Was dit document nuttig?
Hfd.3. De ontwikkeling 0 - 12 jaar
Vak: Ontwikkelingspsychologie
26 Documenten
Studenten deelden 26 documenten in dit vak
Universiteit: Leidse Onderwijsinstellingen
Was dit document nuttig?
Uitstroomvariant “Volwassenen en Ouderen”
Hoofdstuk 3, module Ontwikkelingspsychologie, 2e leerjaar
G. Christen, LOI Hbo Toegepaste Psychologie
Cursistennummer 997789565
Hoofdstuk 3
De ontwikkeling van het kind in de leeftijd van 0 tot 12 jaar (I)
Fasen in de ontwikkeling van kinderen:
- prenatale periode
- babytijd 0 – 2 jaar
- peuter/kleuterfase 2 – 6 jaar
- schoolkindfase 6 – 12 jaar
Hierna volgt de adolescentieperiode vanaf 12 jaar.
Bij de ontwikkeling van een kind moet rekening gehouden worden met verschillende factoren:
- aanleg- en omgevingsfactoren
- het leerproces
Aanlegfactoren zijn biologische factoren van genetische aard, zoals de samenstelling van
chromosomen. Ook niet genetisch bepaalde, biologische factoren zoals ziekte etc.
Omgevingsfactoren betreffen de onmiddellijke omgeving van het kind, zoals de sociale omgeving.
Alles wat een mens aan kennis een vaardigheden verwerft:
- rijping (ontwikkelingsprocessen als gevolg van tijd en leeftijd, rijping komt van binnenuit,
geen invloed door omgeving)
- leren (processen waarbij onder invloed van ervaringen veranderingen in het gedrag
ontstaan). Voor leren is een bepaalde rijping nodig. De omgeving speelt een grote rol.
Prenatale fase
De ontwikkeling van de vrucht
Embryonale stadium: 2 tot 8 weken, na zes weken herkenbare aspecten van een mensenkind, in deze
periode wordt de grondstructuur gelegd.
Foetale stadium: De ontwikkeling van de functies staat centraal, het meest opvallende de
bewegingsfunctie, reflexen zijn al waarneembaar en rond 4 maanden spontane bewegingen.
In de zesde maand bereiken de meeste organen het functionele rijpingsniveau die nodig is om bij een
eventuele vroeggeboorte te overleven.
Het laatste deel van de zwangerschap: lengtegroei en gewichtstoename en toename van de
hoeveelheid hersenweefsel. Met name toename van myeline die zorgt voor snelle en efficiënte
communicatie tussen de neuronen.
Prenatale omgevingsinvloeden
Nadelige invloeden: infecties moeder, medicatiegebruik moeder, drugs, alcohol, verkeerde voeding,
stressfactoren bij moeder.
Leerprocessen voor de geboorte
Laatste drie maanden al REM slaap met dromen: rapid eye movements
Ongeboren baby’s kunnen ook proeven, wanneer er glucose aan het vruchtwater wordt toegevoegd
wijzigt het drinkpatroon van ongeboren baby, meer drinken en intensiever.
Door de dunnere huid van de moeder kan de baby roodachtig licht waarnemen en leert verschil tussen
licht en donker. Het kan ook al de hik hebben.
De foetus reageert op prikkels, maar wellicht onbewust. Aan het einde van de zwangerschap kan de
baby geluiden opslaan in het geheugen. Er is sprake van beperkte psychische activiteit. Echte
waarnemingen, betekenisvolle situaties ontbreken nog.
Reacties van prikkels van buitenaf uiten zich in een snellere hartslag en veranderingen aan het EEG.
Verder toegenomen bewegingen.
1