Was dit document nuttig?
Proeftentamen 2009-2010
Vak: Combinatorial Optimisation (FEB22002X)
61 Documenten
Studenten deelden 61 documenten in dit vak
Universiteit: Erasmus Universiteit Rotterdam
Was dit document nuttig?
Proeftentamen Combinatorisch Optimaliseren
Opgave 1 (6 + 3 punten)
Een bedrijf maakt ´e´en product en wil een productieplan maken voor de opeenvolgende
perioden 1,2, . . . , T . De vraag naar het product is in elke periode bekend en wordt voor
periode taangegeven met dt. Aan de vraag in een bepaalde periode kan op de volgende
twee manieren worden voldaan (combinaties zijn toegestaan):
•door productie in de periode zelf,
•door in eerdere perioden te produceren en dan te leveren uit de opgebouwde voor-
raad.
Aangenomen mag worden dat productie altijd aan het begin van een periode plaatsvindt
en dat de productietijd verwaarloosbaar is.
Er zijn capaciteitsrestricties die de grootte van de productie beperken: in periode t
kunnen niet meer dan cteenheden worden geproduceerd. Verder geldt er ook een restrictie
op de minimale productiehoeveelheid. Als er in een periode tproductie plaatsvindt, dan
moeten ten minste ℓteenheden geproduceerd worden. We nemen aan dat 0 ≤ℓt≤ct
voor t= 1, . . . , T . (De capaciteiten en minimale productiehoeveelheden kunnen dus per
periode verschillen, maar zijn wel steeds bekend.)
Het bedrijf heeft de volgende kostenstructuur. De productiekosten in periode tbedra-
gen ptper eenheid geproduceerd in die periode. Daarnaast zijn er nog opstartkosten
(setup-kosten) stdie gemaakt worden zodra er in periode tgeproduceerd wordt; deze
kosten hangen niet af van het niveau van de productie in periode t. De voorraadkosten in
periode tbedragen htper eenheid in voorraad aan het eind van de periode.
De doelstelling is om een toegelaten productieplan voor de Tperioden te bepalen
zodanig dat aan alle vraag wordt voldaan en het totaal van de boven genoemde kosten
minimaal is. Aangenomen wordt dat er voor aanvang van periode 1 geen voorraad aanwezig
is.
(a) Formuleer het probleem als een (gemengd) geheeltallig lineair programmeringspro-
bleem ((mixed) integer linear programming problem). Geef een duidelijke toelichting
op de gebruikte variabelen en restricties.
Beschouw een (algemeen) geheeltallig lineair programmeringsprobleem
min{c⊤x:Ax≤b,x∈Nn},(IP)
waarbij A,ben cde juiste dimensies hebben en N={0,1,2, . . . }. Stel dat P1en P2
formuleringen zijn voor het toegelaten gebied van probleem (IP) en stel dat P1⊆P2.
(b) Stel verder dat we de twee formuleringen willen gebruiken om probleem (IP) op te
lossen met behulp van Branch-and-Bound. Welke formulering heeft uw voorkeur?
Leg uit waarom.
1