Meteen naar document
Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.

Aantekeningen Privaatrecht, college 2-5 + 7

Vak

Privaatrecht (L.BRR.5974)

63 Documenten
Studenten deelden 63 documenten in dit vak
Universiteit

Hogeschool Saxion

Studiejaar: 2013/2014
Geüpload door:
Anonieme student
Dit document is geüpload door een student, net als jij, die anoniem wil blijven.
Hogeschool Saxion

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Preview tekst

Privaatrecht les 2 – overnemen in schrift

Wat er mis kan gaan met de wilsovereenstemming.

Om een overeenkomst aan te gaan moet de wil verklaart worden: een wilsverklaring afleggen.

Er kunnen twee oorzaken zijn dat de overeenkomst niet door kan gaan:

  1. Wilsontbreken/wilsdefect
  2. Wilsgebreken

Ad 1

De wilsverklaring stemt niet overeen met de wil als gevolg van een fout of een geestesstoornis. Als gevolg van een fout is een overeenkomst nietig. Tenzij de wederpartij zich kan beroepen op de vertrouwensleer: dan is de overeenkomst wel geldig. De vertrouwensleer houdt in dat de wederpartij er gerechtvaardigd in vertrouwen kon dat die ander verklaarde wat hij werkelijk wilde.

Als gevolg van een geestesstoornis is een overeenkomst vernietigbaar. Artikel van toepassing op een geestesstoornis: art 3:34 BW. Er moet een verband worden gelegd tussen de stoornis en de gesloten overeenkomst. Hier zijn twee manieren voor. Ten eerste kan je bewijzen dat de belangen niet meer behartigd kunnen worden. Ten tweede kan je bewijzen dat er gehandeld is onder invloed van de stoornis. De tweede manier is het ‘gemakkelijkst’: laten zien dat de overeenkomst heel nadelig is geweest. NB: hierbij kan beroepen worden op de vertrouwensleer

Ad 2

De wilsverklaring stemt wel overeen met de wil maar de wil is gebrekkig/verkeerd/onjuist/etc. tot stand gekomen. Dit kan gebeurt zijn onder invloed van:

  • Dwaling
  • Bedrog
  • Bedreiging
  • Misbruik van omstandigheden

Wil

Wilsverklarig

Wil

Wilverklaring

Als er sprake is van één van deze zaken, dan is de overeenkomst vernietigbaar.

Art. 3: BW

Art. 6:

Dwaling

Bij dwaling moet er sprake zijn van bepaalde dingen. Ten eerste een onjuiste voorstelling van zaken. Bij een onjuiste voorstelling van zaken denk je dat je bijvoorbeeld een goede auto koopt, terwijl je een rammelbak koopt. Daarnaast moet deze onjuiste voorstelling betrekking hebben op essentiële eigenschappen. Met essentiële eigenschappen wordt bedoeld: als ik van de werkelijke situatie op de hoogte was geweest (ofwel, wist je van tevoren dat de auto een rammelbak was), zou je de auto dan hebben aangeschaft? Vervolgens moet er een kenbaarheidseis zijn. Hiermee wordt bedoeld: aan de wederpartij moet kenbaar zijn dat die eigenschappen belangrijk zijn. Als vierde moet er sprake zijn van art. 6:228 lid 1 sub a/b/c: de overeenkomst is vernietigbaar:

a. indien de dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij, tenzij deze mocht aannemen dat de overeenkomst ook zonder deze inlichting zou worden gesloten;

b. i ndien de wederpartij in verband met hetgeen zij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten, de dwalende had behoren in te lichten;

c. indien de wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst van dezelfde onjuiste veronderstelling als de dwalende is uitgegaan, tenzij zij ook bij een juiste voorstelling van zaken niet had behoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst zou worden afgehouden.

Ten vijfde mag je niet dwalen door een toekomstverwachting. Bij een toekomstverwachting moet je twee perioden vergelijken. Het moment bij het sluiten van een overeenkomst en het moment dat de wederpartij zich op dwaling beroept. Is er in deze periode niets essentieels veranderd? Zo ja, dan is er geen sprake van een toekomstverwachting. Als er geen toekomstverwachting is, dan is er aan de eis voldaan. Als laatste mag de dwaling niet voor eigen rekening zijn. De dwaling is voor eigen rekening als het jouw eigen schuld is. Uitzondering: als de wederpartij gezien kan worden als deskundig. Dit zijn cumulatieve voorwaarden: als er een beroep op dwaling gedaan wordt moeten aan alle voorwaarden zijn voldaan.

Bedrog, bedreiging en misbruik van omstandigheden

Bij bedrog moet er sprake zijn van een listige kunstgreep, bijvoorbeeld liegen. Bij bedreiging zijn er twee soorten bedreigingen te onderscheiden. Dit kan namelijk zowel psychisch als fysiek zijn. Als laatste is er misbruik van omstandigheden.

Vernietigen

Hoe vernietig je een overeenkomst? Art. 3:49 e. is hier van toepassing. Dit wordt gedaan door een buitengerechtelijke verklaring. In de meeste gevallen, als dit niet werkt, dan is er de mogelijkheid om naar de rechter gaan voor een rechtelijke uitspraak.

Nota bene: op de toets zijn er twee soorten gestoorden te onderscheiden: gestoorden die onder curatele zijn gesteld en gestoorden die niet onder curatele zijn gesteld. De overeenkomsten gesloten door iemand die onder curatele gesteld is, zijn vernietigbaar. Hiervoor hoef je alleen maar aan te tonen dat diegene onder curatele gesteld is. Is diegene niet onder curatele gesteld is, dan moet je de wilsontbreken aantonen.

o Art. 6:236 BW, ofwel de zwarte lijst. Deze artikelen zijn zonder meer onredelijk bezwarend, dus tegenbewijzen is niet mogelijk. o Art. 6:237 BW, ofwel de grijze lijst. Deze artikelen zijn vermoedelijk onredelijk bezwarend, dus tegenbewijzen is wel mogelijk.  Art. 6:237 sub f is de exoneratieclausule.

  • Sub b: de wederpartij heeft geen redelijke mogelijkheid tot kennisneming. De uitbreiding staat in art. 6:234 BW.
  • Reflexwerking: kleine bedrijven zoals eenmanszaken kunnen zich als consument aanmerken, zodat ze zich o. kunnen beroepen op de zwarte en grijze lijst.
  • In art. 6:235 lid 1 BW staan bedrijven die zich niet op de vernietigingsgronden zoals beschreven in art. 233 niet gebruiken. Dit zijn rechtspersonen die hun jaarrekeningen openbaar maken of partijen waar meer dan 50 of meer personen werkzaam zijn. Wat deze grote bedrijven wel kunnen doen staat in art. 6:248 BW.
  • Let op: als de algemene voorwaarden niet overhandigd zijn is het een vernietigingsgrond. Niet te verwarren met het niet doen van een aanbod van de algemene voorwaarden. Zie stap twee.

Privaatrecht les 4

Een verbintenis is een rechtsgevolg dat voortkomt uit een overeenkomst (het recht van de één, de plicht van een ander). In het verbintenissenrecht is staat dit recht ook wel bekend als een vorderingsrecht. Een plicht in dit geval noemen we ook wel een schuld. Een rechtsvordering is de mogelijkheid om met het vorderingsrecht naar de rechter stappen. Tegenover een rechtsvordering staat aansprakelijkheid. Tegenover het verhaalsrecht staat uitwinbaarheid. Dit alles staat bekend als een civiele verbintenis. In dit verhaal is de schuldeiser de crediteur. Hij kan zich beroepen op de vorderingsrecht, de rechtsvordering en het verhaalsrecht. Daarnaast is er de debiteur, de schuldenaar. Hij heeft de schuld, de aansprakelijkheid hierop en de uitwinbaarheid.

Dan de natuurlijke verbintenis (art. 6:3 BW); een rechtens niet- afdwingbare verbintenis. Dit betekent dat als er sprake is van een natuurlijke verbintenis je niet naar de rechter kan stappen. Met als gevolg dat je niet kan beroepen op vorderingsrecht en schuld. Er zijn drie redenen waarom een verbintenis een natuurlijke verbintenis is :

  1. Op basis van een overeenkomst.
  2. Op basis van de wet.
  3. Op basis van een dringende reden van redelijkheid en billijkheid.

Een voorbeeld: art. 7A:1828 BW. Deze wet bepaalt dat er geen rechtsvordering mogelijk is ter zake van een schuld uit spel of weddingschap. Ook een voorbeeld: art. 3:306 e. BW. Deze wet bepaalt dat rechtsvorderingen verjaren. Als je te lang wacht, kan je niet meer naar de rechter. Hier kan je duidelijk zien wat er uit een natuurlijke verbintenis voortvloeit: helemaal niets. Je kan namelijk niet naar de rechter stappen als hier sprake van is.

Gevolgen/kenmerken van een natuurlijke verbintenis:

  1. Het is rechtens niet- afdwingbaar.
  2. Het kan omgezet worden in een civiele verbintenis.
  3. Voldoen aan een natuurlijke verbintenis betekent niet dat het een schenking is. Over schenkingsrechten hoef je namelijk niet te betalen.
  4. Als je vrijwillig voldoet aan een natuurlijke verbintenis dan is dat geen onverschuldigde betaling (art. 6:203 e. ) Notabene: betalen is synoniem aan presteren, dus het gaat niet altijd over geld.

Bij een onverschuldigde betaling heb je recht om het geld terug te krijgen.

Waaruit ontstaan verbintenissen? De bronnen hiervoor zijn:

  1. De overeenkomst.
  2. De wet
  3. Redelijkheid en billijkheid

Ad 2

Een verbintenis kan ontstaan uit de wet op drie manieren. Ten eerste kan het ontstaan op basis van een wetsartikel. Art. 5:65 BW geeft hiervoor een voorbeeld. Een mandelige zaak is een zaak die tot

  1. Ja, de winkelier heeft de plicht het geld terug te betalen en de klant heeft het recht om het geld terug te krijgen. Bron: de wet (toedoen van de mens)
  2. Ja, de Dominus heeft de plicht om het geld aan de zaakwaarnemer te geven en de zaakwaarnemer heeft het recht dat geld te ontvangen. Bron: de wet (toedoen van de mens, rechtmatig handelen)
  3. Ja, de minderjarigen hebben de plicht de kinderen te verzorgen en op te voeden, de kinderen hebben daar recht op. Bron: de wet (op basis van een wetsartikel (art. 1:247 BW))
  4. Ja, ik heb de plicht de schade te vergoeden en mijn vriend heeft het recht op schadevergoeding. Bron: de wet (toedoen van de mens, onrechtmatige daad)
  5. Art. 5:49 BW
  6. Een voorwaardelijke ontbindende verbintenis.

Vervolg week 4!!

Verbintenis teniet gaan 2. Verrekening art:127 BW

  • Wederzijds elkaars debiteur/crediteur
  • In dezelfde hoedanigheid
  • Geld/genus(soort)zaken
  • Opeisbaar  (het is pas opeisbaar als de betaaldatum is verstreken) Bij twee verschillende betaaldata kun je niet compeseren omdat er voor 1 van de geldbedragen nog geen betaaldatum is verstreken.
  • Liquide  Ze moeten beide weten hoe hoog de vordering is. Het moet omgezet kunnen worden in geld. Als iemand een schuld heeft van 100 euro kun je dit niet compeseren met een schadevergoeding.
  • Als de wet het verbied mag het niet
  • Verrekeningsverklaring  Verklaren dat je gaat vorderen

3 Afstand van een vordering art. 6:160 BW De crediteur doet afstand van de vordering. Dit kan alleen als de debiteur hier ook mee akkoord gaat.

4 Vermenging art. 6:161 BW De crediteur wordt de debiteur en de debiteur wordt de debiteur Bijvoorbeeld fuseren van bedrijven of trouwen met elkaar

5 (Verjaring 3:306 ev.) Er ontstaat dan een natuurlijke verbintenis. Je kunt alleen niet meer naar de rechter om te vorderen.

Week 5 Wanprestatie

Wanprestatie is een toerekenbaarheid tekortkoming in de nakoming, dit staat niet in de wettenbundel. Je kunt op drie manieren als debiteur tekortkomen in de nakoming 1. Niet presteren 2. Verkeerd presteren (dus bijvoorbeeld een verkeerd behang aan de muur plakken dan was afgesproken 3. Te laat presteren - Kun je zien aan de aard van de prestatie (bijv. een kerstkostuum dat in januari wordt geleverd in plaats van in december. - Je kunt het zien aan het verstrijken van een fataal termijn (een uiterste termijn om te presteren) op of omstreeks of op is geen fataal termijn. Wel fatale termijn is uiterlijk op - IGS (In Gebreke Stelling) sturen. Als je het fatale termijn niet goed hebt afgesproken stuurt de crediteur de debiteur een brief om alsnog te presteren met hierin een uiterste termijn). De IGS mag je pas sturen als er een redelijk termijn is verstreken. Hierin moet je ook de debiteur een redelijk termijn geven om alsnog te presteren.

(Vervolg actiemogelijkheden nr. 3)

  1. Tekortkoming

Eisen art 6:74 BW waaraan je moet voldoen om schadevergoeding te eisen

  1. Er moet schade zijn

  2. Er moet een causaal verband zijn

  3. Het moet toerekenbaar zijn (schuld)  De tekortkoming moet zijn toe te rekenen aan de debiteur.

  4. Tekortkoming in de nakoming

  5. Er moet sprake zijn van verzuim

  6. Als de debiteur geen schuld heeft (hij kan er niks aan doen)

Wanneer is de tekortkoming niet toe te rekenen aan de debiteur? (overmacht art. 6:75)

  1. Het niet voor risico van de debiteur

EN

Een overheidsingrijpen is nooit een risico van de debiteur!! Dus je kunt hier niks aan doen.

  1. Hulppersonen zijn altijd voor risico van de debiteur (buurman, werknemers etc.)

Wanneer is de tekortkoming wel toe te rekening aan de debiteur? Art. 6:76 en art. 6:77 BW

  1. Hulpzaken zijn bijna altijd voor risico van de debiteur

Dus als iemand anders dan de debiteur iets fout heeft gedaan, kan de debiteur er wel voor aangekeken worden omdat hulppersonen wel voor rekening zijn voor de debiteur.

Art. 6:74 (lid 2) BW

Eisen van aanvullende/vervangende schadevergoeding

  1. Tekortkoming in de nakoming
  2. Er moet sprake zijn van schade
  3. Er moet sprake zijn van toerekenbaarheid (let op: overmacht)
  4. Causaal verband
  5. (Verzuim) In gebreke/te laat  Is niet altijd een eis voor schadevergoeding
    • Wel vereist als de prestatie nog mogelijk is.
    • Niet vereist als de prestatie blijvend onmogelijk is.

De crediteur kan bij wanprestatie ontbinding of ontbinding + aanvullende schadevergoeding eisen (6:265 BW e.) Ontbinding art. 6:265 (lid 2) BW Ongedaanmakingsverbintenis 1. Tekortkoming in de nakoming 2. Er moet sprake zijn van een wederkerige overeenkomst (art. 6:261 BW) 3. De tekortkoming moet de ontbinding rechtvaardigen (het moet in verhouding zijn met elkaar) 4. (Verzuim) - Wel vereist als de prestatie nog mogelijk is - Niet vereist als de prestatie blijvend of tijdelijk onmogelijk is

6:267 BW t/m 270 BW ontbinding

Terecht beroep op overmacht door de debiteur zorgt ervoor dat de crediteur zich niet kan beroepen op schadevergoeding.

Verweermiddelen debiteur:

  1. Overmacht 6:75 BW
  2. Opschortingsrecht
    • ENAC (dus als bijvoorbeeld de een niet goed presteert, daardoor dus niet betalen), je pleegt dan beide wanprestatie. Dit kan alleen bij wederkerige overeenkomsten, art. 6:262 BW. Let op: Het moet wel in verhouding zijn met elkaar.
    • Retentierecht Je kunt een zaak van een ander bij je houden, net zolang tot dat de ander de prestatie voldoet. Bijvoorbeeld een fietsenmaker met een fiets.

Week 6 Goederenrecht/vermogensrecht

Vermogen: Bezittingen en schulden Goederen en schulden/plichten

Goederen – Zaken (kun je aanraken)

  • Rechten (kun je niet aanraken)
  1. Stoffelijk/tastbaar

Zaken 3:2 BW

  1. Het moet waarde vertegenwoordigen (zowel emotioneel of economische waarde)
  2. Je moet er heerschappij over uit kunnen oefenen
  3. Het voorwerp moet 1 geheel zijn (bijvoorbeeld een koe, tafel, fiets)

Of Lid 1: Iets is een bestanddeel als het volgens de verkeersopvattingen (wat wij met ons allen vinden) een wezenlijk onderdeel van de hoofdzaak.

Wat zijn bestanddelen? 3:4 lid 1 en 2

Of Lid 2: Iets is een bestanddeel als je dat onderdeel niet kan losmaken aan de hoofdzaak zonder een van de twee te beschadigen.

Natrekking 5:3 BW De eigenaar van de hoofdzaak is ook eigenaar van de bestanddelen.

Zakelijke rechten kun je vestigen op een zaak:

  1. Eigendomsrecht  volledig recht – genot

    • beschikken: Je mag doen met de zaak wat je wilt (vervreemden, vernietigen, bezwaren = een zakelijk recht op de zaak vestigen.
  2. Hypotheekrecht (3:260 BW)= Zekerheidsrecht

  3. Pandrecht = Zekerheidsrecht

  4. Recht van vruchtgebruik (3:201 BW) = genotsrechten

  5. Recht van erfdienstbaarheid (5:70 BW)= genotsrechten Beperkte rechten

  6. Opstalrecht = genotsrechten

  • Register goederen (huizen, schepen, vliegtuigen, overige ontroerende zaken) Opmaken notariele transportacte + inschrijving in kadaster (openbaar register) art. 3:89 BW
  • Vorderingen op naam (naam van crediteur is bekend) Akte van cessie Art. 3:94 BW Hierin zetten we op papier dat de vordering wordt overgedragen. De debiteur moet hiervan een mededeling.
  • vorderingen aan toonder (degene die jou aangeeft dat je moet betalen, bijv. deurwaarde. Overgavepapier art. 3:93 BW
  1. Je moet beschikkingsbevoegdheid zijn. Is de leverancier beschikkingsbevoegd?  De hoofdregel: eigendomsoverdracht door een beschikkingsonbevoegde leverancier is nietig. Verkrijger wordt geen eigenaar. Tenzij de verkrijger zich kan beroepen op een beschermingsartikel (art 3:86 lid 1 en 3:88 BW) Art. 3:86 lid 1 BW:
    • roerende niet-registerzaken
    • te goede trouw
    • verkregen anders dan om niet (dat er een tegenprestatie geleverd is)
    • er mag geen sprake zijn van een CP levering (art. 3:90 lid 2 BW)
    • de 3e hand moet voldoen aan de informatieplicht (art. 3:87 BW)

Revindiceren: in eigendom terugvorderen. Verjaringstermijn 20 jaar. Bezitter te kwade trouw (je weet niet dat je de eigenaar niet bent) Bezitter te goeder trouw (dief)

Eigenaar zonder bezit: Als iets gestolen is. Je bent dan nog wel eigenaar maar hebt het niet meer in bezit. Wie wil er eigenaar zijn zonder bezit? Bijvoorbeeld een verzekeringsmaatschappij.

Art. 3:86 lid 3: De eigenaar (eerste hand) kan zich hierop beroepen. Je kunt drie jaar lang zonder meer revindiceren.

Uitzonderingen 3:86 lid 3 Sub a: een consument die iets in de winkel koopt. Sub b: gestolen geld etc. Je kunt dan geen gebruik maken van lid 3

Art. 3:88 BW

  • register goederen/vordering op naam
  • te goede trouw
  • er moet sprake zijn van een gebrek in de vorige titel of vorige leveringsdaad.

 Overgave papier (art. 3:93 BW)

  • Beschikkingsbevoegdheid; de hoofdregel hierbij is dat eigendomsoverdracht door een beschikkingsonbevoegde leverancier is nietig. De verkrijger wordt geen eigenaar. Dit alles is tenzij de verkrijger zich kan beroepen op een beschermingsartikel. Dan wordt de verkrijger wel eigenaar. Er zijn twee beschermingsartikelen: o Art. 3:86 lid 1 BW:  Roerende niet-register goed  Te goeder trouw 

Aan al deze eisen moet worden voldaan.

Revindiceren betekent in eigendom terugvorderen. Dit heeft een verjaringstermijn van 20 jaar.

Een houder heeft een zaak van iemand anders onder zich en erkent dit ook. Daarnaast heb je een bezitter te kwade trouw en een bezitter te goede trouw. Een bezitter te kwade trouw heeft een zaak van iemand anders onder zich maar erkent dit niet. Een bezitter te goede trouw heeft een zaak van iemand anders onder zich maar weet niet dat het van iemand anders is.

Het kan voorkomen dat iemand eigenaar is zonder bezit.

Was dit document nuttig?
Dit is een Premium document. Sommige documenten op Studeersnel zijn Premium. Upgrade naar Premium om toegang te krijgen.

Aantekeningen Privaatrecht, college 2-5 + 7

Vak: Privaatrecht (L.BRR.5974)

63 Documenten
Studenten deelden 63 documenten in dit vak

Universiteit: Hogeschool Saxion

Was dit document nuttig?

Dit is een preview

Wil je onbeperkt toegang? Word Premium en krijg toegang tot alle 16 pagina's
  • Toegang tot alle documenten

  • Onbeperkt downloaden

  • Hogere cijfers halen

Uploaden

Deel jouw documenten voor gratis toegang

Ben je al Premium?
Privaatrecht les 2 overnemen in schrift
Wat er mis kan gaan met de wilsovereenstemming.
Om een overeenkomst aan te gaan moet de wil verklaart worden: een wilsverklaring afleggen.
Er kunnen twee oorzaken zijn dat de overeenkomst niet door kan gaan:
1. Wilsontbreken/wilsdefect
2. Wilsgebreken
Ad 1
De wilsverklaring stemt niet overeen met de wil als gevolg van een fout of een geestesstoornis. Als
gevolg van een fout is een overeenkomst nietig. Tenzij de wederpartij zich kan beroepen op de
vertrouwensleer: dan is de overeenkomst wel geldig. De vertrouwensleer houdt in dat de wederpartij
er gerechtvaardigd in vertrouwen kon dat die ander verklaarde wat hij werkelijk wilde.
Als gevolg van een geestesstoornis is een overeenkomst vernietigbaar. Artikel van toepassing op
een geestesstoornis: art 3:34 BW. Er moet een verband worden gelegd tussen de stoornis en de
gesloten overeenkomst. Hier zijn twee manieren voor. Ten eerste kan je bewijzen dat de belangen
niet meer behartigd kunnen worden. Ten tweede kan je bewijzen dat er gehandeld is onder invloed
van de stoornis. De tweede manier is het ‘gemakkelijkst’: laten zien dat de overeenkomst heel
nadelig is geweest. NB: hierbij kan beroepen worden op de vertrouwensleer
Ad 2
De wilsverklaring stemt wel overeen met de wil maar de wil is gebrekkig/verkeerd/onjuist/etc. tot
stand gekomen. Dit kan gebeurt zijn onder invloed van:
- Dwaling
- Bedrog
- Bedreiging
- Misbruik van omstandigheden
Wil
Wilsverklarig
Wil
Wilverklaring
Als er sprake is van één van deze
zaken, dan is de overeenkomst
vernietigbaar.
Art. 3:44
BW
Art. 6:228

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.

Waarom is deze pagina onscherp?

Dit is een Premium document. Word Premium om het volledige document te kunnen lezen.