Meteen naar document

Samenvatting Online marketing

Vak

Online marketing (COM)

27 Documenten
Studenten deelden 27 documenten in dit vak
Studiejaar: 2015/2016
Geüpload door:

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Preview tekst

ISamenvatting Online marketing

1 Definitie online marketing  Proces waarbij organisaties en bestaande of potentiële klanten via internet waarden en producten creëren en met elkaar uitwisselen. Online marketing is een deelproces van marketing.

Synoniem online marketing = Internetmarketing, digitale marketing en e-marketing Begrip online: in verbinding staan met internet

Verschil online marketing en e-commerce: Bij e-commerce gaat het om de verkoop van producten en diensten via internet. Bij online marketingcommunicatie verkopen organisaties het product niet online, maar benaderen ze hun klanten wel online.

Verschil online marketing en e-business: e-business is het ondernemen met behulp van digitale technieken. Dit is een breder begrip dan online marketing en e-commerce. Het gaat hierbij niet om de interactie met markten maar om de digitale processen in de gehele organisatie waarmee de klant niet in aanraking komt.

1 Online marketing in relatie tot traditionele marketing - Via internet kan de informatiebehoefte van klanten op een eenvoudige manier worden bevredigd. - Internet maakt het mogelijk informatie op maat te bieden - Internet maakt het mogelijk veel informatie over potentiële klanten te verzamelen - De effecten van marketingcommunicatie via internet op de verkopen zijn goed meetbaar - Via internet is een grote mate van interactiviteit met de klant mogelijk. - Het is mogelijk via online marketing om grote hoeveelheden informatie met potentiële klanten uit te wisselen tegen weinig kosten - Het marketingbudget kan doelgerichter worden ingezet doordat de effecten van marketingcommunicatie online goed meetbaar zijn.

Doel individuele marketing = volledig op maat maken van producten of marketinginspanningen voor een individuele klant. Dit maakt geïndividualiseerde productie gemakkelijker  zelf dingen ontwerpen.

  • Corporate website o Interactie tussen organisatie en stakeholders(klanten, medewerkers, pers en aandeelhouders) te ondersteunen  randstad
  • Webshops o Online winkels of verkoopsites waar producten kunnen worden bekeken en besteld  Amazon
  • Communicatiesites o Vertellen de bezoekers over de producten/diensten van de aanbieder. Productbeschrijvingen, lijsten met winkels waar het product kan worden gekocht en gebruiksaanwijzingen. Grundig
  • Lead generation site o Communicatiesite met als doel om in contact te komen met potentiële klanten.
  • Merksites/brandingsites

o Hebben als doel merkkennis en merkperceptie te verbeteren. Deze sites zijn vaak erg interactief en bevatten ontspannende elementen zoals forums of spelletjes die ervoor zorgen dat bezoekers terugkeren  Heineken

  • Dienstverleningssites o Online bankieren, marktplaats
  • Portals o Geven een overzicht van websites van specifieke doelgroepen  startpagina
  • Inhoudsites o Geven bezoekers informatie  vijftigplusser, zoover

5S-model geeft aan dat er 5 doelen zijn voor initiatieven op het gebied van online marketing: - Sell Verkopen laten groeien door nieuwe markten te benaderen of nieuwe producten te ontwikkelen - Speak Initiatieven om beter met potentiële klanten te communiceren - Serve Verbeteren van de klantenservice - Save Kostenreductie door gebruik van digitale media - Sizzle Initiatieven om het merk te ondersteunen

1 Online marketing en marketingmix

4 p’s zijn niet bekeken vanuit een consumentenperspectief. Robert Lauterborn heeft daarom het model van de 4 c’s geïntroduceerd. Product  customer solution (oplossing voor de consument) Prijs  cost to the customer (prijs-kwaliteitverhouding) Plaats  convenience (gemak voor de consument) Promotie  communication (wederzijdse communicatie tussen organisatie en klant)

Dit model is later verder vertaald naar het SIVA-model. Solution, Information, Value en Access.

1 Online marketing in relatie tot bedrijfsprocessen Marketing gerelateerde kernprocessen: - Het market sensing proces : proces waarmee de organisatie zorgt dat zij permanent op de hoogte blijft van de behoeften, ontwikkelingen en trends in de markt. o Actief volgen van bezoekers, informatie verzamelen van social media en online marktonderzoek. - Productrealisatieproces: onderzoek naar en ontwikkelen van nieuwe kernproducten en diensten, ze uitbreiden tot een marktaanbod en ze op de markt brengen. o User generated content(door gebruikers aangeleverde inhoud) en crowdsurfing(internet community inzetten voor nieuwe ideeën) een rol. - Klantacquisitieproces : het definiëren van doelmarkten en het werven van nieuwe klanten - Orderafhandelingsproces : het ontvangen en goedkeuren van orders, het op tijd verschepen van bestellingen en het innen van betalingen. - Customer relationship management proces: het opbouwen van een dieper begrip, betere relaties en een beter aanbod voor individuele klanten.

  • Geen interesse in social media.
  • Oudere doelgroep De groepen die het meest online kopen: Beïnvloeders, communicatoren en kenniszoekers.

3 Kopen via internet

De belangrijkste groei zit in de online aankoop van echte producten zoals kleding. Redenen voor koop via internet: gemak, flexibiliteit en prijzen vergelijken. Redenen om niet via een website te verkopen: (volgorde van belang) - Product ongeschikt (1) - Logistieke problemen - Te hoge kosten - Problemen met betalingen - Problemen met beveiliging - Juridische problemen

3.2 Kanaalswitch Bij online oriënteert men zich vooral op producten die goed digitaal kunnen worden weergegeven of vergeleken zoals reizen, computersoftware en technische artikelen.

Redenen om online te oriënteren en in de winkel te kopen: - Het product is online niet te zien, te voelen of te passen - De winkel heeft aan aanbieding - Je kunt het product direct meenemen - Persoonlijk contact - Geen verzendkosten Redenen om in de winkel te oriënteren en online te kopen: - Prijs is online lager - Koop gaat gemakkelijker, want het gaat vanuit huis - Het product is niet verkrijgbaar in de winkel - Minder keuze door een kleiner assortiment - Er is direct duidelijk of het product op voorraad is - Openingstijden zijn beperkt - Kopen in de winkel kost meer tijd

3.2 Barrières voor aankopen via het internet 1. Financieel risico  Risico op netto verlies aan geld door een klant, inclusief misbruik van creditcardinformatie. Manieren om te betalen in Nederland: - Internetbankieren - Creditcard - Aan de deur betalen of geld overmaken Een goed imago, aansluiting erkende brancheorganisatie kan helpen de angst voor financieel verlies te verminderen.

  1. Functioneel risico van het product  Is het verlies dat optreedt als een aanbieder of product niet doet wat de klant ervan verwacht. De kans dat hij een product kiest dat niet de kenmerken heeft is groter dan bij een offline aankoop. Beoordelingen en feedback zijn doorslaggevend

  2. Psychologisch risico  Teleurstelling, frustratie of schaamte als er persoonlijke informatie over de consument via het internet is te zien. Hoe hoger de leeftijd, hoe angstiger. Dit kan worden verholpen door een privacy-statement, algemene voorwaarden etc.

  3. Tijd/gemaksrisico  Tijdverlies en ongemak tijdens het zoeken op het web, tijdens het orderproces of bij late levering. Ook een langzaamwerkende website geld hiervoor. Garantie, bereikbaarheid zijn van belang.

3.2 4 soorten internetshoppers Beweegredenen voor mensen die niet online shoppen - Behoefte het product te zien - Zorgen over persoonlijke data - Twijfels over de veiligheid van online winkelen - Geen vertrouwen in betalingssystemen

4 typen internetshoppers (WAAZ) - Winkelliefhebbers o Ervaren computergebruikers die internetshoppen leuk en nieuw vinden - Avontuurlijke ontdekkers o Zware internetgebruikers die het internet voor van alles gebruiken en veel via internet uitgeven - Achterdochtige lerenden o Mensen die moeite hebben met internet en die online winkelen een frustrerende zaak vinden. - Zakelijke gebruikers o Vakkundige computergebruikers die online voor de beste prijs kopen

4 typen niet-internetshoppers - Bange browsers o Zien te veel risico in online aankopen en beperken zich daarom tot zoeken naar informatie - Online winkelvermijders o Houden vast aan de traditionele winkel en ze willen producten kunnen inspecteren en meteen meenemen - Technologiegefrustreerden o Hebben weinig ervaring met computers en vinden online zoeken een enorm gedoe - Plezierzoekers o Gebruiken de computer veelvuldig en met plezier maar houden zielsveel van gewoon winkelen.

3.2 Relevante trends voor online marketing - Toename van het globale belang van het internet Mondialisering = proces waarbij verschillende regio’s in de wereld door uitwisseling van informatie en denkbeelden, maar ook goederen en arbeidskrachten steeds meer op elkaar gaan lijken. Dit leidt tot transparantie. Waar een producent vroeger afwijkende prijzen kon hanteren in verschillende landen is dat nu online zichtbaar.

  • Innovaties volgen elkaar snel op Virtual reality = verbeeld de realiteit in een digitale wereld (moderne games)

  • Consumenten kiezen tussen online en offline winkels. Hij weegt de mogelijke tijdsbesparing, een ruimere keuze, bezorging af tegen geld, tijd en risico. Als de consument het gevoel heeft dat hij op een website de beste waarde krijgt, dan heeft hij minder de neiging om verder te zoeken naar alternatieven.  perceived value.

  • Freeriding = mensen die informatie zoeken via een website, maar vervolgens bij een andere aanbieder koopt.

2 manieren om freeriding te verminderen:

  • kanaalintegratie waarbij klanten de online en offline winkels naast en door elkaar kunnen gebruiken
  • eenheid in de boodschappen die online en offline aan consumenten worden overgebracht.
  • Het parallel stimuleren van zowel offline en online winkelbezoek.
  1. Aankoop
  • Artikelen opnemen in het winkelmandje leidt niet altijd tot aankoop. Dit komt door: o Consumenten gebruiken het winkelmandje niet waarvoor het bedoeld is, maar als tijdelijke opslagplaats van alternatieve opties. o Consumenten gebruiken het winkelmandje om uit te vinden wat de totale prijs wordt o Consumenten hebben de intentie om te kopen, maar komen obstakels tegen zoals moeilijkheden bij betaling.
  1. Resultaat
  • In de evaluatiefase weegt de klant de voor en nadelen van het kopen via de website van de aanbieder nogmaals af.

8 C's om de e-loyaliteit te bevorderen - Customization  Mate waarin een e-winkelier producten, diensten en de omgeving waarbinnen de transacties plaatsvinden, aanpast aan de individuele klanten = maatwerk. - Contact interactivity  Het dynamische karakter van de betrokkenheid tussen de online winkelier en zijn klanten via de website. - Cultivation  Mate waarin een online winkelier relevante informatie biedt en de klanten stimuleert om de breedte en diepte van hun aankopen gedurende een tijd uit te breiden. Door bijv. via nieuwsbrieven informatie te geven aan de klant, kan de klant aangezet worden om meer producten te kopen. - Care  De aandacht die een online winkelier geeft aan alle interactieve activiteiten voor en na de aankoop, die bedoeld zijn om de transactie te faciliteren en de langetermijnrelatie met de klant hechter te maken. Bijv. tijdig informeren als een onderdeel ontbreekt. - Community  Online sociale eenheid die bestaat uit bestaande en potentiële klanten die onderhouden kunnen worden door de online winkelier = forum. - Choice  Hoeveel keus heeft de winkelier.  breed assortiment. Dit leidt tot meer gemak en tijdsbesparing. De winkelier met het breedste assortiment kan rekenen op veel trouwe klanten. - Convenience  Is de mate waarin de klant het gevoel heeft dat de website simpel en gebruiksvriendelijk is. Bijvoorbeeld de toegankelijkheid van de informatie en de eenvoud van het transactieproces. - Character

 Dit is het merkimago dat de online winkelier probeert over te brengen op de websitebezoeker door het gebruik van bijvoorbeeld tekst, stijl etc. als deze merkpersoonlijkheid de bezoeker aanspreekt, zal het een gevoel van merkbinding ervaren en tot een grotere loyaliteit en meer bezoeken.

Een ander belangrijk punt voor de evaluatie van de waarde van de website is de mate waarin de bezoeker flow ervaart. Flow is de mate waarin een persoon volledig opgaat in wat hij of zij doet.

Effect van websites op de merkbeleving wordt beïnvloedt door: - Persoons gerelateerde factoren: involvement, ervaren interactiviteit en de gevoelens van flow. - Website gerelateerde factoren: werkelijke interactiviteit van de website, bruikbaarheid, functionaliteiten en de mate waarin de website aansluit bij het merkimago. o Deze hebben zowel invloed op de mate waarin bezoekers de website waarderen, als op de merkattitude.

3.3 Online marketingfunnel De fasen van het online aankoopproces kun je vertalen naar de doelstellingen van de online marketeer. En hulpmiddel hierbij is de online marketingfunnel of de 6 B’s. 1. Bezoeken  Zorgen dat mensen met een koopintentie het online verkoopkanaal bezoeken. Kernsuccesfactoren = bekendheid van het merk, merkimago, vindbaarheid website en propositie. Belangrijkste instrumenten om het bezoek te stimuleren: - Marketingcommunicatieprogramma - Inzet social media - Mobiele marketing

  1. Boeien  Zorgen dat bezoekers geboeid raken door wat zij aantreffen of de website, dat zij zich verder in het aanbod verdiepen. Kernsuccesfactoren = informatie site, geboden assortiment, gemak van zoeken, gevoel van veiligheid en plezier dat bezoekers beleven en de gevoelens van de flow die ze ervaren. Er wordt gekeken naar de hoeveelheid tijd die een bezoeker op de website besteedt, hoeveel pagina’s hij bekijkt en welke het populairst zijn. Bounce ratio = percentage bezoekers dat vrijwel meteen weer van de website weg klikt.

  2. Beslissen  Zorgen dat de bezoekers op de website producten gaan vergelijken en evalueren om zo tot een koopbeslissing te komen. Kernsuccesfactoren = adequate productinformatie, voldoende breed en diep leverbaar assortiment, advies dat de bezoeker ondersteunt bij zijn beslissing, beoordelingen van de producten en duidelijke prijzen.

  3. Bestellen  Zorgen dat de bezoeker het gekozen product via de website bestelt en niet naar een andere aanbieder gaat. Kernsuccesfactoren = vertrouwen in de aanbieder, bestelgemak, prijsniveau in relatie tot de concurrentie en de responsiviteit; actief reageren op vragen. De bestelmodule en het antwoord geven op vragen zijn doorslaggevende instrumenten.

  4. Betalen  Bezoekers het betalingsproces te laten afronden. Kernsuccesfactoren = betaalgemak en vertrouwen

 Het ontwikkelen van nieuwe producten of diensten in samenwerking met klanten.

4 Productontwikkeling

  1. Genereren van ideeën
  2. Conceptontwikkeling
  3. Productdesign
  4. Testen van producten
  5. Productintroductie Customer driven innovation = hierbij begint het innovatieproces bij de klant. Internet maakt het mogelijk om snel en effectief te communiceren met klanten en anderen die belangstelling hebben in een product of dienst. Daarbij worden 2 vormen van cocreatie ingezet:
  • Mass collaboration  Vorm van samenwerking waarbij grote aantallen mensen zelfstandig werken aan een project  Wikipedia
  • Crowdsurfing  Organisatie activiteiten binnen het ontwerp, ontwikkelings- of productieproces, die vroeger door eigen medewerkers zouden zijn uitgevoerd, nu door mensen van buiten laat doen. Bijv. Han doet onderzoek voor siemens en maakt gebruik van de producten van siemens.

3 belangrijke aandachtspunten:

  • Incentives o Deelnameprikkels moeten aansluiten bij de behoeften van de deelnemers en recht doen aan de gevraagde inspanning.
  • Intellectueel eigendom o Er moet gecontroleerd worden of deze persoon de eigendomsrechten van derden niet heeft geschaad.
  • informatiebeveiliging

lead-user-concept = iemand die behoeften heeft die bij anderen pas later zullen ontstaan. Crowdfunding = hierbij vraagt hij het publiek om zijn onderneming te financieren. Iedere deelnemer betaalt dan een klein bedrag.

4 Productrealisatie en online dienstverlening

Aan de hand van het DNA-model kijkt men naar een aantal productrealisatieprocessen. In het DNA-model worden 3 stappen onderscheiden - Wat zijn de verschillende fasen van het proces? - Wie moet aanwezig zijn in deze fasen, de dienstverlener of de consument? - Welke fasen vinden in het backoffice en welke in het frontoffice?

  1. Ondersteunen bij productkeuze Realtime productfeed = actuele lijst met artikelen en bijbehorende prijzen en voorraad. In deze fase wordt er gerekend en vult de klant zijn informatie in van wat hij/zij wil.
  2. Offreren Er is een definitieve berekening  offerte.
  3. Aanvragen en betalen
  4. Inzien  Overzicht kandidaten, informatie over de reis, rekening inzien
  5. Gebruiken van de dienst  Reisgegevens ophalen, daten
  6. Beëindigen

Eisen aan de frontoffice Deze eisen worden gesteld om het vertrouwen van de consument te krijgen. - Heldere voorwaarden en prijsstelling - Assortiment en focusproducten o Focusproducten zijn oplossingen waarop de aanbieder de aandacht richt. - Wizards o Invullen van intelligente wizards kan er snel naar een oplossing worden toegewerkt. Hierin worden allerlei vragen gesteld, waaruit een dienst rolt. - Rekenhulp - Keurmerken, gebruiksreviews en klantbeoordelingen - Vertrouwen in de aanbieder o Adresgegevens, waarborgen, openingstijden en klachtenprocedure. - Mobiele communicatie - Bezoekgedrag bijhouden o Digital analytics

Eisen backoffice  Eisen om de dienstverlening zo klantvriendelijk mogelijk te maken - Bestaande systemen aanpassen - Aanwezigheid van de dienstverlener - Stimuleren van gebruik van geautomatiseerde dienstverlening - Event driven marketing (EDM) inzetten van geautomatiseerde dienstverlening - Status vragen via de website - Alerts

4 Productverbetering PDCA-cyclus = veelgebruikt model voor kwaliteitsverbetering. Eerst maak je een Plan, dit wordt dan uitgevoerd(DO). Daarna controleer je het (Check) en als dat niet het geval is kom je in actie (Act)

Er zijn 2 soorten bronnen voor ideeën voor productverbetering Interne bronnen: inzichten van productspecialisten, marketeers, klantenservice etc. - Klanttevredenheidsonderzoek - Rapportages van opmerkingen en klachten die binnenkomen bij klantenservice - Overzicht periodieke vragen - Analyses van concurrerende sites

Externe bronnen: klanten, bezoekers, leveranciers. - Beoordelingssites - Magazines en blogs - Social media

Importance performance matrix = matrix met daarin resultaten op verschillende onderdelen met de importantie van die verschillende onderdelen.

4 Productrealisatie

  • Ontdekking o Kansen ontdekken en ideeën voor nieuwe producten genereren
  • Scoping o Snelle en goedkope beoordeling van de technische voordelen en marktkansen.
  • Business case

SEO = het optimaliseren van een site op bepaalde zoekacties, zodat ze zo hoog mogelijk op de resultatenpagina van een zoekmachine wordt getoond. PageRank = aanbeveling die iemand doet door een link naar een site te maken.

SEA = plaatsen van advertenties die worden getoond als iemand een specifiek ingekocht zoekwoord intikt.  gesponsorde koppelingen.

Voordelen SEO - Voor bezoekers die klikken wordt niet betaald aan google. - Een betere vindbaarheid betekent vaak structureel meer verkeer - 70% van alle clicks binnen google zijn organisch, advertenties worden nog vaak genegeerd Nadelen SEO - Het duurt lang voordat er resultaten zijn - Inspanningen binnen SEO zijn arbeidsintensief - Geen gegarandeerd resultaat

Voordelen SEA - Direct resultaat - Duidelijke kosten - Goede meetmogelijkheden - Veel vrijheid in het aanpassen van advertenties.

Nadelen SEA - Het kost geld per bezoeker - Meer concurrentie kan de prijs verhogen - Na beëindigen van de campagne is het verkeer weer weg

Kosten SEA SEA werkt volgens het betaal-per-klik = PPC. Een populaire advertentie kan minder per klik kosten dan een advertentie die het minder goed doet bij het zoekende publiek. Quality score = kwaliteit, en hoelang het duurt voordat men op een websitepagina terechtkomt. Op deze manier weegt Google de advertentie mee in de online veiling.

Er zijn 4 typen zoekers - Scan en clickers o Jonge mannen die een snelle scan doen van de bovenste 3 tot 4 listings. Weinig gelezen en snel geklikt. Als er geen resultaat is dan beginnen ze opnieuw een zoekactie - Tweestaps-scanners o Mannen rond de 40 jaar. Eerst een snelle scan naar de topresultaten. Als er geen match is wordt de hele pagina gelezen. - Onderzoekers o 60% vrouw en 40% man. Ze lezen alle titels en beschrijvingen. Vervolgens gaan ze naar pagina 2. - Eén-twee-driezoekers o Deze lezen niet alleen beschrijvingen maar ze klikken op alle titels van boven naar beneden. Een veelgebruikt model voor SEA is het AIDA-model. Een consument start met attentie voor een bepaald product, daarna krijgt hij interesse, voelt verlangen opkomen om het te kopen en gaat vervolgens tot actie.

A = zoekwoorden I = advertenties D = landingspagina A = call to action

3 essentiële kengetallen om resultaten te meten van zoekmachine adverteren zijn: - Vertoningen o Aantal keren dat een advertentie getriggerd door een zoekwoord vertoond is in de zoekmachineresultaten.  gratis - Clicks o Aantal keren dat op een advertentie geklikt is. - Click through rate o Gemiddeld aantal keren dat er op een advertentie geklikt is als percentage van de vertoningen. Hoe hoger de CTR hoe hoger de relevantie en interessanter de advertentie is voor de zoeker. Een manier om te kijken of een campagne, advertentiegroep of zoekwoord voldoende oplevert, is het bepalen van de zogenoemde ROAS = Return on advertising spending. ROAS = (totale conversiewaarde- totale kosten)/Totale kosten

Bijvoorbeeld: er zijn 10 conversies gerealiseerd met een waarde van 50 euro per stuk. Totale conversiewaarde = 10 x 50 = 500 euro. 100 klikken zijn geregistreerd waarvoor 1 euro is betaald. De kosten waren dus : 100 x 1 = 100. Dus: (500-100)/100 = 4. Elke 1 euro aan kosten levert 4 euro extra op.

Een landingspagina is een webpagina die het vervolg op een direct-marketingactie vormt. Het is de eerste pagina waarop een zoeker na een klik op een advertentie terecht komt op landt. Dit kan alleen via je advertentie worden bereikt. Microsite = wanneer het meerdere pagina’s zijn. Doel: respons te verhogen en deze bezoekers klant laten worden.  tot actie overgaan

Voordelen landingspagina’s - Op een geïsoleerde pagina kun je de dialoog aangaan met de leid en hem vertellen over het aanbod - De pagina heeft geen links naar andere producten en/of diensten zodat de aandacht op het aanbod blijft gevestigd - Landingspagina brengt de interesse die gewekt is door de advertentie naar een volgend niveau. - Landingspagina registreert het klikgedrag van de lezer, zo leer je de interesses en behoeften van de leads beter kennen.

5 Linkbuilding

Linkbuilding = proces van het identificeren en het opbouwen van relevante relaties (links) tussen websites en webpagina’s.

Linkbuilding moet resulteren in hogere bezoekersaantallen, verbeterde posities in zoekmachines en een bijdrage aan het merkimage van websites. - Meer bezoekers - Posities op specifieke zoektermen verbeteren - Ervoor zorgen dat websitepagina’s beter en sneller worden opgenomen in zoekmachines

o Het aangaan van langdurige of kortlopende partnerschappen op basis van uitwisseling van wederdiensten waaraan geen direct financiële vergoedingen ten grondslag liggen.  Gemiddelde schaalbaarheid  Voldoende kwaliteit

  • Links kopen o Kopen van links wordt vaak gebruikt om resultaten in zoekmachines te manipuleren.  Goede schaalbaarheid  Matige kwaliteit
  • Terugvorderen of heractiveren van links o Het activeren van niet werkende links en gedateerde pagina’s op websites van derden.  Matige schaalbaarheid  Goede kwaliteit

Hulpmiddelen voor linkbuilding

  • Google o Hierin kun je links bekijken die naar je websites verwijzen (actueel)
  • Moz Open Site Explorer o Hierin kunnen de linkpartners worden opgevraagd.
  • Majestic o Linkpartners kunnen worden bekeken.

Display advertising

 Meest ingezette advertentievorm.  Banners

Standaardbannerformaten

  • Skyscraper o Heeft een hoge doorklikratio
  • Brede skyscraper o Wordt zelden gebruikt
  • Medium rectangle o Goed reclame instrument, omdat het meestal tussen de content integreert en geschikt is voor rich media content, combinaties van tekst beeld enz.
  • Half-page Ad o Dit formaat is sterk in opkomst en zorgt voor een grote visibiliteit en een hoge impact.
  • Large rectangle o Grotere versie van de medium rectangle
  • Full banner o Wordt minder gebruikt
  • Leaderboard o Hogere breedbeeldbanner
  • Billboard o Banner over de hele breedte van de webpagina.

Bannersruimte inkopen

  • Direct selling o Meest eenvoudige is het helder inkopen van de advertentieruimte bij de website- eigenaar.
  • Saleshouses o Verkoop van de advertentieruimte uitbesteden o Webads, adfab o Verzorgen de commerciële exploitatie van sites van derden.
  • Advertentienetwerken

In-game advertising zijn logo’s en boodschappen op billboards, abri’s en dergelijke.

Content curatie is het vinden en delen van interessante en relevante content.

Een advergame is een maatwerkgame die volledig aansluit bij de merkwaarden en doelstellingen van

een merk of organisatie.

Content spinning is het hergebruiken van dezelfde content.

Contextual targetting = Banneruitingen worden afgestemd op de content die op de desbetreffende webpagina wordt getoond. Behavioural targetting = De uiting wordt aangepast aan eerder vertoond gedrag. Audience targetting = Dataprofielen worden ingekocht op basis van voor gedefinieerde doelgroep variabelen

Trafic campagnemateriaal = Het materiaal wordt ingeboekt, de pixels worden gegenereerd en geplaatst om de campagne door te meten en er wordt getest of alles werkt. Conversieattributie = Het inzichtelijk maken van verschillende online touchpoints voorafgaand aan de uiteindelijke conversie. E-mailmarketing = Een vorm van direct marketing, waarbij het kanaal e-mail en het e-mailadres worden ingezet om boodschappen van een organisatie naar haar doelgroepen te krijgen. De ontvanger moet vooraf toestemming hebben verleend. Daarom wordt e-mailmarketing ook wel „permission based marketing geno‟ emd.

Hoofddoelstellingen van e-mailmarketing: - Acquisitie = Klanten werven of bij bestaande klanten meer verkopen. - Retentie = Bestaande klanten behouden door ze met regelmaat op de hoogte te houden van ontwikkelingen e. - Kostenbesparing = Post vervangen door e-mail. - Websitebezoek stimuleren

Partnermailing = Mensen geven om uiteenlopende redenen toestemming om mails van partners v/d organisatie te sturen.

E-mailmarketingregels: - Afzenderadres = Moet herkenbaar zijn, consistent en betrouwbaar. - Goede onderwerpregel = Wat kunnen ontvangers verwachten v/d e-mail? - Headline = Bevordert het lezen. Moet aanvullend zijn op de onderwerpregel. - Adresseer de ontvanger = Persoonlijk karakter van e-mailing. - De uiteindelijke boodschap staat vermeld in de bodycopy  Kort en krachtig zijn met het overbrengen v/d boodschap. - Een duidelijke call for action -> Klikgedrag stimuleren. - Afzender plaatsen  Vergroot het gevoel van persoonlijke aandacht.

gebeurtenissen jouw aanbod voor jouw klant het meest relevant is. Gebaseerd op het identificeren van veranderingen in de situatie of behoefte van klanten en daarop inspelen met vooraf gedefinieerde marketingcampagnes zodra die veranderingen optreden. 2 hoofdvormen van maatwerk: Massamaatwerk Hierbij laat een bedrijf zijn klanten kiezen uit een X aantal productvarianten gebaseerd op het gebruik van standaardcomponenten (mass customization). Individueel/echt maatwerk Klanten kunnen hierbij kiezen uit een ongelimiteerd aantal productvarianten (mass individualization). 2 vormen van personalisatie: Personalisatie van websites Hierbij krijgen gebruikers informatie aangeboden die voor hen op maat gegenereerd wordt. Personalisatie van producten en diensten Bijv. je eigen pizza samenstellen, of boodschappenlijstje maken op de app van AH. 3 vormen van behavioural targetting Worden vaak in combinatie met elkaar toegepast: Targetting op basis van geografische herkomst (geo-targetting) Op basis van klantprofiel (profile targetting) Op basis van klikgedrag (behavioural targetting). Dit gaat een stap verder. Daarbij wordt vooral gekeken naar het klikgedrag in combinatie met andere gegevens zoals de locatie en het klantprofiel.

H9 Social media

3 typen gebruikers social media

  • Consumeren o Vergt minste activiteit  bekijken van foto’s
  • Bijdragen o Reageren op bijv. artikelen, foto’s of video’s of bijdragen aan een discussie
  • Creëren o Actieve producenten van merkgerelateerde informatie.

6 motivaties voor het gebruik van social media:

  • Entertainment
  • Informatie
  • Persoonlijke identiteit
  • Integratie en sociale interactie (omdat anderen het ook doen)
  • Beloning
  • Zelfverwezenlijking

Motivaties voor het consumeren van merkgerelateerde informatie  informatie gerelateerde

motivaties.

9 social media inzetten op 3 verschillende niveaus - Participeren Deelnemen aan discussies en reageren op vragen. - Luisteren Monitoren van verschillende sociale netwerken om zo te weten te komen wat er over je gezegd wordt. - Initiëren

Het zelf op gang brengen van de discussie door proactief informatie te verspreiden.

9 Social business

  • Social branding  Via social branding is het mogelijk de kennis, houding en gedrag ten opzichte van merken en organisaties te veranderen.
  • Social service  Hierbij verbeteren merken de bereikbaarheid voor hun klanten en kan men via deze weg de klanttevredenheid bevorderen.
  • Social loyalty  Hierbij kun je merkenvoorkeur versterken en hem nog meer betrekken bij je merk. (belonen van je fans)

9 Adverteren op sociale netwerken

  • Organisch bereik  het aantal unieke personen dat je bericht heeft gezien in hun nieuwsoverzicht
  • betaald bereik  aantal unieke personen dat een bericht heeft gezien via een advertentie
  • viraal bereik  aantal unieke personen dat een bericht heeft gezien via een verslag dat door een vriend is geplaatst.

H10 Het begrip mobiele marketing Mobiele marketing = een verzameling van methoden die organisaties in staat stelt om een interactieve en relevante wijze te communiceren en contact te leggen met hun doelgroep via een mobiel apparaat of mobiel netwerk.

Communicatiekanalen mobiele marketing - Messaging  Reclameboodschappen via sms.

  • Mobile web  Mobile display advertising  Mobile video advertising  Mobile search advertising  Mobile website  Responsive website
  • Apps  Utility apps = hulpmiddelen zoals find my iphone.  Mobile branded apps = playstore  Branded app  Mobile game advertising  Branded utility = vorm van marketingcommunicatie met gebruiksnut. (bandje niveau alarm)

10 Marketingcommunicatie via mobile devices Mobile marketing - Direct - Persoonlijk - Meeste consumenten hebben het bij zich.

Was dit document nuttig?

Samenvatting Online marketing

Vak: Online marketing (COM)

27 Documenten
Studenten deelden 27 documenten in dit vak
Was dit document nuttig?
ISamenvatting Online marketing
1.1 Definitie online marketing
Proces waarbij organisaties en bestaande of potentiële klanten via internet waarden en
producten creëren en met elkaar uitwisselen. Online marketing is een deelproces van
marketing.
Synoniem online marketing = Internetmarketing, digitale marketing en e-marketing
Begrip online: in verbinding staan met internet
Verschil online marketing en e-commerce:
Bij e-commerce gaat het om de verkoop van producten en diensten via internet.
Bij online marketingcommunicatie verkopen organisaties het product niet online, maar benaderen ze
hun klanten wel online.
Verschil online marketing en e-business: e-business is het ondernemen met behulp van digitale
technieken. Dit is een breder begrip dan online marketing en e-commerce. Het gaat hierbij niet om
de interactie met markten maar om de digitale processen in de gehele organisatie waarmee de klant
niet in aanraking komt.
1.2 Online marketing in relatie tot traditionele marketing
-Via internet kan de informatiebehoefte van klanten op een eenvoudige manier worden
bevredigd.
-Internet maakt het mogelijk informatie op maat te bieden
-Internet maakt het mogelijk veel informatie over potentiële klanten te verzamelen
-De effecten van marketingcommunicatie via internet op de verkopen zijn goed meetbaar
-Via internet is een grote mate van interactiviteit met de klant mogelijk.
-Het is mogelijk via online marketing om grote hoeveelheden informatie met potentiële
klanten uit te wisselen tegen weinig kosten
-Het marketingbudget kan doelgerichter worden ingezet doordat de effecten van
marketingcommunicatie online goed meetbaar zijn.
Doel individuele marketing = volledig op maat maken van producten of marketinginspanningen voor
een individuele klant. Dit maakt geïndividualiseerde productie gemakkelijker zelf dingen
ontwerpen.
- Corporate website
oInteractie tussen organisatie en stakeholders(klanten, medewerkers, pers en
aandeelhouders) te ondersteunen randstad.com
- Webshops
oOnline winkels of verkoopsites waar producten kunnen worden bekeken en besteld
Amazon
- Communicatiesites
oVertellen de bezoekers over de producten/diensten van de aanbieder.
Productbeschrijvingen, lijsten met winkels waar het product kan worden gekocht en
gebruiksaanwijzingen. Grundig.com
- Lead generation site
oCommunicatiesite met als doel om in contact te komen met potentiële klanten.
- Merksites/brandingsites