Hoorcollege 10, Taakanalyse - kracht
Biologie
Aanbevolen voor jou
Reacties
Gerelateerde documenten
Gerelateerde Studylists
1.1 GezondheidPreview tekst
Hoorcollege 10, Taakanalyse-kracht 17-9-
Trainingsgroepen: 1. Techniek 2. Tactiek 3. Mentaal/psyche 4. Fysiek Fysiek Grondmotorische eigenschappen Kracht Lenigheid Uithoudingsvermogen Coördinatie Snelheid
Kracht is het vermogen van spieren om een belasting of een weerstand te overwinnen, te verplaatsen of onder controle te houden
Casus de beginnende atleet
- Hulpvraag centraal: – Ik wil lange afstanden gaan lopen en wil graag advies welke spieren ik overbelast en hoe ik deze kan trainen.
- Taak analyse
- Wat is hiervoor nodig op gebied van kracht?
Taak analyse
- Analyse van activiteit
- Analyse houding / beweging binnen trainingsleer
- Analyse GME
- Analyse verschijningsvormen
- Analyse energieleverende systemen
- Vaststellen trainingsdoelstellingen
Piramide van kracht (Wordt vanuit 1 RM bekeken)
Maximaalkracht = 1 RM = 1 Repetitie max (85-100%) Recrutering = (80-95%) Snelkracht = (60-70%) Hypertrofie = (60-80%) Explosieve kracht = (30-40%) Kracht UHV = (20-50%) Snel- excentrisch = (10-20%) Coördinatie = (<10%) Pre-stretch = (5-10%) Plyometrie (<5%)
1 Repetitie max
1RM bepalen:
Brzycki (1993) 1RM = Gewicht / ( 1 - ( 0 * Herhalingen))
Baechle (2000) 1RM = Gewicht * ( 1 + ( 0 * Herhalingen))
Voorspelling 1RM op basis van submax testen niet betrouwbaar (Edelaar, M.J. et al., 2005)
Appels en Peren? Mogelijk met Patiënten? (Soms wel omdat het niet anders kan maar het is wel een gekke berekening)
In de praktijk
- Bewegingsuitvoering checken kwaliteit vs kwantiteit van bewegen
- Individuals Repetition Maximum (Richens & Cleather, 2014)
- BORG / EMI / RPE score: 7-8 [0-10]
- Passend bij de verschijningsvorm
- Maak gebruik van de richtlijnen
FITT
- Frequentie
- Intensiteit
Musculaire adaptaties
- Hypertrofie vs Hyperplasie
- Tijdelijk (schijnhypertofie)
- Chronisch (structureel)
- Fysiologische dwarsdoorsnede
- Meer Parallelle myofibrillen in de spiervezel
- Size principle spiervezeltype I (Aeroob, niet krachtig & langzaam (Duur)), IIa en IIx
Hypertrofie van spiervezels
- Wat verandert er binnen de spiervezel?
- Meer parallelle myofibrillen binnen een spiervezel
- Meer actine- en myosine filamenten binnen een myofibril
- Meer sarcoplasma (Anarobe verbranding plaats, meer mitochondrien zitten)
- Meer bindweefsel (is niet alleen elastiek, helpt ook bij contracties)
Bindweefsel adaptaties
- Toename botdichtheid
- Toename belastbaarheid spierbindweefsel (epi- , peri- en endomysium)
- Toename trekvastheid peesweefsel
Waarom trainen? - Van trainen wordt men niet beter. Men wordt beter van het herstel van een training! - Supercompensatie
Kijk hoorcollege terug
