vermogen te ontwikkelen. De ervaring die je hiermee opdoet, komt van pas als je gaat afstuderen.
Wij wensen je veel succes en plezier in de stage!
Deeltijdstudenten met vraagfinanciering/overheidsvoucher:
- Je hebt minimaal 150 ECTS behaald;
- Je hebt semester 1 t/m 5 voltooid;
- Je vierde studiejaar is opgestart in Mijn NTI.
Studenten Toegepaste Psychologie opleidingscode 8630 of 8631:
- Je hebt minimaal 100 studiepunten (ECTS) behaald;
- Je hebt de Propedeuse behaald;
- Je derde studiejaar is opgestart in Mijn NTI;
- Je hebt de volgende modules succesvol afgerond: − POP − Professionaliseren − Werkveldverkenning − Ethiek
Voltijdstudenten: Let op : deze eisen gelden alleen voor jou als je na september 2015 bent gestart met je opleiding en voltijd studeert. Ben je vóór september 2015 gestart met een voltijdopleiding? Dan gelden voor jou de eisen van deeltijdstudenten.
- Je hebt minimaal 128 studiepunten (ECTS) behaald;
- Je hebt de Propedeuse behaald;
- Je derde studiejaar is opgestart in Mijn NTI;
- Je hebt de module Praktijkgericht Onderzoek (als je Toegepaste Psychologie studeert) of Juridisch Onderzoek (als je Rechten studeert) uit het derde jaar succesvol afgerond.
2 Uitgangspunten stage Hogeschool NTI
Bij het invullen van het stagetraject hanteert Hogeschool NTI een aantal uitgangspunten.
De student als lerende professional De kern van het NTI-onderwijs bestaat uit beroepsgerichte zelfstudie. Ook tijdens de stage moet je in staat en bereid zijn actief, gedisciplineerd en zelfverantwoordelijk de beoogde competenties te ontwikkelen. De aandacht voor het verwerven van (leer)vaardigheden aan het begin van de opleiding stelt je in staat deze verantwoordelijkheid te nemen voor het leerproces tijdens de stage. Door het opstellen van een persoonlijk stageplan, stuur je zo zelfstandig mogelijk jouw eigen leertraject tijdens de stage. Tijdens de stage staat vooral het leerproces centraal. De stage bestaat uit algemene werk- zaamheden en het uitvoeren van realistische opdrachten – gekoppeld aan de competenties van jouw opleiding – op de werkplek. Je bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van de stage.
De student als aanstaand beroepsbeoefenaar De beroepsopleidingen van Hogeschool NTI zijn beroepsgericht en de leeromgevingen zoveel mo- gelijk praktijk- en competentiegericht. Tijdens de studie oefen en leer je in zo realistisch mogelijke werksituaties. Het stage- en afstudeertraject zijn belangrijke voorbeelden. Tijdens de stage word je gestimuleerd om de rol van de aanstaande beroepsbeoefenaar aan te nemen op de (leer)werkplek, zowel qua denken als doen.
Ontwikkeling opleidingscompetenties Het niveau van de afgestudeerde en de noodzakelijke voortgang tijdens de opleiding is geformuleerd in termen van (opleidings)competenties. Op basis hiervan beoordeelt Hogeschool NTI jou bij het werken aan realistische beroepstaken in de rol van ‘aanstaand beroepsbeoefenaar’ op het vakgebied waarvoor je opgeleid wordt.
2 Vrijstelling voor de stage
Als student hoef je tijdens het studeren niet per se werkzaam te zijn in het domein van je opleiding. Veel studenten zijn echter wel werkzaam in een relevante werksituatie. Afhankelijk van de mate waar- in je tijdens jouw baan gericht de competenties van de opleiding ontwikkelt, kun je stagevrijstelling aanvragen. Je werkplek dient dan aan de eisen van een geschikte stageplaats te voldoen. Je moet met een uitgebreid dossier aantonen dat je werkzaamheden voldoende en authentiek bewijs vormen voor de beoogde competentieontwikkeling.
Heb je in de afgelopen drie jaar relevante werkervaring opgedaan op HBO-niveau in het domein van jouw opleiding, voor minimaal het aantal uren dat je anders stage zou moeten lopen? Dan kom je wellicht in aanmerking voor vrijstelling. Informatie over de procedure vind je op de leeromgeving in de stageruimte.
2 Stage in buitenland
Wil je graag in het buitenland stage lopen? Dat is toegestaan. Houd wel rekening met de volgende zaken:
- Bespreek altijd eerst de mogelijkheden met het Stagebureau van NTI voor je een aanvraag er- kenning indient;
- In alle gevallen gelden de in dit handboek beschreven criteria voor stageplaatsen. Hieraan dient een stageplaats in het buitenland dus ook te voldoen;
- Alle stageformulieren vanuit NTI zijn in het Nederlands en er zijn geen versies in andere talen beschikbaar;
- Je levert alle stagedocumenten in het Nederlands op. Je begeleider op de stageplaats dient deze ook te lezen. Spreekt je begeleider geen Nederlands, overleg dan met NTI over de mogelijkheden;
- Normaal gesproken legt de stageadviseur van NTI een stagebezoek af. Dat is nu niet mogelijk. Het alternatief hiervoor is een afspraak via Skype.
Kun je uit meerdere opdrachten kiezen? Dan mag je zelf bepalen welke opdracht je uitvoert. Kun je maar één opdracht kiezen, dan voer je automatisch deze uit.
Bedrijf moet mogelijkheid voor onderzoeksopdracht hebben Naast de beroepsopdracht lever je ook een onderzoeksopdracht op. Deze maak je in overleg met en in opdracht van jouw stagebedrijf. Hiervoor is geen al uitgeschreven opdracht, zoals bij de beroeps- opdracht. Het is de bedoeling dat het stagebedrijf jou een vraagstuk of knelpunt binnen het bedrijf aanwijst. Jij gaat dit onderzoeken en komt met een aanbeveling of oplossing. Deze oplossing draag je aan in de vorm van een concreet en tastbaar beroepsproduct. In Hoofdstuk 4 vind je meer uitleg over de onderzoeksopdracht.
3 Solliciteren
Voorafgaand aan de stage voer je doorgaans een kennismakings- of sollicitatiegesprek met een be- drijf. Dit gesprek is niet alleen het moment om uit te vinden of het op persoonlijk vlak klikt. Het biedt ook de kans om te zien of wederzijdse verwachtingen op elkaar aansluiten en of de stage voldoet aan de gestelde eisen. Tijdens het sollicitatiegesprek vraag je om duidelijkheid over de inhoud van de stagewerkzaamheden gedurende de stage. Daarnaast dient er ruimte te zijn voor het uitvoeren van de stageberoepsop- dracht en onderzoeksopdracht. Van jou als Bachelorstudent verwachten we zelfstandigheid bij het plannen en uitvoeren van werk- zaamheden en opdrachten. Van het stagebedrijf wordt verwacht dat het een uitnodigende werkom- geving biedt, met voldoende mogelijkheden voor jou om je te ontwikkelen.
Nu je het doel van het sollicitatiegesprek kent, is het tijd om te beginnen met solliciteren. Het sollicita- tieproces vraagt soms om doorzettingsvermogen, zeker als de stagemarkt krap is. We geven je graag enkele sollicitatietips:
> Bij de oriëntatie
Begin op tijd Het vinden van een geschikte stageplaats kan veel tijd in beslag nemen. Het is zonde om op het al- lerlaatste moment een stageplaats te nemen die weliswaar wel relevant is voor de opleiding, maar die niet helemaal aan jouw wensen voldoet. Begin daarom op tijd met oriënteren (ongeveer vijf maanden van tevoren).
Maak gebruik van je netwerk De praktijk wijst uit dat een groot gedeelte van de sollicitanten een stageplek vindt via zijn of haar eigen netwerk. Maak er dus gebruik van.
Stage Instituut Het Stage Instituut is een mogelijkheid voor studenten die op zoek zijn naar een stageplek en voor be- drijven die een stageplaats vrij hebben die ze vervuld willen zien door een goed opgeleide, volwassen stagiair. Het Stage Instituut bemiddelt exclusief voor studenten van een aantal specifieke opleiders, waaronder NTI. Je kunt zelf kijken op de website van het Stage Instituut: stageinstituut of er een geschikte stageplaats wordt aangeboden. Ook kun je je aanmelden met een cv en motivatiebrief. Het Instituut probeert dan een geschikte plek aan jou te koppelen. Het blijft jouw eigen verantwoording om een stageplaats te vinden. Indien je een stageplaats via het
Stage Instituut hebt gevonden, dan beoordeelt NTI nog steeds jouw aanvraag erkenning stageplaats om te zien of de plek aan de criteria voldoet.
Verdiep je in de organisatie voor je solliciteert Zorg dat je op de hoogte bent van wat er speelt bij de organisatie. Dit kan door op de site te kijken, een jaarverslag aan te vragen of een student die er stage heeft gelopen of heeft gewerkt, te vragen naar de ervaringen. Als je weet hebt van bepaalde ontwikkelingen in de organisatie, kun je hierop inspelen.
> Bij de sollicitatie
Open sollicitatie Het komt voor dat studenten een sollicitatiebrief sturen zonder precies te weten naar welke afdeling of persoon ze het moeten sturen. Daardoor komt de brief ergens terecht waar die niet moet zijn en/ of verdwijnt hij ergens onder op de stapel. Informeer dus eerst wie er over het stagebeleid gaat.
Gerichte sollicitatie Je kunt gericht via internet en/of krant op zoek gaan naar de juiste vacature. Ook kun je reageren op vacatures via het Stage Instituut. Er staan daarnaast vacatures op de stagetegel in de leeromgeving. Hier verschijnt regelmatig nieuw materiaal.
Geef duidelijk aan wat je zoekt en brengt Veel studenten solliciteren bij bedrijven naar een ‘stageplaats’. Ze laten aan het bedrijf over om te raden wat de inhoud van de stage moet zijn. Bedrijven nemen vaak die moeite niet. Geef daarom concreet aan wat je precies wilt gaan doen bij het bedrijf, welke opdrachten je wilt uitvoeren en welke werkzaamheden je wilt oppakken. Hierbij kun je ook gebruik maken van de opleidingscompetenties. Geef daarnaast aan wat je brengt: je bent een zeer zelfstandige student met waarschijnlijk al enige werk- en levenservaring. Dat is een belangrijke meerwaarde voor een bedrijf. Het is ook aan te raden om te vermelden dat je een door de NVAO geaccrediteerde opleiding volgt. Dit betekent dat de oplei- ding onder erkend onderwijs valt.
Wees origineel en persoonlijk Probeer duidelijk te maken wie je bent, wat je wil en probeer niet in clichés te vervallen. Daardoor val je op. Denk na over alternatieve manieren van solliciteren. Misschien kom je mondeling veel sterker over dan op schrift. In dat geval zou een filmpje een leuke manier zijn om je kandidatuur onder de aandacht te brengen. Ben je creatief of analytisch? Dan is een aansprekende manier van presenteren wellicht om jouw cv in beeld te brengen, in plaats van te schrijven. Gebruik dan bijvoorbeeld foto’s, plaatjes en/of schema’s. Soms is bellen beter dan meteen een brief sturen. Het contact is persoonlijker en biedt meer moge- lijkheden om informatie te krijgen over de functie en de organisatie. Ook een dagje meelopen of een oriënterend gesprek zijn succesvol voor het solliciteren.
4. Fase II: Het stagetraject
4 Overzicht stagetraject
In schematische vorm ziet jouw stagetraject er als volgt uit. Met een kleurcode is aangegeven bij welke persoon welke stap ligt. Ieder onderdeel lichten we hieronder toe.
4 Erkenning stageplaats
Heb je een mogelijke stageplaats gevonden, en zijn jij en je toekomstige stagebegeleider positief? Dan vraag je erkenning voor de stage aan bij NTI, zodat kan worden beoordeeld of de stage aan de gestelde criteria voldoet. De criteria zijn met name of de begeleider de juiste kennis en kunde heeft, en of de stagetaken passen bij de competenties van je opleiding. De criteria vind je in het beoorde- lingsformulier voor de aanvraag, in de stageruimte op de leeromgeving. Voor het aanvragen van erkenning doorloop je deze stappen:
- Je dient eerst toelaatbaar te zijn voor de stage. De eisen staan in dit handboek. Zodra je aan de eisen voldoet, verschijnt op je studieoverzicht in Mijn NTI een aanmeldknop voor de stage. Hier- mee open je een stagetabblad waar je alles inlevert;
Student Begeleider stageplaats Stagebureau NTI Stageadviseur NTI
- Vul het formulier ‘aanvraag erkenning stageplaats’ volledig in, samen met je aankomende stage- begeleider;
- Upload dit aanvraagformulier op Mijn NTI onder het stagetabblad;
- Een stageadviseur van NTI beoordeelt jouw stageplaats en uploadt de beoordeling. Deze advi- seur gaat jou daarna tijdens de stage begeleiden;
- Zodra jouw stageplaats is erkend door je stageadviseur, kun je starten met de stage.
Let op: jouw stage-uren gaan pas tellen vanaf het moment dat je aanvraag erkenning is goedgekeurd. Eerder gemaakte uren tellen niet mee.
4 Rol stageadviseur
Vanuit NTI word je begeleid door een stageadviseur. Het Stagebureau wijst deze persoon aan. De adviseur is een inhoudelijk deskundige die vaak jarenlange ervaring heeft in het werkveld, op HBO- niveau functioneert en bevoegd is om jouw stagedocumenten te beoordelen. De adviseur begeleidt voornamelijk op afstand, via telefoon of e-mail. Hoe vaak en wanneer je contact hebt, spreek je onderling met elkaar af. Via tussenevaluaties blijft je adviseur van je vorderingen op de hoogte. De adviseur komt ook eenmaal op stagebezoek en gaat dan met jou en je begeleider het gesprek aan over je leerdoelen en planning.
4 Taken stageadviseur
Dit zijn de taken van de stageadviseur:
Contact leggen na beoordeling aanvraag erkenning Als hij of zij je aanvraag erkenning heeft goedgekeurd, neemt de adviseur contact met je op om ken- nis te maken. In dit gesprek vertelt de adviseur over zijn of haar expertise en bespreek je samen jouw stageplaats. Je maakt ook afspraken over de planning van je stage: wanneer lever je ieder document in, wanneer komt de adviseur langs voor een stagebezoek? Daarnaast spreek je af hoe vaak en wan- neer je verder contact met elkaar houdt.
Kennismaken met het stagebedrijf De stageadviseur maakt telefonisch kennis met de stagebegeleider, na goedkeuren van je aanvraag erkenning. Tijdens dit gesprek monitort de stageadviseur de aanwezige deskundigheid van de bege- leider en borgt daarmee de kwaliteit van jouw stage.
Tussentijds stagebezoek De stageadviseur brengt een bezoek aan jouw stageplaats. De richtlijn is dat dit binnen ongeveer vier weken na je start plaatsvindt. Tijdens dit bezoek ga je met je adviseur en begeleider in gesprek over:
- welke werkzaamheden je gaat uitvoeren;
- vaststelling van de leerdoelen voor de stage;
- planning van alle stageproducten (stageplan, beroepsopdracht, onderzoeksopdracht, stagever- slag);
- hoe je de stageberoepsopdracht gaat uitvoeren en wat je hiervoor nodig hebt;
- hoe je de onderzoeksopdracht gaat uitvoeren en wat je hiervoor nodig hebt;
- je ervaringen tot nu toe: denk aan de wederzijdse verwachtingen van jou en je begeleider, zaken die goed gaan, moeilijkheden of knelpunten.
één opdracht aangeboden, dan voer je automatisch deze uit. Uitzondering: studenten Counselling maken één stageberoepsopdracht naar keuze én doorlopen daarnaast het supervisietraject.
4 Onderzoeksopdracht
Voor de onderzoeksopdracht onderzoek je een vraagstuk, knelpunt of probleem binnen het bedrijf. Vraag je begeleider om raad voor een onderwerp. Voor het onderzoek gebruik je kwantitatieve (zo- als enquêtes of vragenlijsten) of kwalitatieve (zoals interviews) onderzoeksmethoden. Het onderzoek mondt uit in een concreet beroepsproduct, dat je kunt overhandigen aan het bedrijf. Het beroepsproduct moet een logische oplossing zijn voor het onderzochte vraagstuk of knelpunt. Zorg ook dat het product praktisch inzetbaar is voor het bedrijf. Hieronder staan enkele voorbeelden.
Voorbeeld 1 : er is geen goede informatievoorziening voor dementiepatiënten bij een praktijk voor de behandeling van dementie. Je gebruikt interviews en vragenlijsten voor patiënten en hun fami- lieleden/betrokkenen als onderzoeksmethode, om te ontdekken aan welke informatie de doelgroep behoefte heeft. Je verwerkt de resultaten en levert als beroepsproduct een brochure op die voorziet in de informatiebehoefte.
Voorbeeld 2 : docenten op een basisschool hebben moeite met het begeleiden van kinderen met au- tisme. Via interviews met de docenten kom je erachter waar zij tegenaan lopen. Op basis hiervan zet je een presentatie op als beroepsproduct. Daarna geef je deze presentatie aan alle docenten van de school om hen te informeren en aanbevelingen te doen.
Beschouw de onderzoeksopdracht als een voorbereiding op de scriptie en een manier om te oefenen met onderzoek doen. De opdracht hoeft dus niet zo uitgebreid te zijn als de scriptie. Let op: de onderzoeksopdracht mag geen overlap hebben met of voortborduren op de stageberoeps- opdracht. Je mag dus niet dezelfde casus tweemaal gebruiken. Alle opdrachten moeten zichzelf kun- nen staan.
4 Tussentijdse evaluaties Tijdens jouw stage evalueer je iedere twee maanden de uitvoering van de werkzaamheden en de voortgang van je leerdoelen. Dit doe je in een gesprek met je begeleider op jouw initiatief. De bege- leider vult een evaluatieformulier in (te vinden op de leeromgeving), dat jij via Mijn NTI inlevert bij je adviseur. Bij een onvoldoende tussenevaluatie of wanneer jouw functioneren onvoldoende dreigt te worden, neemt de adviseur contact op om je voortgang te bespreken. Wanneer de eerste tussenevaluatie on- voldoende is mag je de stage vervolgen, mits zowel de begeleider als de adviseur van mening zijn dat je de potentie hebt om dit oordeel bij te stellen naar een voldoende. Bij nogmaals een onvoldoende tussenevaluatie, zal de stagebegeleider aangeven of je de stage mag voltooien.
4 Het stageverslag
Aan het eind van je stage lever je het stageverslag in. Begin al met schrijven halverwege de stage. De bedoeling is dat je terugkijkt en evalueert hoe de stage is gegaan: hoe vond je de werkzaamheden, in hoeverre heb je de leerdoelen behaald, in hoeverre heb je de opleidingscompetenties ontwikkeld, wat had je anders kunnen doen? Alle uitleg over de inhoud vind je in Hoofdstuk 6.
Aan het eind van de stage geeft je stagebegeleider ook een oordeel over jouw beroepsattitude: in hoeverre heb jij je ontwikkeld tot een aanstaand beroepsbeoefenaar? Dit doet hij of zij met het be- roepsattitudeformulier dat jij aanlevert. Dit vind je op de leeromgeving. Maak een aparte afspraak met je begeleider voor het invullen, zodat je alle feedback gelijk kunt bespreken. De beoordeling moet voldoende zijn. Je levert het formulier in als bijlage bij je verslag. Het stageverslag moet ook voldoende zijn om de stage te kunnen voltooien. Je mag het verslag een- maal herkansen.
4 Beoordelingstermijnen
Hieronder zie je een overzicht van alle beoordelingstermijnen voor de stageproducten.
Onderdeel Beoordelingstermijn Aanvraag erkenning stageplaats Drie weken Stageovereenkomst Twee weken Stageplan Twee weken Tussentijdse evaluaties Twee weken Stageverslag Vier weken
5 Toelichting SWOT-analyse
Bij jouw persoonlijke SWOT-analyse ( Strengths, Weaknesses, Opportunities, Threats ) worden de belang- rijkste sterke en zwakke punten van jezelf (je kunt jezelf als een ‘product’ op de arbeidsmarkt beschou- wen) benoemd, samen met jouw belangrijkste kansen en bedreigingen binnen de arbeidsmarkt.
Elementen
- ( Strengths ) Sterke punten: betreffen de kenmerken van jezelf.
- ( Weaknesses ) Zwakke punten: betreffen eveneens de kenmerken van jezelf.
- ( Opportunities ) Kansen: betreffen jouw kansen in relatie tot de ontwikkelingen, gebeurtenissen en invloeden waaraan de organisatie, product of markt onderhevig is.
- ( Threats ) Bedreigingen: betreffen jouw bedreigingen in relatie tot de ontwikkelingen, gebeurte- nissen en invloeden waaraan de organisatie, product of markt onderhevig is.
De sterke en zwakke punten zijn altijd van toepassing op factoren/competenties met betrekking tot jezelf. Kansen en bedreigingen zijn daarentegen van toepassingen op de externe omgeving. Voor meer informatie over de SWOT kun je de onderstaande links gebruiken:
cultuurmarketing/swot-analyse-uitleg-en-tips/ imu/internet-marketing-kennisbank/begrippen/swot-analyse/ toolshero/strategie/swot-analyse/ managementmodellensite/swot-analyse/
5 Leerdoelen voor de stage
Je dient de volgende leerdoelen te omschrijven. Deze moeten voortvloeien uit de SWOT-analyse van jezelf.
Minimaal drie persoonlijke leerdoelen: − Formuleer leerdoelen op het gebied van jouw beroepshouding: welke persoonlijke leerdoe- len wil je behalen die passen bij de competenties van jouw opleiding, en die jou later in het werkveld een goede beroepsbeoefenaar gaan maken? − Beschrijf welke stagetaken je gaat uitvoeren om deze doelen te bereiken; − Beschrijf in welke fasen van de stage je deze doelen wilt bereiken; − Benoem hoe je hierbij ondersteund wordt: welke begeleiding krijg je hierbij? Hoe krijg je feed- back op de ontwikkeling van je leerdoelen? − Maak de leerdoelen zo concreet en toetsbaar mogelijk, zodat je later eenvoudig kunt reflecte- ren op of je het doel hebt behaald.
Minimaal vijf doelstellingen over de stagewerkzaamheden: − Beschrijf welke stagetaken je gaat uitvoeren en welke leerdoelen je daarmee wilt behalen; − Koppel deze leerdoelen aan de generieke HBO-competenties (zie Bijlage 1) en de opleidings- specifieke competenties (te vinden op je leeromgeving, in de opleidingsruimte). Voorbeeld: aan welke competentie ga je werken en welke stageactiviteit levert daar een bijdrage aan? Noot: studeer je Bouwkunde, dan werk je tijdens de stage specifiek aan de ontwikkeling van de competenties Realiseren, Beheren en Evalueren (competentie 4 t/m 6). Laat deze goed terugkomen in je leerdoelen; − Maak de leerdoelen zo concreet en toetsbaar mogelijk, zodat je later eenvoudig kunt reflecte- ren op of je het doel hebt behaald; − Maak per leerdoel een kort stappenplan waarin je beschrijft hoe je dit leerdoel wilt realiseren.
5 Plan van aanpak onderzoeksopdracht
In het plan van aanpak voor de onderzoeksopdracht beschrijf je het volgende:
- Situatieschets: de aanleiding voor het onderzoek, de betrokkenen bij het project, voor wie je het onderzoek uitvoert en met welk doel;
- Probleemstelling: formuleer een vraag waarop je door middel van onderzoek antwoord kunt
geven. Deze moet concreet zijn en duidelijk afgebakend.
Voorbeelden:
- ‘Welke informatie moet de brochure over dementie bevatten om te kunnen voorzien in de infor-
matiebehoefte van dementie patiënten van zorginstelling X?’
- ‘Wat dient er aan het handhavingsprotocol van organisatie X aangepast te worden, zodat deze voldoet aan wet- en regelgeving?’
- Onderzoeksmethoden: beschrijf welke onderzoeksmethoden je gebruikt om de probleemstel- ling te beantwoorden (zoals enquêtes, interviews of vragenlijsten). Motiveer waarom je kiest voor deze methode; Tip: heb jij Onderzoek & Rapporteren in je curriculum? Gebruik dan ook het boekje van Van der Velde, dat je hebt ontvangen voor deze module. De bedoeling is dat je deze onderzoekscyclus doorloopt.
- Planning: geef de planning weer voor de uitvoering van het onderzoek, het analyseren van de gegevens en het opstellen van het uiteindelijke beroepsproduct;
- Literatuurstudie: vermeld de bronnen die je hebt gebruikt voor je onderzoek. Je hanteert de APA- richtlijnen (of Leidraad voor Juridische Auteurs als je Rechten of SJD studeert);
- Beroepsproduct: omschrijf het product dat je gaat maken op basis van je onderzoeksresultaten. Het beroepsproduct is tastbaar en concreet, bijvoorbeeld een brochure of protocol.
5 Plan van aanpak stageberoepsopdracht
In het plan van aanpak voor de beroepsopdracht beschrijf je het volgende:
- Situatieschets: de aanleiding voor de opdracht, de betrokkenen en voor wie je de opdracht uit- voert;
- Aanpak: hoe ben je van plan de opdracht aan te pakken? Wat heb je daarvoor nodig?
- Planning: geef de planning weer voor de uitvoering van de opdracht;
- Literatuurstudie: vermeld de bronnen die je wilt gebruiken voor je opdracht en hanteer hierbij de APA-richtlijnen (of Leidraad voor Juridische Auteurs als je Rechten of SJD studeert).
Je hoeft de opdracht dus niet al helemaal uit te werken, maar moet wel duidelijk laten zien hoe je deze gaat uitvoeren. Wees opnieuw zo concreet mogelijk.
Stagehandboek Hogeschool NTI jan 2020ziepagina
Vak: Fiscaal Recht (4524)
Universiteit: Nederlands Talen Instituut
Dit is een preview
Toegang tot alle documenten
Onbeperkt downloaden
Hogere cijfers halen
