Meteen naar document

Agogiek Werkstuk - 14

Werkstuk agogiek - CV3
Vak

Communicatieve Vaardigheden: Agogiek 3

9 Documenten
Studenten deelden 9 documenten in dit vak
Studiejaar: 2016/2017
Geüpload door:
0volgers
17Uploads
7upvotes

Reacties

inloggen of registreren om een reactie te plaatsen.

Preview tekst

WERKSTUK CV3 AGOGIEK Ste OPDRACHT 1: GROEPSONTWIKKELING EN GROEPSEIGENSCHAPPEN 1. Forming fase De forming fase start op het moment dat de leerlingen kunnen kiezen wat ze gaan volgen in de projectweek. Zo kiest Marco voor autocratie maar enkel en alleen omdat zijn vriendin Karo dit volgt. Hij had zijn keuze nog niet gemaakt en ondervond een angstgevoel. Marco zal dus een groep kiezen waar hij mensen in kent en vertrouwt. Hij volgt de keuze van zijn vriendin Karo. Maandagochtend worden de groepen voor de projectweek gevormd. Leerlingen die elkaar kennen gaan bij elkaar gaan zitten. Er wordt geen kennismaking meer gedaan omdat de meesten elkaar wel kennen. Toch wordt deze fase gekenmerkt met angst. Niet iedereen voelt zich even veilig in de groep en er is ook nog geen sprake van een groepsgevoel. Sommige groepsleden hebben hun onzekerheid geuit. Lisa is heel onzeker over voor de groep antwoorden. Ze geeft geen duidelijke antwoorden of zegt dat ze het niet weet. Fredi is dan weer de grappenmaker van de klas. Hij neemt de vragen van meneer Wegner niet serieus. Storming fase Na de pauze pakt meneer Wegner zijn les anders aan. Hij start met zijn nieuwe omgangsregels. Dit zijn regels die bepalen hoe de leden met elkaar en met de leerkracht omgaan. Hij wil aangesproken worden als meneer Wegner. Er wordt pas gesproken na toestemming. En tijdens het spreken moet je rechtstaan. Iedereen die deze regels niet willen volgen kunnen vrijwillig stoppen. De groepsvorming gaat gepaard met verschillende soorten normen, regels en rollen in de klasgroep. Normen: Omgangsregel impliciete regel Klasgroep die spontaan in koor de leerkracht begroet We spreken hier van impliciete regel omdat deze begroeting niet is uitgesproken. De klasgroep was het hierover eens en voelde dit aan. Normen met betrekking tot mode expliciete regel Wit hemd en jeans dragen Deze regel is expliciet want dit is bespreekbaar. Meneer Wegner heeft deze regel duidelijk afgesproken met hun en de klasgroep was hierover eens. Rollen: De zondebok: Karo is de zondebok. Ze valt uit de boot doordat ze geen wit wilt dragen. Hierdoor wordt ze meer en meer uitgesloten. De organisator: Meneer Wegner vervult de rol van de organisator. Hij startte de projectweek met een experiment. Rainer wou aantonen dat we nog steeds in een dictatuur kunnen leven. Jens zei dat we daar nu te slim voor zijn. Meneer Wegner zorgde ervoor dat iedereen wist wat hij moest doen en gaf directe leiding. De sociaal werker: Sinan is de sociale werker van de klasgroep. Hij probeert de sfeer goed te houden. Wanneer Kevin terug wou komen naar sprak Sinan over gemeenschap en dat het niet juist zou zijn Kevin uit te sluiten. Ook op het strandfeest sprak Sinan samen met Marco iedereen aan om naar de waterpolowedstrijd te komen kijken. OPDRACHT 2: KLASMANAGEMENT 1. De situatie: In de basisschool basisschool Melle geeft een beginnende stagiaire voor de eerste keer les aan een klas. Hierbij zitten heel wat studenten met specifieke noden. Bij van de leerlingen, die we Tom zullen noemen, was het geweten dat hij nood had aan structuur tijdens de lessen. Hij werd tijdens de les van de stagiaire minder dan door de vaste klasleerkracht aangesproken tijdens de les. Hij had daarom moeite om mee te werken en voelde zich in de steek gelaten. Hij ging als reactie hierop de les storen. De stagiaire, die wel wist van zijn gedrag, had geen idee hoe ze hier op moest reageren. De klasleerkracht moest daarom ingrijpen. Tijdens een opdracht vroeg de klasleerkracht aan Tom om even mee naar buiten te komen. Daar kon de leerling even tot rust komen. De leerkracht legde uit dat ze hem zou helpen bij de opdrachten die hij niet verstond tijdens de les. Daarna legde ze uit dat het gedrag van tijdens de les niet correct was en dat hij in het vervolg eenvoudigweg moet vertellen als er iets scheelt. De theorie: In deze situatie is er duidelijk sprake van een behoefte van een leerling die moet vervult worden. In dit geval kunnen we zelf spreken over van de belangrijkste behoeften van een leerling die moet vervult worden, namelijk de behoefte aan veiligheid. De leerling, Tom, heeft vanwege zijn aandoening nood aan structuur maar daarnaast merkt hij ook dat hij minder dan gewoonlijk aan bod komt. Hij verliest zo zijn positie in de klas waardoor hij zich dus minder veilig voelt in deze situatie. Hij wilt opnieuw erkent worden door de leerkracht, in dit geval de stagiaire. We kunnen zo veronderstellen dat zijn opstandig gedrag een reactie is hierop. In verband met de theorie over groepsvorming, kunnen we stellen dat de klasgroep door de introductie van de stagiaire binnen hun groep opnieuw in een zit. Tom heeft het gevoel dat hij niet meer in de kijker staat en geen belang meer heeft in de klas. Hier is hij het natuurlijk niet mee eens. Hij reageert met storend gedrag om terug in de kijker te staan. De vaste leerkracht die toezicht houdt grijpt vervolgens in. De leerkracht erkent Tom door hem persoonlijk aan te spreken tijdens een opdracht. De stagiaire had tijdens de les moeite met erkenning te tonen aan de leerling waardoor ze hem onbewust negeerde. Wanneer de leerkracht met Tom buiten staat te praten maakt ze ook duidelijk dat zijn gedrag niet correct was. Hierdoor verwerpt ze het gedrag van de leerling, aangezien het verwerpen van de leerling de sfeer van de klas onaangenaam zou kunnen maken, heeft ze dus besloten om de leerling buiten de klas aan te spreken. De leerkracht maakt dus een paar goede inschattingen terwijl de stagiaire in de fout gaat in deze situatie. 2. De situatie: Deze klassituatie speelt zich af in dezelfde basisschool. Een anders ijverige leerling vertoont opeens storend gedrag tijdens een les. Hij weigert mee te werken, praat de hele tijd met zijn buren en verstoort dus de les. De leerkracht probeert de leerling vaker aan bod te laten komen, maar dit helpt niet. Ze vraagt verschillende keren aan de leerling om te stoppen met praten, maar dit helpt ook niet. Uiteindelijk beslist de leerkracht om de leerling achteraan de klas te plaatsen. In tegenstelling tot de bedoeling van de leerkracht begint de leerling nog meer opstandig gedrag te vertonen. Hij maakt lawaai, roept naar anderen leerlingen, enzovoort. De leerkracht heeft dus geen keuze dan hem naar buiten te sturen. Later vertelt de leerling aan de leerkracht dat hij de leerstof eigenlijk niet goed begreep en daarom niet kon meewerken tijdens de les. De theorie: In dit geval probeert de leerkracht opnieuw de behoefte van de leerling in te schatten, alleen in dit geval maakt ze een verkeerde inschatting. Ze gaat ervan uit dat de leerling te veel energie heeft en dat hij dus meer aan bod wilt komen. De leerling heeft hier helemaal geen nood aan, in tegenstelling, dit frustreert de leerling nog meer aangezien we later te weten komen dat hij de leerstof niet begreep. De leerkracht is meteen radeloos en beslist om het gedrag van de leerling sterk te verwerpen door hem achteraan de klas te zetten. De leerling die anders nooit wordt gestraft op dergelijke manier, reageert natuurlijk sterk. Tijdens de groepsvorming heeft de leerling een positie verworven waarbij hij anders nooit wordt gestraft. Hierdoor verzet de leerling zich tegen de leerkracht en gedraagt hij zich opstandig. De leerkracht die op dit moment radeloos is, verwerpt enkel het gedrag van de leerling verder en erkent zijn frustraties niet. Dit lost de situatie dus niet op, daarbij ontstaat er ook nog eens een gespannen sfeer. De leerkracht wordt zo verplicht om de leerling naar buiten te sturen. De leerkracht gaat hierbij in fout door in de eerste plaats de behoefte fout in te schatten en vervolgens zeer sterk te reageren op het opstandig gedrag van de leerling in plaats van hem te ontmoeten in zijn situatie. Pas later beslist de leerkracht om in gesprek te gaan met de leerling na het einde van de les. Op dat moment leert ze de oorzaak van zijn gedrag. Amber Uytterhaegen Van de lezing is mij bijgebleven dat degene die aan het hoofd staat van het pestgedrag, in veel gevallen zelf niet zal pesten. Maar andere personen aanzet tot pesten. Deze persoon is veel al populair, anderen willen bevriend zijn met deze persoon. Door te doen wat deze persoon vraagt krijgen ze erkenning van diegene. Hierbij horen verschillende rollen, die weergeven kunnen worden in een schema. Ik vind positief dat mensen actief zoeken naar oplossing tegen pesten. Ik als toekomstige leerkracht moet hier bij stilstaan. Pesten is niet altijd zichtbaar in de klas. De oorzaak van het pesten is ook niet altijd voor de hand liggend. Gilles Van Autreve Ik denk dat, net zoals bij de meeste leerlingen, ik met een nieuwe kijk uit de lezing van Gie Deboutte kwam. Ook al dat ik weet dat enkel de extreme voorbeelden werden opgebracht in de lezing, was het nog altijd een shock. Ik voelde mij als toekomstige leerkracht zeer aangesproken. Vooral omdat tijdens de lezing vaak de nadruk werd gelegd op de nalatigheid van leerkrachten en directie, probeerde ik zelf een oplossing te bedenken voor dit probleem. Zo kwam ik eigenlijk zeer gemotiveerd uit de lezing. Toch had ik het gevoel dat pesten alles behalve eenvoudig moet zijn om mee om te gaan, zeker na te horen van Gie deboutte dat hij zelf jaren niet bewust was van pestgedrag op zijn school. In retrospectief had ik dus een zeer dubbelzinnig gevoel. Langs de ene kant lijkt het ongelofelijk moeilijk om pesten te herkennen en zeker te vermijden. Langs de andere kant herken ik dat pesten een ernstiger probleem is dan vaak wordt toegegeven, alsof leerkrachten aan doen en denken: pesten zal wel niet zo erg Ik hoop dat ervaring mij leert hoe ik het best reageer op pestgedrag. ik zal alleszins, hopelijk, meer aandachtig zijn voor gevallen van pesten in de toekomst na deze lezing. OPDRACHT 4: REFLECTIE GROEPSDYNAMICA IN EIGEN GROEP 1. Bespreek de groepsontwikkeling binnen jullie groep voor dit werkstuk vanaf het begin tot het afwerken. Noteer zeer concreet (gebruik namen) en link met de theorie. Forming fase We werden samen gezet door de docent agogiek. Doordat we elkaar nog niet kenden was er sprake van onzekerheid. Storming fase De tweede keer dat we als groep samen kwamen heeft een facebook groep aangemaakt, om gemakkelijk en vlot te communiceren. was de sociale werker, ze heeft de sfeer in groep bewaakt. Amber was de verkenner, ze was niet leidinggevend maar nam vaak initiatief. Gilles was de volger, hij heeft alles gedaan wat van hem verwacht werd. We hebben samen de taakverdeling opgemaakt. Norming fase Door de miscommunicatie bij de groepsverdeling, was er eerst sprake van een vierde groepslid. Maar nadien bleek dit niet zo te zijn, dit zorgde voor verwarring. Toch hebben een positieve groepsontwikkeling gemaakt. Onze groepsnormen zijn tijdens deze fase vastgelegd. Performing We hebben ons werkstuk vlot en zonder problemen gemaakt. We hebben een aantal keer samengekomen. Er was een goede communicatie tijdens het samenwerken. We hielpen elkaar waar nodig. We stonden open voor elkaars meningen. Termination fase Ons werkstuk is tot een goed eind gebracht.

Was dit document nuttig?

Agogiek Werkstuk - 14

Vak: Communicatieve Vaardigheden: Agogiek 3

9 Documenten
Studenten deelden 9 documenten in dit vak

Universiteit: Arteveldehogeschool

Was dit document nuttig?
WERKSTUK CV3
AGOGIEK
Chloë Ste