Anatomie Wc 2
Basiskennis I: Anatomie/Geluidleer (GLO-1.ABK1-14)
Hogeschool Utrecht
Aanbevolen voor jou
Reacties
Andere studenten bekeken ook
- 2019 Week 3 - Opdrachten deskresearch periode A vaardigheden BDK LM 1920 (1)
- Erik of het klein insectenboek
- Fundamenten van de psychologie Mike
- Heineken rapport 1 - groepsopdracht omtrent interest management
- Diagnostiek en interventie 3: Uitwerking van alle profielen van blok C
- Samenvatting Gezond bewegen kun je leren Albertine poelgeest
Preview tekst
Anotomie WC
door Alex Krebbers
Opdracht 2a
Afferent = Blauw, naar het centrale zenuwstelsel toe.
Efferent = Rood, van het centrale zenuwstelsel af.
I. Olfactory (Olfactorius) Afferente functie: Neus slijmvliezen (Nasal cavity) Efferente functie: ‐
II. Optic (Opticus) Afferente functie: Oog optiek (Optic eye) zien. Efferente functie: Oculomotorius, zorgt dat je oog dichtknijpt bij aanraking. Reflex.
III. Oculomotor (Oculomotor) Afferente functie: ‐ Efferente functie: Ciliary muscle (Ciliare spier), sphincter pupilae (kringspier van het oog) and all external eye muscles except those below (alleen de bovenste exterene oogspieren)
IV. Trochlear (Trochlearis) Afferente functie: ‐ Efferente functie: Superior oblique muscle (Superieure schuine spier)
V. Trigeminal (Trigeminus) Afferente functie 1: Sensory‐face (Sensorisch gelaat, gezichtszenuwen) Afferente functie 2: Sinuses (Neus, reuk en waarneming) Afferente functie 3: Teeth (Tanden) Efferente functie: Motor‐muscles of mastication (Motorische kauwspieren)
VI. Abducens Afferente functie: ‐
Efferente functie: Abducens, Lateral rectus muscle (Brug oog spier)
VII. Facial (Facialis) Afferente functie: ‐ Efferente functie: Facial, Muscles of face (gezichtsspieren) Intermediate Nerve Afferente functie: Motoro‐submandibular, sublingual (beide speeksel klieren), lachimal glands (traan klieren). Efferente functie: Taste anterior 2/3 of tongue (smaak pupillen), sensory soft palate.
VIII. Vestibulocochlear (Statoacusticus) Afferente functie: Cochlear (Schelp incl. slakkenhuis), Vestibular (Gehoor kanalen) Efferente functie: ‐
IX. Glossopharyngeal (Glossopharyngeus) Afferente functie: Taste‐posterior 1/3 of tongue Sensory‐tonsil, middle ear Motor‐ stylopharyngeus (tuba eustachiius, buis naar je oor), parotid gland (Oorspeekselklier). Efferente functie: Pharynx muscle (Farynx spier, boven achter het strottenhoofd)
X. Vagus Afferente functie: External ear (oor schelp), Sensory‐heart, lungs, palate, pharynx, larynx, trachea, bronchi, GI tract. Efferente functie: Motor‐heart, lungs, palate, pharynx, larynx, trachea, bronchi, GI tract.
XI. Accessory (Accessorius) Afferente functie: ‐ Efferente fucntie: Sternocleidomastoid, trapezius muscles
XII. Hypoglossal (Hypoglossus) Afferente functie: ‐ Efferente functie: Tongue muscles, strap muscles (C1, 2, 3 fibers)
Puur motorisch = III, IV, VI (oogmotoriek) – XI (schouders) – XII (tongmotoriek)
Puur sensorisch = I (reuk) – II (visus, gezichtsvermogen) – VIII (gehoor en evenwicht)
Anatomie Wc 2
Vak: Basiskennis I: Anatomie/Geluidleer (GLO-1.ABK1-14)
Universiteit: Hogeschool Utrecht
Aanbevolen voor jou
Andere studenten bekeken ook
- 2019 Week 3 - Opdrachten deskresearch periode A vaardigheden BDK LM 1920 (1)
- Erik of het klein insectenboek
- Fundamenten van de psychologie Mike
- Heineken rapport 1 - groepsopdracht omtrent interest management
- Diagnostiek en interventie 3: Uitwerking van alle profielen van blok C
- Samenvatting Gezond bewegen kun je leren Albertine poelgeest